Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Allnet-Netwerkcontactdozen - Solar-Log 300 Installatiehandleiding

Inhoudsopgave

Advertenties

Toebehoren aansluiten

12.11 Allnet-netwerkcontactdozen

Via de Allnet-netwerkcontactdozen kunnen elektrische apparaten in- en uitgeschakeld worden, deze scha-
kelprocessen kunnen handmatig, tijdgestuurd of verbruiksafhankelijk worden geprogrammeerd. De Allnet-
netwerkcontactdozen kunnen per LAN-kabel in het netwerk worden opgenomen. Om deze functies via de
Solar-Log™ te kunnen gebruiken moet u de volgende stappen uitvoeren.
Procedure:
1.
Sluit de Allnet via een LAN-kabel op een laptop of pc aan en steek de Allnet in een contactdoos.
2.
Vervolgens opent u de systeembesturing van uw pc (overeenkomstig de handleiding van uw be-
sturingssysteem).
3.
Kies in de systeembesturing het onderdeel "Netwerk- en vrijgavecentrum" (overeenkomstig de
handleiding van uw besturingssysteem).
4.
Klik hier op "LAN-verbinding" en vervolgens op Eigenschappen.
5.
Ga naar Internetprotocol Versie 4 (TCP/IPv4) en roep de Eigenschappen op.
Let op!
Noteer de weergegeven waarden, voordat u deze wijzigt, omdat u deze later weer nodig hebt
worden.
6.
Wijzig de weergegeven waarden als volgt (volgende IP-adres gebruiken):
IP-adres: 192.168.0.101
Subnetmasker: 255.255.255.0
Gateway: 0.0.0.0
en bevestig de instellingen met "OK"
7.
Voer in uw internetbrowser het IP-adres 192.168.0.100 in, de Allnet-pagina van de contactdoos
wordt opgeroepen.
8.
Klik op Instellingen en ga naar Configuratie | LAN-instellingen
9.
Configureer het IP-adres en geef, voor zover er meerdere aanwezig zijn, ieder Allnet-netwerkcon-
tactdoos een eigen adres (IP-adres, subnetmasker, enz.) dat zich op hetzelfde netwerk als de lap-
top/pc bevindt (op deze plaats moet rekening worden gehouden met de oorspronkelijke waarden)
Is het oorspronkelijke IP-adres van de laptop/pc bijv. 192.168.178.2 moeten de Allnet-contactdozen
met het adres 192.168.178.3 enz. worden verder gevoerd. Het subnetmasker (netmasker) moet iden-
tiek zijn met dat van de laptop/pc, bijvoorbeeld 255.255.255.0. Bij de gateway moet het IP-adres
van de router of de switch worden ingevoerd, waarop de laptop/pc later weer wordt aangesloten.
Zijn de instellingen compleet, deze opslaan.
10. Na het installeren van de netwerkcontactdoos de laptop/pc weer op de oorspronkelijke waarden
(die u hebt genoteerd) zetten.
11.
Daarmee is de configuratie afgesloten.
Aanwijzing
60
Om een functionaliteit met de Solar-Log™ te waarborgen, moet de ALL3075v3 nog
in de configuratie van de Allnet-contactdoos op extern worden gezet.

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

25012002000

Inhoudsopgave