Veiligheidsinstructies en voorzorgsmaatregelen
WAARSCHUWING
!
Verwondingsgevaar door ontluchting van de aandrijving!
Bij werking wordt bij de regeling of bij opening en sluiting van het ventiel de aandrij-
ving ontlucht.
Î Het regelventiel dusdanig installeren dat de aandrijving niet op ooghoogte ontlucht
wordt.
Î Een geschikte geluidsdemper en stop gebruiken.
Î Bij werkzaamheden in de nabijheid van het regelventiel moet u oogbescherming
gebruiken.
1.3 Verwijzingen naar mogelijke materiële schade
LET OP
!
Beschadigingen aan de aandrijving door te hoge of te lage aandraaimomenten!
De componenten van de aandrijving moeten met bepaalde draaimomenten worden
aangetrokken. Te sterk aangedraaide componenten zijn onderhevig aan overmatige
slijtage. Te zwak aangedraaide componenten kunnen ertoe leiden dat componenten los
komen te zitten.
Î Aandraaimomenten aanhouden, overeenkomstig u AB 0100.
Beschadiging van de aandrijving door onjuiste smeermiddelen!
Het materiaal van de aandrijving vereist specifieke smeermiddelen. Onjuiste smeermid-
delen kunnen het oppervlak aantasten en beschadigen.
Î Uitsluitend door SAMSON goedgekeurde smeermiddelen gebruiken, overeenkom-
stig u AB 0100.
8
EB 8314 NL