Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina
Inhoudsopgave

Advertenties

Installatiehandleiding V.3.5.3.A
NL
Solar-Log™
1

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Samenvatting van Inhoud voor Solar-Log 300

  • Pagina 1 Installatiehandleiding V.3.5.3.A Solar-Log™...
  • Pagina 2 Uitgever: Solare Datensysteme GmbH Fuhrmannstr. 9 72351 Geislingen-Binsdorf Germany International support Tel.:+49 7428 9418 -640 Fax:+49 7428 9418 -280 e-mail: support@solar-log.com Italy Technical support: +39 0471 631032 e-mail: italy-support@solar-log.com France Technical support: +33 97 7909708 e-mail: france-support@solar-log.com Switzerland Technical support: +41 565 355346 e-mail: switzerland-fl-support@solar-log.com...
  • Pagina 3: Inhoudsopgave

    Gevarenklassen ................................13 Stroomgebruik ......................14 Leveringsomvang ......................15 Wandmontage ......................16 Apparaataansluitingen ....................18 Solar-Log 300 / Solar-Log 250 ..........................18 Solar-Log 1200 ................................20 Solar-Log 2000 ................................. 22 Optionele aansluitingen ...................24 Solar-Log™ GPRS ..............................24 Solar-Log™-meter (Solar-Log 300 en 1200) ....................25 Solar-Log™...
  • Pagina 4 12.6 Bekabeling S0-meter ............................... 48 12.7 Bekabeling RS485-meter ............................50 12.8 Installatie Utility-meter / Janitza UMG 104 (alleen Solar-Log 1000 en 2000) ......... 53 12.9 Solar-Log™ Smart Relais Box..........................57 12.10 WeMo Insight Switch ............................... 59 12.11 Allnet-netwerkcontactdozen ..........................60 Overige aansluitingen ....................62...
  • Pagina 5 Menu Configuratie ......................77 16.1 Netwerkinstellingen vastleggen .......................... 77 16.2 Ethernet ..................................78 16.3 GPRS (alleen Solar-Log™ GPRS) ......................... 79 16.3.1 Algemene aanwijzingen over GPRS-apparaten ....................81 16.4 WiFi (alleen Solar-Log WiFi) ..........................82 16.5 Proxy ....................................84 Configuratie internet ....................85 17.1...
  • Pagina 6 Installatieparameter ..............................143 24.2 Nuttig vermogen ................................ 145 24.2.1 Werkelijk vermogen gedeactiveerd ........................146 24.2.2 Afstandgestuurde begrenzing van het werkelijke vermogen (alleen Solar-Log™ PM+)....146 24.2.3 Afstandgestuurde werkelijke vermogensvermindering met verrekening van het eigen verbruik (alleen Solar-Log™ PM+) ............................149 24.2.4 70% vaste afstelling ..............................149 24.2.5 70% vaste afstelling met verrekening van het eigen verbruik ..............150...
  • Pagina 7 24.3.4 Variabele verschuivingsfactor Cos (Phi) lijn P/Pn ..................155 24.3.5 Variabel blindvermogen via lijn Q(U) (alleen Solar-Log 2000 met Utility-meter) ......................156 24.3.6 Afstandgestuurde verschuivingsfactor cos (Phi) (alleen Solar-Log™ PM+) ......... 158 24.4 Netwerk (alleen Solar-Log 1000 en 2000) ....................... 161 24.5 Profiel ....................................162 Direct marketing ......................164...
  • Pagina 8 28.1.3 Terugzetten naar de fabrieksinstellingen ......................188 28.1.4 Opnieuw starten en terugzetten via het webmenu ..................189 28.2 Foutmeldingen ................................190 28.2.1 Foutmeldingen GPRS ..............................190 28.2.2 Foutmeldingen tijd ................................. 191 28.2.3 Foutmeldingen WiFi ..............................191 28.2.4 Foutmeldingen internet ............................... 192 28.2.5 Foutmeldingen Export externe server en back-up ..................
  • Pagina 9: Inleiding

    De meest actuele versie van de documenten stellen wij op onze homepagina www.solar-log.com ter beschikking. De beschrijvingen in deze handleiding hebben betrekking op firmwareversie 3.5.3 Veiligheids- instructie Om de Solar-Log™ beter te beveiligen tegen gevaren wordt dringend een update naar firmware 3.5.3 Build 86 aanbevolen en het instellen van een gebruikerswachtwoord.
  • Pagina 10: Aanwijzingen Over De Firmware

    Aanwijzingen over de firmware 2 Aanwijzingen over de firmware De Solar-Log™-firmwareversie 3.5.3 is geschikt voor de volgende Solar-Log™-modellen: • Solar-Log • Solar-Log 250 • Solar-Log 300 • Solar-Log • Solar-Log 1000 • Solar-Log 1200 • Solar-Log 2000...
  • Pagina 11: Update Van De Firmware 2.X Naar 3.X

    De volgende aanwijzingen zijn gericht aan de gebruikers die de Solar-Log 200, 500 en 1000 met de nieuwe firmwareversie 3.x willen uitrusten. Om een update naar 3.x te kunnen uitvoeren, moet eerst de nieuwste 2.x firmware op de Solar-Log™ geïn- stalleerd worden. Deze vindt u om te downloaden op onze homepagina onder: http://www.solar-log.nl/nl/service-support/downloads/firmware.html...
  • Pagina 12: Veiligheidsinstructies

    Deze handleiding richt zich op installateurs en elektromonteurs die een PV-installatiemonitor Solar-Log 250 (zie de aanvullende aanwijzingen hieronder), 300, 1200 of 2000 installeren, met omvormers bekabelen, voor de afzonderlijke werking van de installatie configureren en in bedrijf stellen.
  • Pagina 13: Gevarenklassen

    Veiligheidsinstructies Gevarenklassen De veiligheidsinstructies in dit document worden door middel van gestandaardiseerde weergaven en sym- bolen weergegeven. Afhankelijk van de waarschijnlijkheid van het optreden en de zwaarte van het gevolg worden er twee gevarenklassen gebruikt: Gevaar Wijzen op een onmiddellijk gevaar voor de mens. zal bij niet in achtneming tot onherstelbare verwondingen of de dood leiden.
  • Pagina 14: Stroomgebruik

    Aard uzelf voordat u het onderdeel in uw hand houdt; doe dit door PE of een ongelakt behuizingsonderdeel van de omvormer vast te houden. Voorzichtig Beschadiging van elektronische onderdelen van de Solar-Log™ bij bekabeling van de Solar-Log™ ! Solar-Log™ spanningsloos maken;...
  • Pagina 15: Leveringsomvang

    Meldt eventuele beschadigingen en ontbrekende zaken onmiddellijk aan de expediteur en de handelaar. Het apparaat wordt met de volgende onderdelen geleverd: • Solar-Log™ -basisapparaat • 2 insteekbare afdekplaten voor de boven- en onderkant van het apparaat voor de bescherming van de aansluitingen en de resetknop •...
  • Pagina 16: Wandmontage

    De voor de wandmontage geschikte pennen en schroeven zijn meegeleverd. Zorg ervoor dat in de buurt van de Solar-Log™ een stopcontact voor de meegeleverde spanningsadapter en een netwerkcontactdoos (bij GPRS- en WiFi-apparaten is dit niet nodig) aanwezig is.
  • Pagina 17 Wandmontage Instructie voor Solar-Log GPRS Steek vóór de schroefbevestiging van het apparaat bij de wandmontage de SIM- kaart erin, aangezien de insteeksleuf na de wandmontage niet meer toegankelijk is. • Behuizing vastschroeven • Kabeldoorvoer – voor de bovenste en/of onderste afdekking.
  • Pagina 18: Apparaataansluitingen

    Neem de aansluiteigen- schappen van de S0-aanslui- ting in acht. USB-aansluiting. Geschikt voor USB-sticks. Niet geschikt voor aansluiting op de pc! S0-IN S0-impulsingang voor aanslui- ting op externe kWh-meter. *Deze aansluiting beschikt alleen de Solar-Log 300...
  • Pagina 19: Aansluitingen Onderkant

    Apparaataansluitingen Aansluitingen onderkant Afb.: Aansluitingen Solar-Log 300 – onderkant Solar-Log 300 / Solar-Log 250 RS485/422 - B RS485-interface, 6-polig: Aansluiting voor omvor- mers en geschikte toebe- horen. Power 12 V 12-volt gelijkspanningsin- gang Network Ethernet-netwerkinterface, 10/100 MBit...
  • Pagina 20: Solar-Log 1200

    Apparaataansluitingen Solar-Log 1200 Aansluitingen bovenkant Afb.: Aansluitingen Solar-Log 1200 - bovenkant Solar-Log 1200 S0-Out / S0-impulsuitgang voor S0-IN aansluiting op een extern groot display. S0-impuls- ingang voor aansluiting op externe kWh-meter. Neem de aansluiteigenschappen van de S0-aansluiting in acht. USB-aansluiting. Geschikt voor USB-sticks.
  • Pagina 21: Afb.: Aansluitingen Onderkant Solar-Log 1200

    Apparaataansluitingen Aansluitingen onderkant Afb.: Aansluitingen onderkant Solar-Log 1200 Solar-Log 1200 Relais Relais met wisselcontact RS485 - A RS485-interface, 4-polig: Aansluiting op omvormers en/of toebehoren (inactief als de optionele Bluetooth- interface wordt gebruikt) RS485/422 - B RS485-interface, 6-polig: Aansluiting voor omvor- mers en geschikte toebe- horen.
  • Pagina 22: Solar-Log 2000

    Apparaataansluitingen Solar-Log 2000 Aansluitingen bovenkant Afb.: Aansluitingen Solar-Log 2000 - bovenkant Solar-Log 2000 S0-Out / S0-impulsuitgang voor S0-IN aansluiting op een extern groot display. S0-impuls- ingang voor aansluiting op externe kWh-meter. Neem de aansluiteigenschappen van de S0-aansluiting in acht. Alarm...
  • Pagina 23: Afb.: Aansluitingen Onderkant Solar-Log 2000

    Apparaataansluitingen Aansluitingen onderkant Afb.: Aansluitingen onderkant Solar-Log 2000 Solar-Log 2000 Relais Relais met wisselcontact RS485 - A RS485-interface, 4-polig: Aansluiting op omvormers en/of toebehoren, (inactief als de optionele Bluetooth- interface wordt gebruikt) RS485/422 - B RS485-interface, 6-polig: Aansluiting voor omvor- mers en geschikte toebe- horen.
  • Pagina 24: Optionele Aansluitingen

    Solar-Log™ GPRS Antenneaansluiting en insteeksleuf SIM-kaart Aanvullend op de aansluitingen van de standaard Solar-Log™ is er op het model Solar-Log™ GPRS met geïntegreerde GPRS-modem een insteeksleuf voor de SIM-kaart en een schroefaansluiting voor de mobiele telefoonantenne aangebracht.
  • Pagina 25: Solar-Log™-Meter (Solar-Log 300 En 1200)

    Afb.: Aansluitingen voor de stroomomvormer (Solar-Log™-meter) Deze stroomomvormers (CT) kunnen de stroomloop (wisselstroom) bij een- of driefasige verbruikers in verschillende constellaties registreren. Aan de hand van een geregistreerde of door de Solar-Log™ bere- kende referentiespanning wordt het vermogen berekend. Aanwijzing Bij de Solar-Log 300- en 1200-meter is de inbouwrichting en de stroomomvormers (CT) niet van belang, omdat de stromingsrichting niet kan worden bepaald.
  • Pagina 26: Afb.: Twee Zes Polige Klemmenstrookstekkers Voor De Interface Van De Meter

    2x2 fasen + 2x1 fase • 1x2 fasen + 4x1 fase De stroomomvormers moeten met de secundaire zijde op de meterinterface worden aangesloten. Afb.: Twee zes polige klemmenstrookstekkers voor de interface van de meter Solar-Log™ Meter 1 Interface Beschrijving Omschrijving stroomomvormer...
  • Pagina 27: Eigenschappen Van De Meterinterface

    De stroomomvormers moeten zo worden geïnstalleerd dat alleen een stroomvoerende geleider wordt gemeten. Meeraderige kabels kunnen niet worden gemeten. De maximale kabellengte tussen de stroomomvormers en de Solar-Log™ is afhankelijk van de diameter van de kabel en de belasting van de gebruikte stroomomvormer.
  • Pagina 28: Solar-Log™ Pm

