18 Configuratie van de aangesloten appara-
ten
Onder het menu-onderdeel
nenten van de PV-installatie
•
gedefinieerd,
•
gedetecteerd en
•
geconfigureerd worden.
Bij een nieuwe installatie adviseren wij de volgende handelwijze:
•
Eerste definitie van de aangesloten apparaten voor de gebruikte interfaces
•
Apparaatdetectie
•
Apparaatconfiguratie
18.1
Definitie apparaat
Het bereik
Configuratie | Apparaten | Definitie
•
Interfaces
•
CT (alleen Solar-Log™-meter)
•
Groot display (uitgebreide instellingen moeten geactiveerd worden)
•
SCB (alleen Solar-Log 1000 en 2000)
18.1.1 Apparaten aan de interfaces toewijzen
Onder het menu-onderdeel
fende interfaces aangesloten apparaten vóór de detectie worden gedefinieerd.
Procedure:
•
Onder het punt "
Interfaces"
Afb.: Interfacedefinitie via het Plus-symbool
Configuratie | Apparaten
is in de volgende bereiken onderverdeeld:
Configuratie | Apparaten | Definitie | Interfaces
toewijzen naar het Plus-symbool gaan
Configuratie van de aangesloten apparaten
kunnen de op de Solar-Log™ aangesloten compo-
moeten de op de betref-
89