Montage en inbedrijfstelling
9. De koppelingsmoer met een kwartslag
draaien en de positie met de contramoer
(10) vastzetten.
10. De koppelingsklemmen (A26/27)
opbouwen en vastschroeven.
11. Slagschild (84) volgens het koppelings-
punt uitlijnen.
5.2 Aanvullende inbouwwerk-
zaamheden
Randapparatuur
Randapparatuur wordt ofwel aan het juk
(314 en 490 cm²) ofwel via de NAMUR-in-
terface (enkel 804 cm²) aangebouwd.
Details voor de aanbouw en toebehoren zijn
in de inbouw- en gebruikshandleiding van de
in te bouwen randapparatuur aangegeven.
Hulpveer
De aandrijving kan met een hulpveer uitgerust
worden om in drukloze toestand (bv. bij uitval
van de hulpenergie) de aandrijving naar een
gedefinieerde eindpositie te brengen.
20
EB 8314 NL