8. Huidige weergavepositie
Geeft aan welk van de vijf schermen momenteel wordt weergegeven.
9. [Stoppen]
Druk hierop om het scannen of afdrukken te stoppen.
U kunt de instelling zodanig wijzigen dat er slechts één taak wordt gestopt met [Stoptoets om afduktaak uit te
stellen].
Zie de gebruikershandleiding (volledige versie).
10. Menu
Wordt weergegeven als het menu beschikbaar is in de toepassing die momenteel is geselecteerd.
In het Home-scherm drukt u hierop om de pictogrammen weer op hun standaardpositie terug te plaatsen.
11. [Home]
Druk hierop om het Home-scherm weer te geven.
12. [Terug]
Druk hierop om terug te keren naar het vorige scherm.
13. Datum/Tijd en Resterende toner
De huidige datum en tijd worden weergegeven.
Als u informatie wilt weergeven over de resterende toner, stelt u [Systeeminstellingen]
[Weergeven]
[Instellingen systeembalk]
toner].
14. [Status controleren]
Druk hierop om de volgende systeemstatussen van het apparaat te controleren. Gaat rood branden als er een
fout optreedt.
• Status van het apparaat
Geeft de foutstatus en de netwerkstatus aan.
• Operationele status van elke functie
Status van functies als Kopiëren of Scannen
• Huidige taken
• Taakgeschiedenis
• Onderhoudsinformatie van apparaat
Zie de Gebruikershandleiding (volledige versie).
15. Pictogramweergavegebied
Geeft de pictogrammen en widgets weer.
• U kunt het weergegeven scherm wijzigen wanneer de stroom is ingeschakeld onder
[Functieprioriteit].
• Zie de Gebruikershandleiding (volledige versie).
[Tijd/Resterende toner weergeven] in op [Overgebleven
Het Home-scherm gebruiken
[Weergave/Invoer]
29