    Optionele aansluitingen Solar-Log™ PM+ Afb.: Zespolige PM+interface Toewijzing Beschrijving Regelspanning voor de werkelijke vermogensrege- ling D_IN_1 Stuuringang 1 D_IN_2 Stuuringang 2 D_IN_3 Stuuringang 3 D_IN_4 Stuuringang 4 Regelspanning voor de blindvermogensregeling...
  • Pagina 29: Toewijzing En Bekabeling Van De Aansluitingen

    Als u meerdere omvormers op een Solar-Log™ wilt aansluiten, hebt u geschikt kabelmateriaal nodig voor de bekabeling van de omvormers onder elkaar. • Voor iedere aansluiting van de Solar-Log™ (RS485 - A en RS485/422 - B of -C) moet een afzonder- lijke kabel gebruikt worden. •...
  • Pagina 30: Rs485-A (Alleen Solar-Log 1000, 1200 En 2000))

    Toewijzing en bekabeling van de aansluitingen Afb. detail klemmenstrookstekkers met aderhulzen 10.2 RS485-A (alleen Solar-Log 1000, 1200 en 2000)) Voor het aansluiten van omvormers en/of toebehoren op de RS485 A-interface dient u de bij levering inbegrepen klemmenstrookstekker te gebruiken. Afb.: 4-polige klemmenstrookstekker...
  • Pagina 31: Rs485/422 - B

    Toewijzing en bekabeling van de aansluitingen 10.3 RS485/422 - B Voor het aansluiten van omvormers en/of toebehoren op de RS485/422 B-interface dient u de bij levering inbegrepen klemmenstrookstekker te gebruiken. Afb.: 6-polige klemmenstrookstekker RS485/422 - B Toewijzing RS485 Toewijzing RS422 Data+ T/RX+ 12 V...
  • Pagina 32: Rs485/422- C (Alleen Solar-Log 2000)

    Toewijzing en bekabeling van de aansluitingen 10.4 RS485/422- C (alleen Solar-Log 2000) Voor het aansluiten van omvormers en/of toebehoren op de RS485/422 C-interface dient u de bij levering inbegrepen klemmenstrookstekker te gebruiken. Afb.: 6-polige klemmenstrookstekker RS485/422 C Toewijzing RS485 Toewijzing RS422...
  • Pagina 33: S0 Out / In (S0-Out En S0-In)

    10.5.1 S0 OUT / IN (S0-OUT en S0-IN) Bij de S0_OUT_IN-interface gaat het om een gecombineerde hardware-interface voor het bepalen van de meetwaarden van de energiemeters en de uitvoer van S0-impulsen. Voor de aansluiting op de Solar-Log™ gebruikt u de bij de levering inbegrepen klemmenstrookstekker.
  • Pagina 34: S0-In

    Toewijzing en bekabeling van de aansluitingen 10.5.2 S0-IN Bij de S0 IN-interface gaat het om een hardware-interface voor het bepalen van de meetwaarden van energiemeters. Voor de aansluiting op de Solar-Log™ gebruikt u de bij de levering inbegrepen klemmen- strookstekker. Afb.: 4-polige klemmenstrookstekker...
  • Pagina 35: Afb.: 6-Polige Klemmenstrookstekker

    Toewijzing en bekabeling van de aansluitingen 10.6 PM+ Solar-Log™ PM+-apparaten zijn aan de bovenkant van de Solar-Log™ met een 6-polige PM+-interface uit- gerust. Deze interface is voor de koppeling met potentiaalvrije contacten van toonfrequentieontvangers of exter- ne installaties ontworpen. Er kunnen 2 toonfrequentieontvangers worden aangesloten. Zodoende kunnen commando's van de netexploitant voor het werkelijke vermogen en blindvermogen geëvalueerd worden.
  • Pagina 36: Omvormer Aansluiten

    Deze voorschriften vindt u in de betreffende documentatie van de fabrikant. Houd u bij de toewijzing van de bekabeling van de omvormers aan de zijde van de Solar-Log™ echter aan de beschrijving van deze handleiding, anders worden de omvormers door de Solar-Log™ niet herkend!
  • Pagina 37: Omvormers En De Solar-Log™ Spanningsvrij Maken

    Omvormer aansluiten 11.1 Omvormers en de Solar-Log™ spanningsvrij maken Omvormer spanningsvrij maken Voordat er een kabelverbinding tussen de SolarLog™ en de aansluitingen tot stand wordt gebracht die zich binnen in de omvormer bevinden en voordat er een interfacekaart in de omvormer wordt ingebouwd, moe- ten eerst alle omvormers spanningsloos worden gemaakt.
  • Pagina 38: Toebehoren Aansluiten

    4-aderige aansluitkabels en omvat de 12 V-voeding en de datakabel naar de Solar-Log™. • De aansluiting van de sensor vindt plaats via de RS485-interface op de Solar-Log™ parallel aan de omvormerbus of via een vrije RS485-interface. Neem de aanwijzingen in de database van de com- ponenten in acht Bij sommige omvormers kan de sensor niet op dezelfde bus worden aangesloten.
  • Pagina 39 Zwart: 0 V (GND) 4 (Data -) Oranje: Data - Inbedrijfstelling Met het inschakelen van de Solar-Log™ wordt automatisch ook de sensor van voeding voorzien. Vervolgens moet de Sensor Box Basic en Professional op de gewenste RS485-interface worden geconfigu- reerd: •...
  • Pagina 40: Sensor Box Professional Plus

    Solar-Log™ de afwijking berekenen tussen de mogelijke en werkelijke productie. Op de Solar-Log™ kunnen max. 9 Sensor Box Professional Plus worden aangesloten. De zonnestralingssen- soren moeten zo worden aangebracht dat de zonnecel van de sensor en de panelen van de PV-installatie dezelfde richting en helling hebben ten opzichte van de zon.
  • Pagina 41 De aansluiting van de Sensor Box Professional Plus vindt plaats via de RS485-interface op de Solar-Log™. De aansluitkabel tussen de Sensor Box Professional Plus en Solar-Log™ is 4-aderig en bevat de 12 V-voe- ding en de datakabel naar de Solar-Log™. De afscherming moet worden verbonden met een potentiaalver- effening.
  • Pagina 42 Zwart: GND 4 (Data -) Oranje: Data - B Inbedrijfstelling Als de Solar-Log™ wordt ingeschakeld, wordt automatisch ook de Sensor Box Professional Plus van stroom voorzien. Vervolgens moet de Sensor Box Professional Plus op de gewenste vrije RS485-interface worden geconfigureerd. •...
  • Pagina 43: Toonfrequentieontvanger

    Solar-Log™ geanalyseerd worden. Om ervoor te zorgen dat de Solar-Log™ PM+ de signalen van de toonfrequentieontvanger kan analyseren, moeten deze met de regelspanning (voor het werkelijke vermogen of blindvermogen) vanuit de "PM+"-in- terface worden bekabeld.
  • Pagina 44: Groot Display

    Toebehoren aansluiten De overige configuratie van het voedingsmanagement vindt plaats via de webinterface van de Solar-Log™ Configuratie | Voedingsmanagement Werkelijk vermogen | PM+ in het dialoogvenster via de functies Bediening op afstand Blindvermogen | Bediening op afstand | Verschuivingsfactor cos Phi .
  • Pagina 45 Overige informatie over de aansluiting stelt de fabrikant van het display beschikbaar. Impulsfactor De Solar-Log™ genereert standaard 1000 impulsen/kWh op de S0-uitgang. De impulsfactor moet afhan- Configuratie | Apparaten | Definitie | Groot Display kelijk van de installatiegrootte (kWp) onder...
  • Pagina 46: Externe Kwh-Meter

    Toebehoren aansluiten Aanwijzing De impulsfactor in de Solar-Log™ en het aangesloten apparaat moeten identiek zijn. 12.5 Externe kWh-meter Op iedere Solar-Log™ kunnen externe kWh-meters worden aangesloten via de S0-ingangen en/of via de RS485-bus. De Solar-Log™-apparaten beschikken over verschillende aantallen S0-ingangen: S0-ingangen Solar-Log™...
  • Pagina 47: Externe Kwh-Meters/Salderende Meters

    Toebehoren aansluiten Aanwijzing Verbruiksmeters kunnen aan installatiegroepen worden toegewezen. Configuratie | Voedings- De toewijzing is pas mogelijk als in het voedingsmanagement management een regeling met verrekening van het eigen verbruik is geactiveerd. Externe kWh-meters/Salderende meters Bij meerfasige meters wordt er in principe onderscheidt gemaakt tussen fasenauwkeurige en salderende meters.
  • Pagina 48: Bekabeling S0-Meter

    Algemene S0-meters kWh-meter Solar-Log™ Toewijzing Op de Solar-Log™ moet tussen pen 3 en pen 4 een kabelbrug worden geplaatst. De maximale kabellengte tussen de kWh-meter en de Solar-Log™ bedraagt 10 m. Bekabeling meter Inepro 75D via S0 Artikelnummer: 255420 Inepro 75D kWh-meter Solar-Log™...
  • Pagina 49 Inepro 1250D kWh-meter Solar-Log™ Toewijzing Pen 9 - S0+ Pen 8 - S0- Op de Solar-Log™ moet tussen pen 3 en pen 4 een kabelbrug worden geplaatst. Bekabeling meter Iskra WS0021 via S0 Artikelnummer: 255346 Iskra WS0021 kWh-meter Solar-Log™ Toewijzing...
  • Pagina 50: Bekabeling Rs485-Meter

    De gedetecteerde meter kan daarna onder Configuratie | Apparaten | Configuratie geconfigureerd worden. 12.7 Bekabeling RS485-meter De RS485-uitgang van de meter kan op iedere RS485-interface (A, B en C) van de Solar-Log™ worden aangesloten. Overzicht • 2-polige bekabeling •...
  • Pagina 51 Als het niet mogelijk is de PRG-toets, tijdens de volledige detectie ingedrukt te houden, adviseren wij na de installatie van de meter deze voorlopig met de Solar-Log™ te verbin- den met een korte kabel, om een detectie met ingedrukte PRG-toets uit te voeren.
  • Pagina 52 Dit adres mag daarom niet voor andere apparaten gebruikt worden. Na de configuratie wisselt de weergave van de Inepro-meter tussen de meterstand en de adresweergave (ID=EA); hieraan herkent u de correcte detectie door de Solar-Log™. Alle RS485-meters moeten tussen de twee gebruikte pennen met een weerstand van 120...
  • Pagina 53: Installatie Utility-Meter / Janitza Umg 104 (Alleen Solar-Log 1000 En 2000)

    Voor de andere functies is een stroom- en spanningsmeting nodig. De bekabeling van de Utility-meter met de Solar-Log™ is in het vorige hoofdstuk beschreven. Dit hoofdstuk beschrijft het aansluiten van de Utility-meter voor het meten in het laagspannings- en middenspanningsnet.
  • Pagina 54: Aansluiting Utility-Meter Op Het Elektriciteitsnet

    Toebehoren aansluiten Aansluiting Utility-meter op het elektriciteitsnet Afb.: Aansluitschema spanningsmeting in het laagspanningsnet met de Utility-meter Afb.: Aansluitschema spanningsmeting met meetomvormers (middenspanning) met Utility-meter...
  • Pagina 55: Afb.: Aansluitschema Stroommeting Utility-Meter Met Meetomvormers

    Toebehoren aansluiten Afb.: Aansluitschema stroommeting Utility-meter met meetomvormers Procedure • Voedingsspanning bij de Utility-meter aanleggen Aanwijzing Wij raden aan de aansluitleidingen voor de voedingsspanning met een zekering te bevei- ligen. Neem de aanwijzingen in de handleiding van de Janitza UMG 104.in acht. Aanwijzing Voedingsspanning die niet overeenkomt met de gegevens op het typeplaatje kan tot defecten en vernietiging van het apparaat leiden.
  • Pagina 56 Toebehoren aansluiten Aanwijzing De meetspanning moet effectief minstens 10V bedragen, anders kan er geen nauwkeu- rige meting worden uitgevoerd. • De Utility-meter met RS485-bus van de Solar-Log™ overeenkomstig het volgende schema aanslui- ten: Bekabeling Utility-meter Klemmenstrookstekker Klemmenstrook RS485 Solar-Log™ Utility -meter...
  • Pagina 57: Solar-Log™ Smart Relais Box

