Onderhoud
2. Kraagmoeren (A11) aan de cilinderbo-
dem afschroeven.
3. Trekstangen (A12) wegtrekken in de rich-
ting van de zuigstangzijde.
4. Deksel (A4) verwijderen.
5. Zuigerstang (A1) en zuiger (A9) uit de
buis (A6) trekken.
6. Buis (A6) en bodem (A10) scheiden.
7. Slijtende delen met geschikt gereedschap
demonteren. Ervoor zorgen dat de
afdichtingsoppervlakken niet beschadigd
worden.
8. De desbetreffende punten zorgvuldig rei-
nigen en van een geschikt smeermiddel
voorzien.
9. Slijtende delen van een geschikt smeer-
middel voorzien.
10. Slijtende delen monteren. Ervoor zorgen
dat de slijtende delen en afdichtingsop-
pervlakken niet beschadigd worden. Evt.
montagehulp gebruiken.
beeld 8: Zuigerstangafdichting in het juk bij uitvoeringen met 314 en 490 cm² aandrijfoppervlak
24
11. Loopoppervlakken in de buis (A6) en
zuigerstang (A1) gelijkmatig met een
geschikt smeermiddel invetten.
12. Smeerpotten aan de zuigerafdichting
(A7) en zuigerstangafdichting (A2) met
een geschikt soort vet vullen.
13. Buis (A6) op de bodem (A10) centreren.
14. Zuiger (A9) met zuigerstang (A1) in de
buis (A6) steken. Ervoor zorgen dat de
slijtende delen niet beschadigd worden.
15. Deksel (A4) voorzichtig over de zuiger-
stang (A1) schuiven.
16. Trekstangen (A12) vanaf de zuigerstang-
zijde met de korte schroefdraadzijde in
de kraagmoeren (A11) aan de cilinder-
bodem schroeven. Kraagmoeren staps-
gewijs en kruiselings aandraaien. Op
aanhaalmomenten letten.
17. Aandrijving op dichtheid controleren; zie
hfdst. 7.2.
18. De aandrijving op het ventiel monteren,
overeenkomstig hoofdstuk 5.1.
A242
A208
A1
A241
A208
A1
A241
A242
Zuigerstang
Ringmoer
Schraapring
Droge glijlagers
EB 8314 NL