13.2 Relais (alleen Solar-Log 1000, 1200 en 2000)
De Solar-Log™ beschikt over een potentiaalvrij stuurrelais, dat in de volgende gevallen geactiveerd kan
worden:
•
Alarmcontact geactiveerd
•
Werkelijke vermogensverlaging actief
•
voor de optimalisatie van het eigen verbruik
Het relais mag met maximaal 24 VDC en 2 A / ohmse last worden belast.
Een 230 V verbruiker moet via een ander lastrelais worden geschakeld.
Aansluiting
Afb.: Aansluitschema relais
Bekabeling
De bekabeling verloopt via de meegeleverde 3-polige aansluitstekker;
Normaliter wordt pen 1 en pen 2 gebruikt.
In uitgeschakelde toestand zijn:
•
pen 1-2 open
•
pen 2-3 gesloten
In ingeschakelde toestand (alarm/storing/vermogensverlaging actief) zijn
•
pen 1-2 gesloten
•
pen 2-3 open
Aanwijzing
Wordt het relais voor de optimalisatie van het eigen verbruik gebruikt, moet deze als
schakelaar gedefinieerd en gedetecteerd worden (zie hoofdstuk 18..1.1 "Apparaat aan de
interfaces toewijzen")
De bedrijfstoestanden worden dan geregistreerd
Melding bevestigen
Om de melding van een relais te bevestigen, zijn er twee mogelijkheden:
•
Display
•
WEB-interface van de Solar-Log™
Display:
Op het display wordt een melding in de bovenste regel weergegeven met een knipperende rode driehoek.
Om de melding te bevestigen is het voldoende om op deze driehoek te tikken. Gebruik hiervoor geen
scherp voorwerp, om het display niet te beschadigen.
Overige aansluitingen
63