2. Kopiëren
• Origineelrichting: Geef de afdrukrichting op voor het plaatsen van de originelen.
• Origin.instelling: Geef de voorwaarden op voor de te kopiëren originelen (1-
• Afdrukzijde-instelling: Selecteer een van de volgende afwerkingen [Openen naar
4. Druk op [OK].
3.
Plaats het origineel.
Zie Gebruikershandleiding (volledige versie).
4.
Druk op [Starten].
Wanneer u de originelen op de glasplaat plaatst, drukt u indien nodig op [Scan. volt.] nadat alle
originelen zijn gescand, afhankelijk van de instellingen en het aantal originelen.
• U kunt de functie dubbelzijdig kopiëren niet gebruiken wanneer de volgende papiersoorten
worden gebruikt:
• Etikettenpapier
• Envelop
• Gecoat papier
• U kunt de instelling van de toets voor dubbelzijdig kopiëren wijzigen op het scherm Kopie.
• Zie Gebruikershandleiding (volledige versie).
• Gebruik de functie [Reeks] om de voor- en achterkant van een dubbelzijdig origineel per pagina
op één kant van een vel papier te kopiëren.
• Zie Gebruikershandleiding (volledige versie).
66
zijdig/2-zijdig (openingsrichting van pagina)).
Rechts/Links] of [Openen naar Boven].
D0CSPA5502