    Maximale stroombelasting: 0,5 A bij 120 V 0.25 A bij 240 V 1 A bij 30V 0,3 A bij 110V Procedure • Relaisbox met RS485-bus van de Solar-Log™ overeenkomstig het volgende schema aansluiten: Bekabeling Relaisbox Klemmenstrookstekker Klemmenstrook RS485 Solar-Log™ Relaisbox...
  • Pagina 58: Afb.: Schema Relaisuitgangen (Wisselcontact) Smart Relais Box

    Toebehoren aansluiten Aanwijzing De Solar-Log™ Smart Relais Box kan niet samen met omvormers op een RS485-interface worden aangesloten. De relaisbox heeft een exclusieve RS485-bus nodig. De combinatie met Utility-meters en sensoren is mogelijk. Aanwijzing De Solar-Log™ Smart Relais Box kan niet samen met PM+-pakketten op een Solar-Log™...
  • Pagina 59: Wemo Insight Switch

    WeMo zoeken in de WLAN van de mobiele telefoon. De app WeMo openen en de WeMo Insight Switch toewijzen aan de WLAN-net van de router De Solar-Log™ via de WEB-interface van de pc of de laptop oproepen onder Configuratie | Appara- ten | Definitie Via de +Plus-knop van de apparaatklasse "schakelaar"...
  • Pagina 60: Allnet-Netwerkcontactdozen

    10. Na het installeren van de netwerkcontactdoos de laptop/pc weer op de oorspronkelijke waarden (die u hebt genoteerd) zetten. Daarmee is de configuratie afgesloten. Aanwijzing Om een functionaliteit met de Solar-Log™ te waarborgen, moet de ALL3075v3 nog in de configuratie van de Allnet-contactdoos op extern worden gezet.
  • Pagina 61: Implementatie Van Het Allnet In De Solar-Log

    Toebehoren aansluiten Implementatie van het Allnet in de Solar-Log™ Om de Allnet met de Solar-Log™ te verbinden moet deze via de apparaatdetectie worden gedefinieerd. Configuratie | Apparaten | Definitie Hiervoor gaat u via de WEB-interface van de Solar-Log™ naar kiest u met het blauwe plus-symbool de apparaatklasse “Schakelaar” uit en vervolgens de fabrikant “All- net”...
  • Pagina 62: Overige Aansluitingen

    13 Overige aansluitingen 13.1 Alarmcontact (alleen Solar-Log 1000 en 2000) De Solar-Log 1000 en 2000 beschikken over een alarmcontact, dat geactiveerd wordt als de verbinding tussen de beide pennen wordt onderbroken. Deze functie kan voor verschillende toepassingen worden gebruikt: •...
  • Pagina 63: Relais (Alleen Solar-Log 1000, 1200 En 2000)

    Overige aansluitingen 13.2 Relais (alleen Solar-Log 1000, 1200 en 2000) De Solar-Log™ beschikt over een potentiaalvrij stuurrelais, dat in de volgende gevallen geactiveerd kan worden: • Alarmcontact geactiveerd • Werkelijke vermogensverlaging actief • voor de optimalisatie van het eigen verbruik Het relais mag met maximaal 24 VDC en 2 A / ohmse last worden belast.
  • Pagina 64: Usb

    Na het laden van de meldingen vindt de bevestiging automatisch plaats. 13.3 USB Solar-Log™ 300, 1000, 1200 en 2000 beschikken over een USB-aansluiting. Deze aansluiting is alleen voor USB-sticks geschikt, niet voor de aansluiting op de computer. Aanwijzing Als een USB-stick is aangebracht, maakt de Solar-Log™...
  • Pagina 65: Inbedrijfstelling

    Wij adviseren telkens de nieuwste versie van de internetbrowser "Mozilla Firefox", "Google Chrome", "Mi- crosoft Internet Explorer" of "Microsoft Edge" te gebruiken. Voor de bediening via de webbrowser is een netwerkverbinding tussen de pc en de Solar-Log™ vereist en de Solar-Log™ moet klaar voor gebruik zijn.
  • Pagina 66: Aanwijzingen Voor Het Aansluiten Via Het Powerline-Pakket

    De Solar-Log™ mag niet rechtstreeks op een TNV (Telecommunication Network Voltage) – circuit worden aangesloten. 14.2 Eerste inbedrijfstelling Solar-Log 200, 250 en 300 De volledige configuratie van de Solar-Log 200, 250 en 300 wordt via een aangesloten pc of een aange- sloten notebook uitgevoerd. Voorwaarden •...
  • Pagina 67: Beginconfiguratie Van De Solar-Log 200, 250 En 300 Uitvoeren

    14.3 Eerste inbedrijfstelling van de Solar-Log 1200 De eerste inbedrijfstelling van de Solar-Log 1200 kan via het touchdisplay of het browsermenu plaatsvin- den. Details over de configuratie van het apparaat vindt u in hoofdstuk „26.4.1 Beginconfiguratie (alleen Solar-Log 1200)“.
  • Pagina 68: Beginconfiguratie Van De Solar-Log 1200 Uitvoeren

    14.4 Eerste inbedrijfstelling Solar-Log 1000 en 2000 De eerste inbedrijfstelling van de Solar-Log 2000 vindt uitsluitend plaats via het browsermenu. Nadat alle apparaataansluitingen zijn aangebracht en de Solar-Log 2000 ook op de internetrouter is aangesloten. Alle instellingen die bij de eerste inbedrijfstelling zijn gemaakt, kunnen later worden gewijzigd.
  • Pagina 69: Beginconfiguratie Van De Solar-Log 2000 Uitvoeren

    Inbedrijfstelling 14.4.1 Beginconfiguratie van de Solar-Log 2000 uitvoeren De beginconfiguratie van de Solar-Log 2000 vindt via de webbrowser plaats. Procedure: • http://solar-log Voer in de adresregel van de webbrowser • De keuze van de weergavetaal wordt weergegeven • De gewenste...
  • Pagina 70: Configuratie Starten

    Inbedrijfstelling 14.5 Configuratie starten Om het hoofdmenu van de Solar-Log™ in de webbrowser op te roepen, hebt u de volgende mogelijkheden: URL-apparaten • Webbrowser starten • Voer in de adresregel http://solar-log in en druk op de ENTER-toets • Het hoofdmenu van het Solar-Log™ wordt weergegeven...
  • Pagina 71: Afb.: Typeplaatje Van Een Solar-Log

    Webbrowser starten • Voer in de adresregel http://solar-log-wxyz in en druk op de ENTER-toets, wxyz staat voor de laatste 4 cijfers van het serienummer van de Solar-Log™. Het serienummer staat op het typeplaatje. • Het hoofdmenu van het Solar-Log™ wordt weergegeven...
  • Pagina 72: Wachtwoord Invoeren

    Inbedrijfstelling Wachtwoord invoeren Is na de update naar firmware 3.5.3 nog geen wachtwoord ingevoerd, wordt op deze plaats het volgende venster met de desbetreffende veiligheidsinstructie weergegeven. Afb.: Pop-upvenster met veiligheidsinstructies Op deze plaats bestaat de mogelijkheid om via de knop “JA” in het dialoogvenster direct een gebruikers- wachtwoord te configureren.
  • Pagina 73 Inbedrijfstelling In het bereik “Browsertoegangsbeveiliging” kan het gebruikerswachtwoord geactiveerd en geconfigureerd worden. Na het configureren van het wachtwoord op “Opslaan” klikken. Om na een opgegeven wacht- woord met de configuratie verder te gaan, is het noodzakelijk om u via de knop Login (rechtsonder) onder gebruiker met het zojuist aangemaakte wachtwoord aan te melden.
  • Pagina 74: Bediening Van Het Browsermenu

    De onderdelen opbrengstgegevens en diagnose staan in de bedieningshandleiding van de betreffende modellen beschreven. Het browsermenu heeft verschillende menu's voor de bediening. Afb.: Opbouw hoofdmenu In de handleidingen van de Solar-Log™ wordt de volgende schrijfwijze beschreven voor de navigatie van een menu-onderdeel. Hoofdnavigatie | Linker navigatie | Tabblad Bijvoorbeeld:...
  • Pagina 75: Afb.: Bedieningselementen In Het Browsermenu

    Inbedrijfstelling Bedieningselementen In het browsermenu worden de volgende bedieningselementen gebruikt: Bedieningselementen in het browsermenu Bedieningselement Betekenis Tekstveld Tekstveld met onjuiste of verkeerde invoer Keuzemenu Selectbox Virtuele schakelaar gedeactiveerd en geacti- veerd Vraagteken biedt extra informatie Keuzeboxen Er kunnen meer objecten geselecteerd worden Bedieningsknoppen voor verschillende functies...
  • Pagina 76: Hoofdmenu

    Hoofdmenu 15 Hoofdmenu Het hoofdmenu is onderverdeeld in de volgende bereiken: • Configuratie • Analyse • Opbrengstgegevens bedieningshandleiding De bereiken diagnose en opbrengstgegevens worden in de beschreven.
  • Pagina 77: Menu Configuratie

    Aanwijzing Inmiddels worden omvormers, accusystemen en intelligente verbruikers via de netwer- kinterface aangesproken resp. bestuurd, daarom dient het netwerk constant (24/7) beschikbaar te zijn. Is de Solar-Log™ via een WLAN-verbinding geïmplementeerd, wordt aanbevolen een nachtuitschakeling van de WLAN-apparaten te deactiveren.
  • Pagina 78: Ethernet

    (DHCP), moet deze schakelaar worden. Dat is natuurlijk mogelijk als de Solar-Log™ op een internetrouter is aangesloten die de DHCP-functie mo- gelijk maakt. Nadat de functie geactiveerd is, probeert de Solar-Log™ via een internetrouter een IP-adres te laten toewijzen. Het zoekproces kan 60 seconden duren.
  • Pagina 79: Gprs (Alleen Solar-Log™ Gprs)

    DNS-server in het veld eronder worden ingevoerd. opslaan Na de invoer de gegevens 16.3 GPRS (alleen Solar-Log™ GPRS) Afb.: GPRS-instellingen In veel gevallen waarbij geen DSL- en geen telefoonaansluiting beschikbaar is, is verbinding met het inter- net alleen mogelijk via mobiele telefonie (GPRS). Dit is vaak de enige mogelijkheid om e-mails, SMS-berich- ten en gegevens voor de homepagina via het internet te versturen.
  • Pagina 80 Deze optie kan geactiveerd worden als een constante gegevensverzending is gewenst. Is deze optie geactiveerd, blijft het GPRS-modem continu met de ingestelde provider verbonden. Deze instelling wordt alleen aanbevolen voor vaste tarieven. Roaming toestaan Door de activering van de Roaming-functie kan de Solar-Log™ ook inbellen op andere mobiele telefoon- netwerken.
  • Pagina 81: Algemene Aanwijzingen Over Gprs-Apparaten

    Let op Verwijder de SIM-kaart alleen als de Solar-Log™ is uitgeschakeld. Het verwijderen van de SIM-kaart tijdens de normale werking kan een defect van de kaart veroorzaken. Is er corrosie op de contactvlakken van de SIM-kaart ontstaan, wijst dit op een niet IP20 conforme instal-...
  • Pagina 82: Wifi (Alleen Solar-Log Wifi)

    Menu Configuratie 16.4 WiFi (alleen Solar-Log WiFi) Afb.: WiFi-instellingen Als de Solar-Log™ in een draadloos netwerk geïntegreerd moet worden, bieden zich diverse Solar-Log WiFi-apparaten aan. Onderdeel Status WiFi activeren Met de schakelaar kunt u de WiFi-functie in- of uitschakelen. In het veld Status wordt de actuele status van deze functie weergegeven.
  • Pagina 83: Onderdeel Netwerkinstellingen

    Na beëindiging van het zoekproces kunt u onder SSID kiezen uit de gevonden draadloze netwerken. De Solar-Log™ stelt zich automatisch in op de in dit netwerk gebruikte versleuteling. Is de netwerknaam ver- borgen ("Verborgen SSID"), wordt het Access Point bij het zoeken naar netwerken niet weergegeven. In dit geval de netwerknaam en versleuteling invoeren.
  • Pagina 84: Proxy

    Configuratie | Systeem onder worden geactiveerd. De proxy-instellingen dienen ervoor om in de Solar-Log™ de gegevens van een tussengeschakelde server (proxyserver) te configureren. Proxyservers worden vooral in de netwerken van organisaties en onderne- mingen gebruikt. De overdracht van de gegevens heeft alleen betrekking op de FTP-overdracht Procedure •...
  • Pagina 85: Configuratie Internet

