Figuur 16
1. Trek de bedieningsstang naar de handgreep omhoog.
•
Gebruik de zelfaandrijving en schakel de maaimessen in
door de bedieningsstang geheel naar rechts te schuiven en
omhoog te trekken naar de hendel (Figuur 16).
1
Figuur 17
1. Schuif de bedieningsstang
naar rechts.
•
Laat de bedieningsstang los om de zelfaandrijving en de
maaimessen uit te schakelen.
Opmerking: U kunt de snelheid variëren door de
afstand tussen bedieningsstang en handgreep te vergroten
of te verkleinen. Laat de bedieningsstang zakken om de
maaimachine af te remmen als u een bocht maakt of als de
machine te snel voortbeweegt. Als u de bedieningsstang te
ver laat zakken, stopt de zelfaandrijving van de machine. Duw
de bedieningsstang naar de handgreep toe om de snelheid
te verhogen. Wanneer de bedieningsstang dicht tegen de
handgreep is aangedrukt, beweegt de machine zich voort met
de maximale snelheid.
De werking van het
stopsysteem van het maaimes
controleren
Voor elk gebruik moet u controleren of de messen stoppen
binnen de 3 seconden nadat u de bedieningsstang hebt
losgelaten.
G019671
1
G019672
2
2. Trek de bedieningsstang
naar de handgreep
omhoog.
De grasvanger gebruiken
Onderhoudsinterval: Bij elk gebruik of dage-
lijks—Controleer de werking van
het stopsysteem van het maaimes. De
maaimessen moeten binnen 3 seconden
na loslaten van de bedieningshendel tot
stilstand komen. Doen ze dit niet, neem
dan contact op met een erkende Service
Dealer.
U kunt de grasvanger gebruiken om het stopsysteem van het
maaimes te controleren.
1. Verwijder de afsluiter van het achteruitwerpkanaal.
2. Plaats de lege grasvanger op de maaimachine.
3. Start de motor.
4. Schakel de messen in.
Opmerking: De grasvanger moet gaan opzwellen.
Dit betekent dat de messen ingeschakeld zijn en
draaien.
5. Houd de grasvanger in het oog en laat de
bedieningsstang los.
Opmerking: Als de grasvanger niet binnen de
3 seconden leegloopt, is het stopsysteem van het
maaimes mogelijk beschadigd. Als u hier niets aan doet,
kan het onveilig worden om de machine te gebruiken.
Neem contact op met een erkende servicedealer om
uw maaimachine te laten inspecteren en repareren.
6. Zet de motor af en wacht totdat alle bewegende
onderdelen tot stilstand gekomen zijn.
De grasvanger niet gebruiken
1. Plaats de maaimachine op een verhard oppervlak en
uit de wind.
2. Stel alle 4 wielen in op de maaistand van 89 mm.
3. Neem een stuk krant en maak hiervan een prop
die onder de machine past (met een doorsnede van
ongeveer 75 mm).
4. Plaats de prop krantenpapier 13 cm vóór de
maaimachine.
5. Start de motor.
6. Schakel de messen in.
7. Laat de bedieningsstang los en wacht 3 seconden.
8. Duw na 3 tellen de machine in een snelle beweging
vooruit over de prop.
9. Zet de motor af en wacht totdat alle bewegende
onderdelen tot stilstand gekomen zijn.
10. Ga naar de voorzijde van de maaimachine en controleer
de prop krantenpapier.
12