Advertenties
4. Afdrukken
7.
Druk op [Papiertype/-dikte] en selecteer vervolgens [Envelop] bij [Papiertype].
8.
Druk twee keer op [OK].
9.
Druk na het voltooien van de configuratie op [Home] (
10.
Open op de computer een document dat u wilt afdrukken en ga vanuit het afdrukmenu
naar het instellingenscherm van het printerstuurprogramma.
11.
Geef het papierformaat en de papiersoort op.
Windows
Op het tabblad [Standaard] configureert u de volgende instellingen:
• Documentformaat: Hier kunt u het envelopformaat selecteren. Als het envelopformaat
niet tussen de mogelijkheden staat, kunt u de waarde invoeren in [Aangepast
papierformaat...].
• Invoerlade: [Lade 1]
• Papiersoort: [Envelop]
U kunt een aangepast papierformaat opgeven dat vaak gebruikt wordt als optie voor
Documentformaten.
Zie "Het Afdrukken op aangepast papierformaat dat in de bypass-lade is geplaatst",
Gebruikershandleiding (volledige versie).
macOS
Configureer de volgende instellingen:
• Papierformaat: Hier kunt u het envelopformaat selecteren. Als het envelopformaat niet
tussen de mogelijkheden staat, kunt u [Manage Custom Sizes] selecteren en de waarde
invoeren.
• Printerfuncties
• Papierinvoer
12.
Druk af.
122
Papier
Papiersoort: [Envelop]
Alle pagina's van: [Lade 1]
)
Advertenties