    E-mail • • Exporteren • Back-up 17.1 Type toegang Onder dit tabblad kan ingesteld worden met welk type toegang de Solar-Log™ verbinding met een portaal of server maakt. Procedure • Type van de internettoegang uitkiezen Keuzemogelijkheden: Netwerkrouter (DSL, Kabel, WiFi)
  • Pagina 86: Onderdeel Status En Test Solar-Log™ Web

    17.3 E-mail De instellingen bij dit onderdeel dienen voor de basisconfiguratie voor het verzenden van e-mails via de in de Solar-Log™ geïntegreerde Mailclient. De Solar-Log™ kan bij de volgende situaties e-mails verzenden: • overzicht dagopbrengst • storingen omvormers •...
  • Pagina 87: Afb: Voorbeeldconfiguratie Stattls Voor Het Verzenden Van Mail Bij Gmx

    Onderdeel Status & Test E-Mail Bij dit onderdeel kunnen de e-mailinstellingen worden getest en kan de informatie van de laatst verstuurde e-mail worden weergegeven. 17.4 Het SMS-programma van de Solar-Log™ verzendt op wens berichten met bepaalde inhoud: • overzicht dagopbrengst •...
  • Pagina 88: Exporteren

    FTP-server worden ingevoerd • Een FTP-map hoeft alleen dan aangegeven te worden, als de homepagina van de Solar-Log™ niet rechtstreeks in de hoofddirectory van de server aanwezig is. Anders het veld helemaal leeg laten. • exportinterval bepaalt hoe vaak de Solar-Log™...
  • Pagina 89: Configuratie Van De Aangesloten Apparaten

    Configuratie van de aangesloten apparaten 18 Configuratie van de aangesloten appara- Configuratie | Apparaten Onder het menu-onderdeel kunnen de op de Solar-Log™ aangesloten compo- nenten van de PV-installatie • gedefinieerd, • gedetecteerd en • geconfigureerd worden. Bij een nieuwe installatie adviseren wij de volgende handelwijze: •...
  • Pagina 90: Afb.: Componenten Toevoegen

    Let op: Het gebruik van verschillende fabrikanten op dezelfde seriële bus kan tot com- municatieproblemen leiden. Alleen de netwerkinterface (ethernet) mag meervoudig worden bezet overeenkomstig onze componentendatabase onder www.solar-log.com Is de keuze van de apparaatklasse correct ingevoerd met OK bevestigen. Overige aangesloten apparaat- klassen definiëren zoals beschreven.
  • Pagina 91: Afb.: Samenvatting Van De Geselecteerde Componenten

    • Sensor • Fabrikant In deze kolom wordt de fabrikant weergegeven. Bijvoorbeeld: • Janitza • Diehl AKO • • Solar-Log • Mencke&Tegtmeyer • Type In deze kolom worden de gedefinieerde typen weergegeven. Bijvoorbeeld: • EIA485 • Data1 • Smart Relais Station 3 x 3,5 kW •...
  • Pagina 92: Solar-Log™-Meter Definiëren (Alleen Solar-Log™-Meter)

    Zijn alle definities correct Aanwijzing Het cijfer achter de interface (bijv. x1) geeft de schakelbare apparaten op dit apparaat- type weer. 18.2 Solar-Log™-meter defi niëren (alleen Solar-Log™-meter) Configuratie | Apparaten | Definitie Bij deze uitvoeringsvariant wordt onder het aanvullende tabblad Meter weergegeven.
  • Pagina 93: Onderdeel Ingangsdefinities

    Solar-Log™ gemiddeld worden of • in het veld Referentiespanning [V] worden ingevoerd. Ontvangt de Solar-Log™ geen spanningswaarden van de omvormers (bijv. 's nachts), wordt teruggegrepen op een berekende gemiddelde waarde. Altijd de ingevoerde spanning gebruiken...
  • Pagina 94: Apparaatdetectie

    In het kader van de apparaatdetectie worden alle onder "Definitie apparaat" vooraf gedefinieerde compo- nenten op de interfaces van de Solar-Log™ gezocht en gedetecteerd. In het kader van de apparaatdetectie worden de interne gegevensstructuren van de Solar-Log™ voor dit apparaat voorbereid.
  • Pagina 95: Configuratie Apparaat

    Configuratie van de aangesloten apparaten 18.4 Configuratie apparaat Na een succesvolle uitgevoerde apparaatdetectie moeten nu de gedetecteerde apparaten in het menu Configuratie | Apparaten | Configuratie gedefinieerd worden. Afhankelijk van het apparaat moeten er verschillende instellingen worden uitgevoerd. Procedure: • Bij het onderdeel Configuratie apparaat dient het te configureren apparaat met het selectievakje geselecteerd te worden •...
  • Pagina 96: Kwh-Meter Configureren

    Configuratie van de aangesloten apparaten • generatorvermogen tracker Als de omvormer meerdere MPP-trackers heeft, moet het voor iedere worden aangegeven • In het veld Omschrijving kan aan iedere generator/MPP-tracker een individuele beschrijving wor- den toegewezen • Instellingen OPSLAAN 18.4.2 kWh-meter confi gureren Bij de configuratie van een kWh-meter moet deze aan een bedrijfsmodus worden toegewezen.
  • Pagina 97: Sensoren Configureren

    Configuratie van de aangesloten apparaten 18.4.3 Sensoren confi gureren Onder Sensoren bevat de configuratie alleen de activering van andere sensoren. Procedure: • buitentemperatuur wind activeren Onder de schakelaar sensor en/of sensor • onder omstandigheden een toewijzing naar het zonnepanelenveld uitvoeren •...
  • Pagina 98: Ego-Smartheater Configureren

    Voorbeeld: Is de waarde van de draaiknop op 40°C ingesteld en die van de Solar-Log™ op 60°C, dan wordt de instel- ling van de Solar-Log™ genegeerd en de waarde van de draaiknop overgenomen. Om ervoor te zorgen dat de besturing van de Solar-Log™...
  • Pagina 99: Idm-Warmtepompen Configureren

    Configuratie van de aangesloten apparaten 18.4.6 IDM-warmtepompen confi gureren Onder apparaatconfiguratie kan de IDM-warmtepomp per dropdown-menu geselecteerd en overeenkom- stig geconfigureerd worden. Procedure: • Via apparaten per dropdown-menu de IDM-warmtepomp selecteren. • Onder Meterconfiguratie de bedrijfsmodus selecteren. • Configuratie uitvoeren •...
  • Pagina 100: Keba-Stroomlaadstation Configureren

    • Laadstroombegrenzing in dit bereik zijn er verschillende keuzemogelijkheden: • Geen besturing - De Solar-Log™ registreert alleen de gegevens van de lading, er vindt geen aansturing via de Solar-Log™ plaats. • Overschot- Het voertuig wordt alleen geladen als toereikende PV-stroom voor het laadpro- ces ter beschikking staat.
  • Pagina 101: Zonnepanelenvelden

    Configuratie van de aangesloten apparaten 18.4.8 Zonnepanelenvelden Iedere aangesloten MPP-tracker moet aan een zonnepanelenveld worden toegewezen. Zonnepanelenvel- den ontstaan door hetzelfde type zonnepaneel, helling van het paneel en de uitlijning van het paneel. Als binnen een installatie alle modules van hetzelfde type zijn en dezelfde uitlijning hebben, wordt er slechts een enkel panelenveld gedefinieerd, bijv.
  • Pagina 102: Accu

    Configuratie van de aangesloten apparaten 18.6 Accu Onder het menu-onderdeel Accu (verschijnt alleen bij aangesloten accu) kunnen de volgende configu- raties van de aangesloten accu worden uitgevoerd. • Grootte van de accu In dit veld wordt de grootte van de accu in Wh ingevoerd. •...
  • Pagina 103: Configuratie Van De Installatiegegevens

    In het bereik Informatie installatie moet alle algemene informatie over de PV-installatie worden opgesla- gen. Dit tabblad wordt alleen bij een geactiveerde Export en Back-up weergegeven. Als de Solar-Log™ WEB "Commercial Edition" of de Solar-Log™ WEB Classic 2nd Edition wordt gebruikt, moeten deze waar- den in het portaal worden ingevoerd.
  • Pagina 104: Installatiegroepen

    Configuratie van de installatiegegevens 19.2 Installatiegroepen Aangezien de Solar-Log™ tot max. 100 omvormers tegelijk kan beheren, is het zinvol deze in groepen te verdelen. Deze installatiegroepen blijven voor een beter overzicht in alle keuzevensters behouden. Iedere installatiegroep kan bovendien op een eigen groot display worden weergegeven en met eigen verbruiks- meters worden gecombineerd.
  • Pagina 105: Grafiek

    In het bereik Grafiek kan de schaalverdeling van de grafiek voor de afzonderlijke apparaten worden aange- past. Normaal gesproken hoeft hier niets te worden gewijzigd, omdat de Solar-Log™ bij de invoer van het generatorvermogen de waarden automatisch berekent. De waarden kunnen op eigen gegevens worden aangepast.
  • Pagina 106: Vergoeding Definiëren

    (eigen stroomverbruik). Voor het eigen verbruik wordt overeenkomstig de productie- overeenkomst resp. overeenkomstig de EG een bonus betaald. Economisch vloeit hieruit een interessant voordeel voor het eigen verbruik. Om deze functie te kunnen omzetten heeft de Solar-Log™ een extra verbruiksmeter nodig.
  • Pagina 107: Afb.: Vergoeding - Tariefinstellingen

    Economisch ontstaat er een voordeel als de productiekosten voor de eigen stroom lager zijn dan de van het energiebedrijf aangekochte stroom. Om deze functie te kunnen omzetten heeft de Solar-Log™ een extra verbruiksmeter nodig. In deze toepas- sing moet de stroomprijs onder een afzonderlijk tabblad worden gedefinieerd, de productievergoeding moet met 0 worden gedefinieerd.
  • Pagina 108 Configuratie van de installatiegegevens In de afbeelding "Vergoeding - Tariefinstellingen" worden aan de hand van het marktintegratiemodel 90/10 de volgende voorbeeldinstellingen weergegeven: • Datum (vanaf welk tijdstip de verrekening plaatsvindt). • Bedrag (het bedrag dat voor het aandeel van 90% is vastgelegd). •...
  • Pagina 109: Berichten Instellen

    • afwijking van de nominale vermogens E-mail In het tekstveld kunnen de e-mailadressen worden ingevoerd. De Solar-Log™ verstuurt dan alle e-mailbe- richten naar dit e-mailadres. SMS (alleen bij GPRS) In het tekstveld kan een mobiel telefoonnummer worden ingevoerd. Naar dit mobiele telefoonnummer...
  • Pagina 110: Apparaatmeldingen

    Berichten instellen 20.2 Apparaatmeldingen De Solar-Log™ kan als een bepaalde status- of foutcode zich voordoet, bewerkstelligen dat er een bericht per e-mail of SMS wordt verzonden. De Solar-Log™ leest de foutmeldingen van de aangesloten omvormers uit. Daardoor kunnen afhankelijk van de aangebrachte omvormers verschillende status- en foutcodes worden weergegeven.
  • Pagina 111: Onderdeel Filter Voor Status- En Foutcodes

    Berichten instellen Onderdeel filter voor status- en foutcodes Vooraf is ingesteld dat alle foutcodes gemeld worden. Bij dit onderdeel kunnen afzonderlijke beperkingen voor het verzenden van berichtgevingen geconfigureerd worden. Met deze functie kunnen status- en foutmeldingen die geen invloed op de werking van de omvormer heb- ben eruit gefilterd worden.
  • Pagina 112: Afb.: Configuratievoorbeeld: Status- En Foutcodes Filteren

    Berichten instellen Dezelfde instellingen voor meerdere resp. alle apparaten hebben zin, als de betreffende apparaten ook over dezelfde status- en foutcodes beschikken. Configuratievoorbeeld Het zou tot de statuscodes 1-8, 12-15 voor de berichten per e-mailen en 16-31 per relais moeten leiden. De foutcodes 0-30 moeten tot SMS-berichten leiden.
  • Pagina 113: Alarm (Alleen Solar-Log 1000 En 2000)

