Buitenbedrijfstelling en demontage
9 Buitenbedrijfstelling en
demontage
GEVAAR
!
Breukgevaar van de aandrijving!
Aandrijvingen staan onder druk. Onjuiste
demontage kan ertoe leiden dat er onderde-
len breken.
Vóór werkzaamheden de desbetreffende
componenten en aandrijving drukloos
maken.
9.1 Buitenbedrijfstelling
Teneinde de aandrijving voor onderhouds-
en reparatiewerkzaamheden of demontage
buiten gebruik te stellen, moet u de volgende
stappen uitvoeren:
1. Ventiel uit bedrijf nemen overeenkomstig
bijbehorende ventieldocumentatie.
2. Pneumatische hulpenergie uitschakelen,
teneinde de aandrijving drukloos te
maken.
9.2 Aandrijving demonteren
1. Ventiel uit bedrijf nemen overeenkomstig
bijbehorende ventieldocumentatie.
2. Externe pneumatische leidingen demon-
teren
3. Koppelingsklemmen (A26/27) losdraaien.
4. De koppelingsmoer (9) en de contramoer
(10) van het ventiel losdraaien.
5. De ringmoer (A8) van het bovendeel van
het ventiel (2) losdraaien.
30
6. Ringmoer (A8) en aandrijving van het
ventiel afnemen.
7. Aan het ventiel de contramoer (10) en
koppelingsmoer (9) stevig vastdraaien.
9.3 Afvoeren
Î Bij het afvoeren de lokale, nationale en
internationale regelgeving in acht
nemen.
Î Gebruikte onderdelen, smeermiddelen
en gevaarlijke stoffen niet met het huis-
houdelijk afval weggooien.
EB 8314 NL