Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Toro 76 cm TurfMaster Gebruikershandleiding pagina 29

Loopmaaier
Inhoudsopgave

Advertenties

Probleem
De maaimachine of de motor trilt
abnormaal.
Ongelijkmatig maaipatroon.
Het uitwerpkanaal raakt verstopt.
De zelfaandrijving van de maaimachine
werkt niet.
De messen draaien niet of slippen.
De messen raken elkaar.
Mogelijke oorzaak
1. Een mes is verbogen of uit balans.
2. Een bevestigingsbout van een
maaimes zit los.
3. De onderkant van de maaikast is
bedekt met maaisel en vuil.
4. De bevestigingsbouten van de motor
zitten los.
5. Loszittende motorpoelie, spanpoelie of
mespoelie.
6. De motorpoelie is beschadigd.
7. De mesas is verbogen.
8. De riem is beschadigd.
1. Alle vier wielen staan niet op dezelfde
hoogte.
2. De messen zijn stomp.
3. U maait steeds in hetzelfde patroon.
4. De onderkant van de maaikast is
bedekt met maaisel en vuil.
5. De mesas is verbogen.
1. De gashendel staat niet op Snel
2. De maaihoogte is te laag.
3. U maait te snel.
4. Het gras is nat.
5. De onderkant van de maaikast is
bedekt met maaisel en vuil.
1. De kabel van de zelfaandrijving is
ontsteld of beschadigd.
2. Er zit vuil de omgeving van de riem.
3. De riem is beschadigd.
1. De riem van de mesremkoppeling of
de distributieriem is versleten, zit los of
is gebroken.
2. De riem van de mesremkoppeling is
van de poelie gelopen.
3. De kabel van de mesremkoppeling is
versleten, los of stuk.
1. De messen zijn verkeerd aangebracht
of uitgelijnd.
2. De mesadapters zijn versleten, los of
stuk.
3. De distributieriem is versleten, los of
stuk.
4. De distributietandwielen of spanpoelie
zijn versleten, los of stuk.
29
Remedie
1. De messen balanceren. Een mes
vervangen als het is verbogen.
2. De bevestigingsbouten van de messen
vastdraaien.
3. Maak de onderkant van de maaikast
schoon.
4. De bevestigingsbouten van de motor
vastdraaien.
5. De desbetreffende poelie vastzetten.
6. Neem contact op met een erkende
servicedealer.
7. Neem contact op met een erkende
servicedealer.
8. Vervang de riem.
1. Alle vier de wielen instellen op dezelfde
hoogte.
2. De messen slijpen en balanceren.
3. In een ander patroon maaien.
4. Maak de onderkant van de maaikast
schoon.
5. Neem contact op met een erkende
servicedealer.
1. Zet de gashendel op Snel.
2. Verhoog de maaihoogte; maai zo nodig
opnieuw op een lagere maaihoogte.
3. Verminder uw snelheid.
4. Het gras eerst laten drogen voordat u
gaat maaien.
5. Maak de onderkant van de maaikast
schoon.
1. De kabel van de zelfaandrijving
afstellen; de kabel vervangen indien
nodig.
2. Het vuil uit de omgeving van de riem
verwijderen.
3. Vervang de riem.
1. De kabel van de mesremkoppeling
afstellen; de distributieriemspanning
afstellen; vervang ze indien nodig.
2. De riem controleren op beschadiging;
vervangen indien nodig.
3. De kabel van de mesremkoppelingn
afstellen; vervangen indien nodig.
1. De messen correct aanbrengen.
2. De mesadapters vervangen.
3. De messen opnieuw afstellen en
de distributieriem afstellen; de riem
vervangen indien nodig.
4. De tandwielen of de spanpoelie
vervangen indien nodig.

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

22205te

Inhoudsopgave