    Berichten instellen 20.4 Alarm (alleen Solar-Log 1000 en 2000) De Solar-Log™ bewaakt voortdurend zijn interne alarmcontact. Zodra dit contact onderbroken wordt, gaat Alarm er een alarm af die op verschillende manieren gemeld kan worden. Onder het tabblad kan het alarm- contact worden geactiveerd en de verschillende vormen van berichtgeving worden geconfigureerd.
  • Pagina 114 Berichten instellen • Afwijking in procenten invoeren • Storingsduur in intervallen invoeren De storingsduur geeft aan hoelang er ononderbroken van een storing sprake moet zijn om de storing als zodanig te onderkennen. De minimale storingsduur is 5 minuten, maar er dient een langere tijd te worden ingesteld.
  • Pagina 115: Berichtgeving Bij Vermogensvermindering

    Berichten instellen OPSLAAN VAN MEERDERE Door het indrukken van deze knop wordt een keuzevenster geopend, via welke de andere apparaten door aanvinken toegevoegd kunnen worden. ALLES OPSLAAN Door het indrukken van deze knop worden de uitgevoerde instellingen voor alle gedetecteerde apparaten opgeslagen.
  • Pagina 116: Gegevens Bewerken

    21.1 Beginstand Met deze functie kan een beginstand al van handmatig geregistreerde daggegevens in de Solar-Log™ geïmporteerd worden. Dit is altijd zinvol als er achteraf zeer veel gegevens moeten worden geregistreerd, iets wat met de functie "Correctie data" te lang zou gaan duren.
  • Pagina 117: Gegevenscorrectie

    Daggegevens importeren Maand-/jaargegevens bepalen Nieuw starten • Solar-Log™ start opnieuw op • De geïmporteerde gegevens kunnen alleen onder opbrengstgegevens worden gecontroleerd 21.2 Gegevenscorrectie Hier bestaat de mogelijkheid om voor willekeurige dagen achteraf een correctie uit te voeren of het dagto- taal opnieuw in te voeren.
  • Pagina 118: Onderdeel Systeeminstellingen Op De Harde Schijf Opslaan

    • Opslaan kiezen • Het bestand wordt in de geselecteerde map opgeslagen. Onderdeel Systeeminstellingen op de USB opslaan Met deze functie kan een configuratiebestand op de in de Solar-Log™ gestoken USB-stick worden opgesla- gen. Procedure • Tik op OPSLAAN •...
  • Pagina 119: Back-Up

    Back-up op de harde schijf opslaan • Back-up op de USB opslaan • Back-up van de USB herstellen Onderdeel Back-up van de harde schijf laden Met deze functie kan een back-up met de bestandsnaam "solarlog_backup.dat" in de Solar-Log™ worden geladen. Procedure • klik op UPLOADEN •...
  • Pagina 120: Onderdeel Back-Up Op De Harde Schijf Opslaan

    • Opslaan kiezen • Het bestand wordt in de geselecteerde map opgeslagen Onderdeel Back-up op USB opslaan Met deze functie kan een back-up op de in de Solar-Log™ gestoken USB-stick in de map/back-up worden opgeslagen. Procedure • Tik op OPSLAAN •...
  • Pagina 121: Onderdeel Back-Up Van De Usb Herstellen

    Gegevens bewerken Onderdeel Back-up van de USB herstellen Met deze functie kan een back-up met de bestandsnaam "solarlog_backup.dat" van een in de Solar-Log™ gestoken USB-stick worden geladen. Procedure • Klik op HERSTELLEN • Op de ingestoken USB-stick wordt na een configuratiebestand gezocht In de eerste stap wordt in de hoofdmap van de USB-stick naar solarlog_config.dat gezocht, in de...
  • Pagina 122: Onderdeel Configuratie Omvormer Terugzetten

    Aanwijzing Om alle instellingen, inclusief de netwerkinstellingen bij Solar-Log™-apparaten zonder display (Solar-Log 200, 250 en 300) te wissen, moet de resetknop op het apparaat wor- den ingedrukt. De Solar-Log™ wordt hierbij op IP automatisch toewijzen gezet. (DHCP) => Alleen met router of switch.
  • Pagina 123: Systeem Configureren

    Vergrendelde door aanvinken • Instellingen OPSLAAN Onderdeel Browsertoegangsbeveiliging Bij dit onderdeel kan de toegang tot de volgende bereiken van de browsermenu's van de Solar-Log™ door een wachtwoordbeveiliging worden beperkt: • Gebruiker Algemene toegang tot het Browsermenu • Installateurs...
  • Pagina 124: Taal//Land/Tijd

    22.2 Taal//Land/Tijd Configuratie | Systeem | Taal/Land/Tijd Onder het tabblad kunnen de volgende instellingen worden uitgevoerd: • Systeemtaal van de Solar-Log™ • Land van de toepassing van de Solar-Log™ • Systeemtijd van de Solar-Log™ • Tijdsynchronisatie Onderdeel Taal Procedure •...
  • Pagina 125: Afb.: Configuratie Van De Tijd Van De Solar-Log

    Systeem configureren Onderdeel Tijd De Solar-Log™ beschikt over een geïntegreerde realtimeklok, die ook bij stroomuitval of scheiding van het lichtnet nog lang (50 dagen) de tijd blijft weergeven. De tijd wordt af-fabriek ingesteld, maar kan door langere opslag verloren gaan.
  • Pagina 126: Onderdeel Automatische Tijdsynchronisatie

    Voor de automatische tijdsynchronisatie maakt de Solar-Log™ contact met een NTP-server en synchroni- seert zijn systeemtijd voortdurend met de tijd van de NTP-server. Is de Solar-Log™ met een router met het internet verbonden, vindt de synchronisatie 's nachts plaats. Bij GPRS wordt de tijd in het kader van de gegevensoverdracht gesynchroniseerd.
  • Pagina 127: Licenties

    Bovendien kan bij een gedeactiveerde slideshow een startbeeldscherm worden vastgelegd 22.4 Licenties Bepaalde functies in de Solar-Log™ moeten met een licentiecode worden geactiveerd. Bij het activeren van een bepaalde functie krijgt u een licentiecertificaat. De licenties zijn altijd aan het serienummer van de betreffende Solar-log™...
  • Pagina 128: Onderdeel Internet Op Update Controleren

    Onderdeel Internet op update controleren Met deze functie maakt de Solar-Log™ contact met de firmwareserver van Solare Datensysteme GmbH en controleert of er een nieuwe versie beschikbaar is en biedt deze ter installatie aan. Onderdeel USB op update controleren Met deze functie controleert de Solar-Log™...
  • Pagina 129: Onderdeel Automatische Firmware-Updates

    Systeem configureren Onderdeel Automatische firmware-updates Met deze functie controleert de Solar-Log™ continu of op de firmwareserver een nieuwe versie beschikbaar is en laadt deze update automatisch en installeert deze firmware 's avonds. Aanwijzing Door de activering van deze functie geeft u Solare Datensysteme GmbH toestemming automatische kleine updates te laden.
  • Pagina 130: Smart Energy

    Hier staan de volgende fabrikanten ter beschikking: • Allnet • Belkin • Gude • Solar-Log • Aansluitend moet het Type worden gedefinieerd. Hier kunnen, afhankelijk van de gekozen fabri- kant, alle modellen worden geselecteerd die ondersteund worden. • Allnet: •...
  • Pagina 131: Smart Energy-Schakelgroepen

    In dit bereik kunnen de schakelcontacten voor de schakelgroepen worden toegevoegd, en nieuwe schakelgroepen aangemaakt en geconfigureerd worden. De schakelcontacten in schakelgroepen worden door de Solar-Log™ actief geschakeld. Niet toegewezen contacten daarentegen worden alleen geregistreerd, voor zover waarden kunnen worden uitgelezen (afhankelijk van de hardware).
  • Pagina 132: Schakelgroepen Maken

    Smart Energy 23.2.1 Schakelgroepen maken Om een schakelgroep te maken zijn er twee verschillende varianten: De eerste variant: • Klik met de linkermuisknop in het veld "Schakelcontact met Drag & Drop hier afleggen" Tweede variant: • Met Drag & Drop een gedefinieerde schakelaar uit het bereik hardware naar het veld "Schakelcon- tact per Drag &...
  • Pagina 133: Verklaring

    Door op het symbool te klikken worden alle gegevens uit de hardware-omgeving, die door de Solar-Log™ worden uitgelezen en geregistreerd alsmede de ingestelde toestand, weer- gegeven. Schakeltoestanden / Kleurdefinitie De schakeltoestand van ieder contact wordt met de volgende symbolen aangegeven:...
  • Pagina 134: Definitie Schakelaars

    Smart Energy Ingestelde toestand: De schakelaar kan niet worden uitgelezen, de schakelaar is echter Geen aan geen groep toegewezen Werkelijke toestand: => Geen ingestelde toestand Alles Ok Ingestelde toestand: De schakelaar kan niet worden uitgelezen, de schakelaar is echter Geen aan geen groep toegewezen Werkelijke toestand: =>...
  • Pagina 135: Schakelgroepen Configureren

    Smart Energy 23.2.2 Schakelgroepen configureren De configuratie van de schakelgroep vindt via het symbool plaats. Via het symbool wordt het volgende venster opgeroepen: Afb.: Configuratievenster Besturingslogica Het configuratiebereik is in twee delen verdeeld. In het bovenste bereik bevinden zich de volgende ven- sters: •...
  • Pagina 136 Smart Energy • Overschotmatrix • Overschotvisualisatie: Overschotregeling: In het bereik Overschotregeling kan onder de volgende verbruiksbepalingen worden gekozen: • Geconfigureerd nominaal vermogen: Het verbruik wordt uit het voor de contacten geconfigureerd nominaal vermogen en de schakel- toestand berekend. Het nominale vermogen kan onder Configuratie | Apparaten | Configuratie wor- den geconfigureerd.
  • Pagina 137 Smart Energy activeerd, ook als de minimum-/maximumtemperatuur nog niet is bereikt. • Minimum-/maximumtemperatuur (C°) (afhankelijk van de keuze "Inschakelen als de temperatuur (C°) groter of kleiner"): Geldt zowel als de verbruiker door overschot alsmede door de temperatuur is geactiveerd. Overschot- en tijdgestuurd: De keuze van de verbruiksbepalingen is identiek aan die van de overschotregeling.
  • Pagina 138 Aanwijzing Deze functie dient slechts voor de visualisatie, er mogen geen lasten worden geschakeld omdat de Solar-Log™ anders verkeerde berekeningen uitvoert wat tot foutieve schakel- processen leidt. Opbrengst Met de vermogensvisualisatie kan voor ieder aan de groep toegewezen contact (1-8) een eigen vermo- gensinschakeldrempel worden geconfigureerd.
  • Pagina 139 Smart Energy Apparaatspecifiek Onder de categorie Apparaatspecifiek kunnen de volgende typen worden geconfigureerd: • Warmtepomp met EVU-blokkeersignaal • Vaillant warmtepomp met EVU-blokkeersignaal • Verwarmingselement 3-niveaus, digitaal Warmtepomp met EVU-blokkeersignaal: Warmtepompen kunnen over een regelingang voor een EVU-blokkeersignaal beschikken. Met deze ingang kunnen de warmtepompen van netexploitanten via toonfrequentieontvangers op bepaalde tijdstippen worden vrijgegeven.
  • Pagina 140: Algemene Informatie Over De Drempelwaarden

    Om met het huidige vermogen van de verbruiker te re- kenen zou derhalve uit oogpunt van de regeling problematisch zijn. Daardoor berekent de Solar-Log™ via de totale schakelduur met de configureerbare waarde het nominale vermogen (maximale AC-vermogen),...
  • Pagina 141: Smart Energy-Overschotbeheer

    Smart Energy 23.3 Smart Energy-overschotbeheer Het overschotbeheer is in twee bereiken onderverdeeld: • Instellingen • Overschotprioriteit (zie afbeelding: "Overschotbeheer") Afb.: Overschotbeheer Instellingen In het bereik kunnen de volgende waarden worden gedefinieerd: • Meetwaarden voor de besturing • Overschotoffset (%) Meetwaarden voor de besturing Onder kan uit de volgende waarden voor de besturing worden gekozen: •...
  • Pagina 142 Smart Energy Overschotoffset (%): In dit veld kan worden gedefinieerd welk nominaal systeemvermogen aan het net wordt toegevoegd en welk vermogen aan de overschotregeling van de Smart Energy-logica's toegevoegd moet worden. Bij een geactiveerde vermogensvermindering moet een sensor geïnstalleerd zijn om de theoretisch be- schikbare opbrengst te kunnen bepalen.
  • Pagina 143: Voedingsmanagement

