5. Scannen
Het bestandstype opgeven bij het scannen van
een document
Geef de instellingen op bij [Verzendinstellingen] op het scannerscherm.
1.
Druk op [Scanner] op het Home-scherm.
2.
Plaats het origineel in de scanner.
Zie de Gebruikershandleiding (volledige versie).
3.
Druk op [Verzendinstellingen] op het scannerscherm.
4.
Druk op [Bestandstype] en selecteer het bestandstype om het gescande document op te
slaan.
Druk op [Overige] om het gedetailleerde instellingenscherm weer te geven.
• PDF: er wordt een normaal PDF-bestand gemaakt.
• Hoge compr. PDF: Er wordt een PDF-bestand met gereduceerde bestandsgrootte
aangemaakt waarbij de leesbaarheid blijft behouden.
• PDF/A: Er wordt een PDF-bestand gemaakt dat voldoet aan de internationale normen en dat
geschikt is voor langdurige opslag.
• TIFF: Er wordt een TIFF-bestand gemaakt.
• JPEG: Er wordt een JPEG-bestand gemaakt.
• Behalve voor JPEG kunt u opgeven of u een apart bestand wilt maken voor elke afzonderlijke
pagina of dat u meerdere pagina's wilt combineren in één bestand.
5.
Geef de scaninstellingen op volgens het doel van de gescande gegevens.
Pag. 144 "Een origineel met de juiste kwaliteit en belichting scannen"
6.
Geef de bestemming op om het gescande document te verzenden en druk op [Starten].
146