Figuur 40
1. Riem van
mesremkoppeling
6. Verwijder de riem van de mesremkoppeling van de
linker poelie.
7. Draai de stelbout los (Figuur 28).
8. Verwijder de vaste spanpoelie en de bevestigingsmidde-
len (Figuur 41).
Opmerking: Bewaar de spanpoelie en
bevestigingsmiddelen voor latere montage.
Figuur 41
De spanpoelie van de mesremkoppeling is ter
verduidelijking verwijderd.
1. Gat in behuizing
2. Gat in rechter tandwiel
9. Verwijder de oude mesaandrijfriem.
10. Stel de gaten in het rechter en linker tandwiel op één
lijn met de gaten in de behuizing, zoals getoond in
Figuur 41.
1
2
G019899
2. Riemkap van
mesremkoppeling
G019922
3. Vaste spanpoelie
4. Gat in linker tandwiel
Opmerking: Houd de tandwielen met een stang of
schroevendraaier op hun plaats.
11. Monteer de mesaandrijfriem en vaste spanpoelie nadat
u de tandwielen hebt vastgezet.
Opmerking: Zorg ervoor dat de tanden in de
tandwielen ingrijpen.
12. Stel de riem af op de aanbevolen spanning; zie .
13. Verwijder de stang of schroevendraaier uit de
tandwielen.
14. Zorg dat de messen onder de maaikast correct zijn
uitgelijnd; zie Onderhoud van de maaimessen (bladz.
20).
15. Monteer de riem en kap van de mesremkoppeling en
de bevestigingsmiddelen.
16. Monteer de riemkap met de 4 schroeven die u bij stap
3 hebt verwijderd.
17. Sluit de bougiekabel aan op de bougie.
18. Controleer de werking van de bedieningsstang en de
mesremkoppeling.
De onderkant van de
machinebehuizing reinigen
Houd de onderkant van de maaikast schoon voor het beste
maairesultaat. U kunt het maaisel van de onderkant van de
maaikast spoelen of afschrapen.
De onderkant van de maaikast reinigen
Onderhoudsinterval: Bij elk gebruik of dagelijks—De
onderkant van de maaikast reinigen.
1. Zet de maaimachine op een vlak oppervlak van asfalt
of beton, dicht bij een tuinslang.
2. Start de motor.
3. Houd de tuinslang ter hoogte van de handgreep en
richt de waterstraal op de grond, net vóór het rechter
achterwiel (Figuur 42).
1. Rechter achterwiel
Opmerking: De messen zuigen het water in de
maaimachine, waardoor maaisel wordt weggespoeld.
Laat het water lopen totdat er geen maaisel meer onder
de maaikast vandaan komt.
25
Figuur 42