    Deze waarde wordt door de netexploitant aangegeven. Normaliter komt de netspan- ning op het middenspanningsniveau overeen met 20.000 V. • De in te voeren referentiespanning is afhankelijk van de gebruikte meetpen. Bij de Solar-Log™ Utility-meter is het werkelijke vermogen voor de middenspanningsmeting 100,0 V. Instelling UC en UNS...
  • Pagina 144: Wachtwoorden Installatie

    Voedingsmanagement Wachtwoorden installatie Configuratie | Voedingsmanagement | Installatieparameter | Wachtwoord installatie Onder kunnen aanmeldingsgegevens voor de omvormers worden vastgelegd, voor zover de geconfigureerde apparaten deze ondersteunen of nodig hebben. • Wachtwoord omvormer Wachtwoord installatie, voor zover dit voor de vraag van de omvormers nodig is. •...
  • Pagina 145: Nuttig Vermogen

    Onderdeel Interfacetoewijzigingen In dit bereik worden de omvormers met de interfaces waarmee ze op de Solar-Log™ zijn aangesloten weer- gegeven. Kies de te regelen omvormers uit en activeer deze. Onderdeel LCD-weergave Onder LCD-weergave kunt u definiëren welke waarde via het LCD-display weergegeven moet worden.
  • Pagina 146: Onderdeel Dynamische Besturing Bij Verschillende Uitlijningen Van Het Paneel

    Welk type toonfrequentieontvanger resp. externe techniek gebruikt wordt, is afhankelijk van de netex- ploitant. De door de netexploitant uitgestuurde stuursignalen worden door toonfrequentieontvangers in potentiaalvrije signaalcontacten omgezet en kunnen via de digitale "PM+"-interface van het Solar-Log™ PM+ model geëvalueerd worden.
  • Pagina 147: Onderdeel Kanaalinstellingen Voor Vermogensvermindering

    De toonfrequentieontvangers beschikken normaliter over 2 tot 5 relais. De toewijzing van de afzonderlijke relaistoestanden aan bepaalde verlagingsniveaus wordt door de desbetreffende netexploitant aangegeven en aan de hand van deze matrix in de Solar-Log™ geïmplementeerd. U kunt de aangesloten omvormers op de aangegeven verlagingsniveaus afstellen.
  • Pagina 148 Overige opties: Relais sluiten bij niveau 4 (alleen Solar-Log 1200 PM+ en 2000 PM+) Door de keuze van deze functie wordt het potentiaalvrije stuurrelais van de Solar-Log 2000 PM+ bij een actief niveau 4 gesloten. • Het relais mag met maximaal 24 V DC en 5A worden belast.
  • Pagina 149: Afstandgestuurde Werkelijke Vermogensvermindering Met Verrekening Van Het Eigen Verbruik

    Aanwijzing Om deze functie te realiseren, moet de Solar-Log PM+ op een verbruiksmeter worden aangesloten. Neem de aanwijzingen in hoofdstuk 12.5 op pagina 46 in acht. De configuratie van deze functie komt overeen met de reeds beschreven configuratie van de afstandge- stuurde werkelijke vermogensvermindering.
  • Pagina 150: 70% Vaste Afstelling Met Verrekening Van Het Eigen Verbruik

    AC-vermogen 10 kW 70% van het DC-vermogen komt overeen met 8,4kW Daardoor wordt de via de Solar-Log™ gestuurde omvormer op 84% (8,4kW) en niet op 70% (7kW) afge- steld. 24.2.5 70% vaste afstelling met verrekening van het eigen verbruik Deze functie is een uitbreiding van de in het vorige hoofdstuk beschreven functie "70% vaste regeling".
  • Pagina 151: Instelbare Vaste Instelling

    Met deze functie kan de maximale teruglevering aan het net worden ingesteld. Door het vrij te configu- reren percentage kan de afregeling op X% van het aangesloten generatorvermogen ingesteld worden. De Solar-Log™ regelt de aangesloten omvormer alleen af als de teruglevering aan het net de vastgelegde bovengrens overschrijdt.
  • Pagina 152: Vaste Afregeling In Watt

    Met deze functie kan de maximale teruglevering aan het net worden ingesteld. Door het vrij configureerba- re elektrisch vermogen (W), kan de afregeling op X(watt) van het aangesloten generatorvermogen worden ingesteld. De Solar-Log™ regelt de aangesloten omvormer alleen af als de teruglevering aan het net de vastgelegde bovengrens overschrijdt.
  • Pagina 153: Blindvermogen

    De energieleveranciers definiëren uw eisen vanuit hun oogpunt. PV-installaties worden meestal in het verbruiksrichtingspijlsysteem (met negatieve onttrekking) gedefinieerd. Onderdeel Interfacetoewijzigingen In dit bereik worden de omvormers met de interfaces waarmee ze op de Solar-Log™ zijn aangesloten weer- gegeven. Kies de te regelen omvormers uit en activeer deze.
  • Pagina 154: Vast Blindvermogen In Var

    Voedingsmanagement dingspunt plaatsvinden. Procedure: • Type vaste verschuivingsfactor cos (Phi) kiezen • te regelen interfacetoewijzing activeren • Tijd Kolom vanaf invoeren • cos (Phi) voor deze tijd invoeren • Zet een vinkje voor Inductief/onderbekrachtigd cos (Phi) • en eventuele overige tijden en bijbehorende cos (Phi) •...
  • Pagina 155: Variabele Verschuivingsfactor Cos (Phi) Lijn P/Pn

    Deze functie wordt in de literatuur ook als cos Phi (P) aangeduid. Het huidige gegenereerde vermogen P wordt door de Solar-Log™ op basis van de gegevens van de omvormers berekend. Is een Utility-meter met vermogensmeting aanwezig, wordt in plaats hiervan deze vermogenswaarde gebruikt.
  • Pagina 156: Variabel Blindvermogen Via Lijn Q(U)

    Solar-Log™. De meetwaarden kunnen aan de laagspanningszijde of de middenspanningszijde worden vastgelegd (desbetreffende omvormers en de configuratie vereist). Aan de hand van de vastgelegde lijn berekent de Solar-Log™ continu het beschikbaar te stellen blindver- mogen en stelt de aangesloten omvormers overeenkomstig af.
  • Pagina 157 Voedingsmanagement Procedure • Variabel blindvermogen via lijn Q(U) Type selecteren • te regelen interfacetoewijzing activeren • 2-punts-karakteristiekcurve selecteren. • In de configuratiematrix de lijnpunten A en B aan de hand van de velden U/Uc, Q/SAmax en het definiëren. vinkje voor inductief •...
  • Pagina 158: Afstandgestuurde Verschuivingsfactor Cos (Phi) (Alleen Solar-Log™ Pm+)

    Onderdeel Kanaalinstellingen voor vermogensvermindering De relaisuitgangen van de toonfrequentieontvanger worden aangesloten op de "PM+"-ingang van de Solar-Log PM+. Daardoor kunnen de signalen van de netexploitant van de Solar-Log™ geëvalueerd worden. Afb.: Schematische weergave van een toonfrequentieontvanger met vier relais. Deze relais zijn voor de regeling van het blindvermogen bedraad met de "PM+"-interface Aanwijzing De functie van de "PM+"-interface is alleen beschikbaar als de contacten van de toon-...
  • Pagina 159: Afb.: Kanaalinstellingen Voor Op Afstand Geregelde Cos (Phi)

    De toonfrequentieontvangers beschikken normaliter over 2 tot 5 relais. De toewijzing van de afzonderlijke relaistoestanden aan een bepaalde verschuivingsfactor wordt door de desbetreffende netexploitant aan- gegeven en aan de hand van deze matrix in de Solar-Log™ geïmplementeerd. Daardoor kunnen de aange- sloten omvormers op basis van de aangegeven verschuivingsfactoren worden afgesteld.
  • Pagina 160 Als de omschakeling wordt geactiveerd, wordt de configuratiepagina opnieuw opgebouwd. De desbetref- fende lijnen moeten gedefinieerd worden. De instelling van de lijnen komen overeen met procedure die beschreven is de „24.1.5 Variabel blindvermogen via lijn Q(U) (alleen Solar-Log 2000 met Utility-meter)“ op pagina 156.
  • Pagina 161: Netwerk (Alleen Solar-Log 1000 En 2000)

    Voedingsmanagement 24.4 Netwerk (alleen Solar-Log 1000 en 2000) De functie Netwerk kan worden toegepast als de interfaces van een Solar-Log™ niet toereikend zijn of de kabellengtes tussen de Solar-Log™ en de verschillende omvormers de specificaties van de RS485 over- schrijden.
  • Pagina 162: Profiel

    Voedingsmanagement 24.5 Profiel In het bereik voedingsmanagement worden met het product Solar-Log™ "PM+"-pakketten zogenaamde "PM+"-profielen uitgestuurd. Deze profielen bevatten vooraf geconfigureerde instellingen voor het bereik voedingsmanagement en activeren de I/O-boxen van het "PM+"-pakket. De profielen worden in het gegevensformaat config_pmprofil_NameNetzbetreiber.dat opgemaakt.
  • Pagina 163 Voedingsmanagement Aanwijzing actuele profiel Moet een nieuw "PM+"-profiel worden geladen, moet het eerst worden teruggezet Aanwijzing Voor de installatie van het "PM+"-pakket is bij de levering een speciale EVU-specifieke installatiehandleiding bijgevoegd.
  • Pagina 164: Direct Marketing

    Voor een eenvoudige en veilige communicatie tussen de rechtstreeks in de handel ge- brachte en de externe PV-installaties wordt nu met de firmware 3.3.0 de te licenseren interface (Modbus TCP DPM) geïmplementeerd. De Solar-Log™ met de actuele firmware 3.3.0 vervult zodoende aan de voorwaarde om de managementpremie voor externe installatie te ontvangen.
  • Pagina 165 Direct marketing Via een overeenkomstige licentiesleutel bieden wij verschillende licentiemodellen aan. De volgende licentiemodellen zijn verkrijgbaar: • Installatiegrootte tot 100 kWp • Installatiegrootte tot 500 kWp • Installatiegrootte tot 1 MWp • Installatiegrootte tot 2 MWp • Installatiegrootte tot 5 MWp •...
  • Pagina 166: Configureren Op Het Apparaat

    Configureren op het apparaat (Solar-Log 1200 en 2000) 26 Configureren op het apparaat (Solar-Log 1200 en 2000) Het display van de Solar-Log 1200 en 2000 is een touchscreendisplay. De bediening vindt plaats door het aantikken van een bedieningselement met de vinger of een invoerstift. 26.1 Menustructuur Display...
  • Pagina 167: Bedieningselementen Op Het Display

    Configureren op het apparaat (Solar-Log 1200 en 2000) 26.2 Bedieningselementen op het display Door op de symbolen aan de rechterkant van het beeldscherm te tikken komt u bij de submenu's terecht. Door in het linker bovenbereik van de datum en tijd te tikken komt u altijd in de vermogensweergave van de huidige dag terecht.
  • Pagina 168: Beginconfiguratie (Alleen Solar-Log 1200)

    Start | Beginconfiguratie opnieuw worden opgeroepen. Procedure: • Na de start van de Solar-Log 1200 volgt de keuze van de systeemtaal Afb.: Display: Taalkeuze beginconfiguratie • In de tweede stap moet het IP-adres van de Solar-Log™ worden ingevoerd Als alternatief kan het automatisch IP-adres ook worden geselecteerd via een DHCP-router.
  • Pagina 169: Afb.: Beginconfiguratie - Apparaatkeuze

    Configureren op het apparaat (Solar-Log 1200 en 2000) In de volgende stap kunnen de op de interfaces aangesloten apparaatklassen geselecteerd worden. • Ga naar toevoegen (zie afbeelding "Beginconfiguratie - Apparaatkeuze") • In het volgende venster kiest u het apparaat of de fabrikant (zie afbeelding "Definitie apparaatklas- sen")
  • Pagina 170: Apparaatklasse Kiezen Aan De Hand Van Een Voorbeeld

    Configureren op het apparaat (Solar-Log 1200 en 2000) Aanwijzing Bij de definitie van de interfaces dient met name gelet te worden dat er geen verschil- lende fabrikanten op dezelfde bus worden aangesloten, omdat dit tot communicatiepro- blemen kan leiden. Apparaatklasse kiezen aan de hand van een voorbeeld...
  • Pagina 171: Afb. Vraag Naar Aangesloten Communicatiepakket

