•
WeMo Socket
•
Gude:
•
1002
•
1100/1001
•
2104
•
2110
•
2301
•
Solar-Log:
•
Relais (alleen Solar-Log 1000, 1200 en 2000)
•
Smart Relais Box
•
Smart Relais Station 1x 3,5 kW
•
Smart Relais Station 3x 3,5 kW
Aansluitend moet het aantal apparaten worden gedefinieerd, er staan in totaal max. 10 apparaten ter
beschikking. De enige uitzondering hierop is de Smart Relais Box, in plaats van het veld Aantal apparaten
moet de interface worden geselecteerd.
•
Is de definitie compleet dan met
•
Overige schakelaars op dezelfde wijze definiëren
•
Na de definitie van de interface de detectie starten (zie hoofdstuk 18.4 "Apparaatdetectie")
•
Na de detectie de schakelaar configureren (zie hoofdstuk 18.4.4 "Schakelaar configureren")
Aanwijzing
Bij de detectie wordt anders, net zoals bij de omvormerdetectie, niet volgens het zoek-
principe te werk gegaan maar voor iedere gedefinieerde schakelaar wordt een apparaat
aangemaakt.
Na de detectie alsmede de configuratie staan de gedefinieerde en gedetecteerde schakelaars onder
figuratie | Smart Energy | Schakelgroepen
schakelgroepen worden toegewezen.
23.2 Smart Energy-schakelgroepen
Configuratie | Smart Energy
Onder
•
Schakelgroepen
•
Overschotbeheer
Schakelgroepen
Het tabblad
•
Hardware
In dit bereik worden alle reeds erkende schakelaars weergegeven.
•
Schakelgroepen
In dit bereik kunnen de schakelcontacten voor de schakelgroepen worden toegevoegd, en nieuwe
schakelgroepen aangemaakt en geconfigureerd worden. De schakelcontacten in schakelgroepen
worden door de Solar-Log™ actief geschakeld. Niet toegewezen contacten daarentegen worden
alleen geregistreerd, voor zover waarden kunnen worden uitgelezen (afhankelijk van de hardware).
Er staan max. 10 groepen ter beschikking. Aan iedere groep kan max. 8 contacten worden toegewe-
zen.
OK
bevestigen
in het bereik
zijn er twee tabbladen:
is in twee bereiken onderverdeeld:
Hardware
ter beschikking en kunnen daar aan
Smart Energy
Con-
131