    Configureren op het apparaat (Solar-Log 1200 en 2000) • De vraag naar een eventueel aangesloten communicatiepakket bevestigen Afb. Vraag naar aangesloten communicatiepakket • Baudrate configureren Afb.: Baudrate configureren • Na het afsluiten van de definitie van het apparaat naar opslaan gaan...
  • Pagina 172: Apparaatdetectie (Alleen Solar-Log 1200)

    • Open deze functie via Configuratie | Start | Apparaatdetectie • Er wordt op alle interfaces van de Solar-Log™ naar de in de beginconfiguratie ingevoerde onderde- len gezocht. Afb.: Display: Apparaatdetectie • De weergave Diehl AKO 2 betekent dat twee omvormers van Diehl AKO zijn gevonden. De gele weergave geeft aan dat er naar meerdere omvormers van Kostal op de RS485 B wordt gezocht.
  • Pagina 173: Gamakkelijke Installatie (Alleen Solar-Log 1200)

    Easy Installation bevat de volgende configuratiestappen: • Automatische apparaatdetectie De omvormers moeten hiervoor op de Solar-Log™ zijn aangesloten en op het net zijn aangesloten, zodat de communicatiemodule werkt. Neem hoofdstuk 34.2 op pagina 205 in acht. • Internetregistratie Solar-Log™ WEB Hiervoor moet het apparaat op een internetrouter zijn aangesloten met automatischer IP-adrestoe- wijzing (DHCP).
  • Pagina 174: Menu-Onderdeel Basisinstellingen

    Configureren op het apparaat (Solar-Log 1200 en 2000) 26.6 Menu-onderdeel Basisinstellingen Het menu Basisinstellingen is in de volgende bereiken onderverdeeld: • Netwerk • Portaal 26.6.1 Menu-onderdeel Netwerkinstellingen Configuratie | Basisinstellingen | Netwerkinstellingen Het menu is verdeeld over twee configuratiepa- gina's.
  • Pagina 175: Menu-Onderdeel Basisinstellingen | Portaal

    (laatste export) Ok. 26.7 Menu-onderdeel USB De USB-aansluiting op de Solar-Log™-apparaten maakt het mogelijk om gegevens zoals firmware, configu- ratie en opbrengsten te laden en een back-up uit te voeren. Het menu-onderdeel USB bevat de volgende functies: •...
  • Pagina 176: Onderdeel Opbrengstgegevens Laden

    • start opnieuw Solar-Log™ • Configuratie wordt geladen Onderdeel Firmware-update Met deze functie kan een nieuwe firmwareversie zonder gebruik van een computer in de Solar-Log™ wor- den geladen. Firmwarebestanden voor de Solar-Log™ hebben de volgende bestandsnamen: firmware_2000e_3.5.3-86-17xxx.bin...
  • Pagina 177: Menu-Onderdeel Uitgebreide Instellingen

    Configureren op het apparaat (Solar-Log 1200 en 2000) Let op: De firmware moet zich in de hoofddirectory van de USB-stick bevinden. Procedure • Tik op firmware-update • gezocht Op de ingestoken USB-stick wordt in de hoofddirectory naar een firmwarebestand •...
  • Pagina 178: Afb.: Achtergrondverlichting Display

    U kunt uit de volgende instelmogelijkheden kiezen: • Dialoogvenster Slideshow starten na (min) • Startbeeldscherm (keuze van de pagina, die bij de start van de Solar-Log™ moet worden weerge- geven) • Test LCD (testfunctie of alle symbolen op het LCD-display worden weergegeven)
  • Pagina 179: Afb.: Toegangsbeveiliging Display

    Alle opbrengstgegevens worden gewist • Configuratie apparaat initialiseren De volledige configuratie van de apparaten wordt gewist • Fabriekswaarden laden De Solar-Log™ wordt teruggezet op de fabrieksinstellingen, daarbij gaan alle instellingen alsmede de opbrengstgegevens en de apparaatconfiguratie verloren Afb.: Systeeminstelling - Opbrengstgegevens initialiseren...
  • Pagina 180: Afb.: Display Firmware

    Biedt bij een bestaande internetverbinding de mogelijkheid de firmware op actualiteit te controle- ren en indien nodig een update naar de nieuwste firmware uit te voeren. Afb.: Display Firmware Onderdeel Taal Bij dit onderdeel kan achteraf de voor de Solar-Log™ gebruikte taal worden gewijzigd. Afb.: Taalkeuze...
  • Pagina 181: Onderdeel Datum-/Landinstellingen

    Configureren op het apparaat (Solar-Log 1200 en 2000) Onderdeel Datum-/Landinstellingen Bij dit onderdeel zijn er de volgende configuratiemogelijkheden: • Landinstellingen • Tijdzone GMT • Datum/tijdstip • Zomertijdinstelling Afb.: Landinstelling...
  • Pagina 182: Fout- En Storingsmeldingen Op Het Display

    Configureren op het apparaat (Solar-Log 1200 en 2000) 26.9 Fout- en storingsmeldingen op het display Fout- en storingsmeldingen kunnen op het display herkend worden aan een knipperende rode driehoek. (zie afbeelding verder hieronder) Om deze te kunnen bekijken, tikt u op deze driehoek, daarna wordt er een venster geopend met de opgelopen meldingen.
  • Pagina 183: Meldingen Op Het Lcd-Statusdisplay

    Meldingen op het LCD-statusdisplay (Solar-Log 250, 300, 1200 en 2000) 27 Meldingen op het LCD-statusdisplay (So- lar-Log 250, 300, 1200 en 2000) De Solar-Log 250, 300, 1200 en 2000 beschikken over een LCD-statusdisplay voor de weergave van mel- dingen tijdens de werking en installatie. 27.1 Betekenis van de symbolen op het LCD-display Op het LCD-display van de Solar-Log™...
  • Pagina 184: Afb.: Lcd-Display - Betekenis Van De Symbolen

    Meldingen op het LCD-statusdisplay (Solar-Log 250, 300, 1200 en 2000) Meter Voortschrijdingsweergave bij bootproces Sim-kaart Easy Installation actief GPRS beschikbaar Meldingen van de Solar- Log™ Signaalsterkte in combinatie met GPRS, WiFi of Bluetooth Veilige verbinding in com- binatie met WiFi W-Lan resp.
  • Pagina 185: Foutmeldingen

    In deze handleiding worden knipperende symbolen als volgt weergegeven: Afb.: Knipperend internetsymbool 27.1.1 Foutmeldingen Foutmeldingen aangesloten apparaten Als een apparaat niet door de Solar-Log™ uitgelezen kan worden (offline), knippert het desbetreffende symbool. OK wordt niet weergegeven. Foutcodes van de aangesloten apparaten: Het desbetreffende onderdelensymbool knippert en op de eerste positie van het tekstveld wordt een "E"...
  • Pagina 186: Meldingen Op Het Lcd-Display

    Communicatie: WiFi versleutelt, volle signaalsterkte en communicatie van het internet ok 27.4 Vermogensvermindering Als een vermogensvermindering (<100%) actief is, wordt deze op het LCD- of VLCD-display (linker weer- gaveveld in de Solar-Log™-WEB-interface) weergegeven. Zelfs als het om een vaste afstelling gaat. Afb.: Weergave 70%-vaste afstelling...
  • Pagina 187: Storingen

    Afb.: Resetknop 28.1.2 Opnieuw starten Een herstart is noodzakelijk als de Solar-Log™ niet meer reageert op de invoer via de bedieningstoetsen of de invoer via de bediening van de pc. Alle uitgevoerde instellingen op het apparaat blijven behouden, alsmede de verzamelde opbrengstgege- vens.
  • Pagina 188: Herstart Uitvoeren

    (zie hoofdstuk 21.4 op pagina 119) te maken; Status na het terugzetten van de fabrieksinstellingen Tijd: Blijft behouden IP-adres: Bij de Solar-Log 1200 en 2000 blijft deze behouden, de Solar-Log 300 wordt op DHCP gezet Wachtwoorden: Worden gewist Configuratiegegevens: Worden gewist Opbrengstgegevens: Worden gewist...
  • Pagina 189: Opnieuw Starten En Terugzetten Via Het Webmenu

    Resetknop bijv. met een niet geleidend spits voorwerp ingedrukt houden • De Solar-Log™ piept en op het LCD-display verschijnt: • Na ca. 15 seconden piept de Solar-Log™ drie keer en de volgende weergave wordt weergeven: • Wordt de knop losgelaten, wordt kort de volgende weergave weergegeven •...
  • Pagina 190: Foutmeldingen

    Storingen 28.2 Foutmeldingen 28.2.1 Foutmeldingen GPRS Deze foutmeldingen worden op het LCD-display en in het veld Status onder Configuratie | Netwerk | GPRS weergegeven. Foutmeldingen GPRS Foutcode Melding Mogelijke oorzaak resp. oplossing -101 Teveel foutpogingen Na meerdere foutpogingen is de modem in een foutmodus gezet.
  • Pagina 191: Foutmeldingen Tijd

    Storingen 28.2.2 Foutmeldingen tijd Deze foutmeldingen worden op het LCD-display weergegeven. Foutmeldingen Tijd Foutcode Melding Mogelijke oorzaken en oplossingen Geen tijd/datum ingesteld Tijd en datum instellen of automatische tijdsyn- chronisatie starten. Hetzelfde als fout 1 Naam is met fi rmware 3.0.2 gewijzigd 28.2.3 Foutmeldingen WiFi Deze foutmeldingen worden op het LCD-display en in het veld Status onder Configuratie | Netwerk | WiFi...
  • Pagina 192: Foutmeldingen Internet

    Storingen 28.2.4 Foutmeldingen internet Deze foutmeldingen worden op het LCD-display weergegeven. Het internetsymbool knippert en de betreffende foutcode wordt weergegeven. Foutmeldingen internet Foutcode Mogelijke oorzaken en oplossingen Internetverbinding en configuratie netwerk controleren. Configuratie | Netwerk | Ethernet De onder geactiveerde en geconfigureerde DNS-server is niet bereikbaar.
  • Pagina 193: Foutmeldingen Export Externe Server En Back-Up

    Storingen 28.2.5 Foutmeldingen Export externe server en back-up Configuratie | Netwerk | Export Configuratie | Net- Deze meldingen worden in het veld Status onder werk | Back-up weergegeven. Foutmeldingen Export (FTP) Foutcode Melding Mogelijke oorzaken en oplossingen Kan serveradres niet ont- Het type toegang is niet geconfigureerd.
  • Pagina 194 Storingen Foutmeldingen Export (FTP) Foutcode Melding Mogelijke oorzaken en oplossingen Bestand kon niet worden De verbinding wordt verstoord door een fire- verzonden wall => Desbetreffende vrijgave in de firewall instellen. De server is overbelast => Later opnieuw proberen. Onbekende fout STOR mislukt Er is sprake van een fout van de FTP-server =>...
  • Pagina 195: Foutmeldingen Overdracht E-Mail

    Storingen Foutmeldingen Export (FTP) Foutcode Melding Mogelijke oorzaak resp. oplossing Proxy geen verifi catietitel De proxyserver heeft geen ondersteunend type verifi catie aangevraagd om van Basic naar NTLM om te schakelen. Proxy, onverwacht server- Proxyinstelling controleren. antwoord Laatste overdrachtspo- Er is sprake van een interne fout. ging mislukt, maar geen =>Contact opnemen met support.
  • Pagina 196 Storingen Fout bij verzenden e-mail over beveiligde verbindingen Kon SSL-sessie niet aan- Er is sprake van een interne fout. maken. => Als deze fout continu optreedt, contact opnemen met support. Kon SSL-proposals niet Er is sprake van een interne fout. plaatsen =>...
  • Pagina 197: Foutmeldingen Portaaloverdracht

    Storingen 28.2.7 Foutmeldingen portaaloverdracht Foutmeldingen portaaloverdracht Foutcode Melding Mogelijke oorzaak resp. oplossing Kan serveradres niet ont- Het type toegang is niet geconfi gureerd. cijferen Er is een extra DNS-server nodig. Er is een verkeerde server ingevoerd. De netwerkver- binding is onderbroken of kan niet tot stand worden gebracht.
  • Pagina 198: Speciale Gevallen

    Bij een firmware-update wordt het installatieproces ook op het LCD-display weergegeven. Stap 1 van de firmware-update Stap 2 van de firmware-update: De voortgang wordt in % weerge- geven Na het volledig laden van de nieuwe firmware start de Solar-Log™ opnieuw en geeft via het tekstveld "BOOT" weer.
  • Pagina 199: Afvalverwijdering

    Let op De Solar-Log™ bevat elektronische onderdelen, waarbij zeer giftige substanties kun- nen vrijkomen bij de verbranding of afvalverwerking via het huisvuil. De Solar-Log™ per se naar de fabrikant Solare Datensysteme GmbH terugsturen. Solare Datensysteme GmbH Fuhrmannstraße 9 72351 Geislingen-Binsdorf, Duitsland...
  • Pagina 200: Technische Gegevens

    Technische gegevens 30 Technische gegevens Productvergelijking Solar-Log 300 Solar-Log 1200 Solar-Log 2000 PM+ /WiFi PM+ / GPRS Bluetooth (BT) WiFi (Wireless Lan) Bluetooth (BT) / WiFi GPRS Solar-Log -meter (CT) Centrale omvormer SCB en SMB 1 x RS485, 2x 1 x RS485...
  • Pagina 201 1) Afhankelijk van de gebruikte omvormer en kabellengte (de gegevens kunnen afhankelijk van het type apparaat ook afwijken). 2) Andere belangrijke informatie over Bluetooth en compatibiliteit, powermanagement, eigen stroomverbruik en centrale omvormer SCB en SMB op www.solar-log.com. 3) Werking niet met iedere omvormer op dezelfde bus mogelijk, zie OV-database www.solar.com...
  • Pagina 202 Netwerkdetectie van een binnen het lokale netwerk geldig IP-adres. Registratie vindt plaats met behulp van de naam. Het IP-adres van de Solar-Log mag daarom niet meer bekend zijn, Bereikbaarheid in het lokale netwerk tenzij zich meerdere Solar-Logs in het netwerk bevinden. De Solar- kan in de webbrowser direct via de naam worden benaderd.
  • Pagina 203: Interfaces

    -meter (optie) tot max. 2 x 3 fasen of 6 afzonderlijke fasen. Netwerk Koppeling aan het internet (ethernet, vast adres of DHCP). Antenneaansluiting en SIM-kaartsleuf voor de Solar-Log™ met geïnte - GPRS (optie) greerde GPRS. * Niet bij modellen met GPRS...
  • Pagina 204: Bijlage

    Bijlage 31 Bijlage 31.1 Internetpoorten Als de Solar-Log™ via een router met internet wordt verbonden, moet gewaarborgd zijn dat op de router de volgende poorten voor de Solar-Log™ zijn vrijgeschakeld: Functie Protocol Poort Gebruikte server Opmerkingen (uitgaande) Naamresolutie Overeenkomstig de...
  • Pagina 205: Landspecifieke Omvormerdetectie Door Easy Installation

    Bijlage 31.2 Landspecifieke omvormerdetectie door Easy Installation De eerste inbedrijfstelling kan na de taal- en landkeuze met de configuratieassistent "Easy Installation" worden uitgevoerd. Deze assistent zoekt automatisch naar de aangesloten omvormers en voert de internetconfiguratie uit. De beschikbare landen en de daarbij horende omvormers staan in de onderstaande tabel. Bij landen die niet zijn vermeld, worden alle omvormers die compatibel zijn met "Easy Installation"...
  • Pagina 206: Bekabeling Meter Voor Registratie Eigen Verbruik

    Bijlage 31.3 Bekabeling meter voor registratie eigen verbruik Voor de registratie van het eigen stroomverbruik moet een extra meter geïnstalleerd worden. Er zijn twee mogelijkheden hoe de meter geïnstalleerd moet worden 31.3.1 Aansluitmogelijkheden meter met registratie van het totale verbruik via RS485-/S0-interface Deze meter moet het totale verbruik van het huishouden meten.
  • Pagina 207: Aansluitmogelijkheid Meter Met Bidirectionele Registratie Van Het Totale Verbruik Via Rs485-Inter

    Wordt in een onderverdeling teruggeleverd, kan de bovengenoemde variant niet worden toegepast. In dit geval kan via een bidirectionele meter de teruglevering en de onttrekking van het net geregistreerd worden. De Solar-Log™ kan daardoor het verbruik bepalen. Afb: Stroomschema registratie eigen verbruik - bidirectionele meting...
  • Pagina 208: Aansluitvoorbeelden Voor Toonfrequentieontvangers

    Let op Noodstopcommando's mogen niet via de Solar-Log™ worden verwerkt. De commando's moeten onmiddellijk op de betreffende veiligheidsvoorzieningen, bijv. de koppelingsschakelaar, NA-bevei- liging,..werken.
  • Pagina 209: Variant Met 4 Relais (Enbw >100Kwp)

    Bijlage 31.4.1 Variant met 4 relais (ENBW >100kWp) Gegevens Signalen van de toonfrequentieontvanger Niveau Vermogen 100% Bekabeling Afb.: Bekabeling toonfrequentieontvanger met 4 relais - bijvoorbeeld 1 Verbindingen "PM+"klemmenstekker en toonfrequentieontvanger Toewijzing Betekenis Regelspanning werkelijk vermogen D_IN_1 Niveau 1 100% D_IN_2 Niveau 2 D_IN_3 Niveau 3...
  • Pagina 210 Bijlage Configuratie in het browsermenu Configuratie | Voedingsmanagement | Afstandgestuurde werkelijke vermogensvermindering in het menu Werkelijk vermogen Afb.: Kanaalinstellingen werkelijke vermogensvermindering - bijvoorbeeld 1...
  • Pagina 211: Variant Met 2 Relais

    Bijlage 31.4.2 Variant met 2 relais Gegevens Signalen van de toonfrequentieontvanger Niveau Vermogen 100% Bekabeling Afb.: Bekabeling toonfrequentieontvanger met 2 relais - bijvoorbeeld 2 Verbindingen "PM+"klemmenstekker en toonfrequentieontvanger Toewijzing Betekenis Regelspanning werkelijk vermogen D_IN_1 K5 geschakeld D_IN_2 K6 geschakeld Regelspanning blindver- mogen (niet gebruikt)
  • Pagina 212: Afb.: Kanaalinstellingen Werkelijke Vermogensvermindering - Bijvoorbeeld 3

    Bijlage Configuratie in het browsermenu Configuratie | Voedingsmanagement | Afstandgestuurde werkelijke vermogensvermindering in het menu Werkelijk vermogen Afb.: Kanaalinstellingen werkelijke vermogensvermindering - bijvoorbeeld 2...
  • Pagina 213: Variant Met 3 Relais

    Bijlage 31.4.3 Variant met 3 relais Gegevens Signalen van de toonfrequentieontvanger Niveau Vermogen 100% Bekabeling Afb. Afb.: Bekabeling toonfrequentieontvanger met 3 relais - bijvoorbeeld 3 Verbindingen "PM+"klemmenstekker en toonfrequentieontvanger Toewijzing Betekenis Regelspanning werkelijk vermogen D_IN_1 Niveau 2 D_IN_2 Niveau 3 D_IN_3 Niveau 4 D_IN_4...
  • Pagina 214 Bijlage Configuratie in het browsermenu Configuratie | Voedingsmanagement | Afstandgestuurde werkelijke vermogensvermindering in het menu Werkelijk vermogen Afb.: Kanaalinstellingen werkelijke vermogensvermindering - bijvoorbeeld 3...
  • Pagina 215: Variant Met 5 Relais (Incl. Noodstop)

    Relais wordt voor ieder niveau continu gesloten (toestand), er is altijd maar één relais gesloten. Bekabeling Afb.: Bekabeling toonfrequentieontvanger met 5 relais - bijvoorbeeld 4 Let op Noodstopcommando's mogen niet via de Solar-Log™ worden verwerkt. De commando's moeten onmiddellijk op de betreffende veiligheidsvoorzieningen, bijv. de koppelingsschakelaar, NA-beveiliging,..werken.
  • Pagina 216: Verbindingen "Pm+"Klemmenstekker En Toonfrequentieontvanger

    Bijlage Verbindingen "PM+"klemmenstekker en toonfrequentieontvanger Toewijzing Betekenis Regelspanning werkelijk vermogen D_IN_1 Niveau 1 100% D_IN_2 Niveau 2 D_IN_3 Niveau 3 D_IN_4 Niveau 4 Regelspanning blindver- mogen (niet gebruikt) Configuratie in het browsermenu Afstandgestuurde werkelijke vermogensvermindering in het menu Configuratie | Voedingsmanagement | Werkelijk vermogen Afb.: Kanaalinstellingen werkelijke vermogensvermindering - bijvoorbeeld 4...
  • Pagina 217: Digitale Interfaces

    31.5.1 Modbus TCP De functie van deze software-interface is de eenvoudige toegang van externe systemen (bijv. SCADA), op de interne gegevens van de Solar-Log ™. De interface is zo ontworpen, dat de actuele gegevens van het aangesloten PV-systeem kunnen worden uitgelezen.
  • Pagina 218: Samenvatting Actuele Gegevens (Complete Installatie)

    Bijlage Samenvatting actuele gegevens (complete installatie) De samengevatte actuele gegevens worden in het registerbereik 3500-3999 weergegeven. Modbus-gegevens en register Gegevens- Een- Waarde- Adres Number Func Beschrijving punt heid bereik Reg. Codec lastUpdateTime 32bit unsig- 3500 Unixtime wanneer de laatste update van het register heeft plaatsgevonden.
  • Pagina 219: Open Json-Interface

    Om de open JSON-interface te activeren moet vooraf een gebruikerswachtwoord zijn ingesteld. De actuele gegevens kunnen via het HTTP-protocol worden gevraagd. Hiervoor moet een HTTP-postaan- vraag naar de Solar-Log™ worden gestuurd. Het aangevraagde object moet in de body staan: POST /getjp HTTP/1.1 Host: solar-log-xxxx...
  • Pagina 220 Bijlage var LiveDaten=JSON.parse(tdata)[801][170]; Daarna kan via de in de volgende tabel aangegeven indicaties op de afzonderlijke gegevensvelden worden toegegrepen. Zo kan bijvoorbeeld het actuele vermogen P als volgt worden aangegeven: alert("Het huidige AC-vermogen bedraagt: " + LiveDaten[101] + "W"); JSON-objecten Gegevenspunt Waardebereik Eenheid...
  • Pagina 221: Afmetingen

    Bijlage 31.6 Afmetingen...
  • Pagina 222: Lijst Van Afbeeldingen

    Afb.: Aansluitingen Solar-Log 2000 - bovenkant ............................22 Afb.: Aansluitingen onderkant Solar-Log 2000..............................23 Afb.: Insteeksleuf voor de SIM-kaart aan de rechter binnenkant (Solar-Log™ GPRS) ..............24 Afb.: Antenneaansluiting aan de bovenkant van het apparaat (Solar-Log™ GPRS) ..............24 Afb.: Aansluitingen voor de stroomomvormer (Solar-Log™-meter) ....................25 Afb.: Twee zes polige klemmenstrookstekkers voor de interface van de meter ................26...
  • Pagina 223 Afb.: LCD: Aantal gedetecteerde omvormers ............................... 169 Afb.: Display: Apparaatdetectie beëindigd ..............................170 Afb.: Display: Gamakkelijke installatie starten ...............................170 Afb: Netwerkinstellingen pagina 1 op Display Solar-Log 1200 ........................171 Afb.: Achtergrondverlichting display ................................. 175 Afb.: Dialoogvenster Slide show ................................... 175 Afb.: Toegangsbeveiliging display ..................................176 Afb.: Systeeminstelling - Opbrengstgegevens initialiseren ........................
  • Pagina 224 Germany Solare Datensysteme GmbH gereproduceerd of met Telefoon:+49(0) 7428-9418-200 behulp van elektronische systemen verwerkt, geko- Fax:+49(0) 7428-9418-280 pieerd of verspreid worden. info@solar-log.com Overtreding op de hierboven genoemde informatie www.solar-log.com leidt tot schadevergoeding. www.solarlog-WEB.com Wijzigingen voorbehouden. Alle gegevens zijn tot stand gekomen zonder ga- rantie en aanspraak op volledigheid.

Deze handleiding is ook geschikt voor:

25012002000

Inhoudsopgave