de Solar-Log™ PM+ biedt daarom maximale flexibiliteit; de meeste gangbare varianten kunnen geconfigu-
reerd worden.
De toonfrequentieontvangers beschikken normaliter over 2 tot 5 relais. De toewijzing van de afzonderlijke
relaistoestanden aan een bepaalde verschuivingsfactor wordt door de desbetreffende netexploitant aan-
gegeven en aan de hand van deze matrix in de Solar-Log™ geïmplementeerd. Daardoor kunnen de aange-
sloten omvormers op basis van de aangegeven verschuivingsfactoren worden afgesteld.
Afb.: Kanaalinstellingen voor op afstand geregelde cos (Phi)
Voor ieder niveau wordt een ingangssignaalcombinatie en een waarde voor de cos )Phi) vastgelegd.
Een geplaatst vinkje bij de digitale ingangen van de "PM+"-interface (D_IN_1 tot D_IN_4) betekent dat
deze ingang met de 5V van pen 6 wordt bekrachtigd, om op de onder cos (Phi) ingestelde waarde af te
stellen.
In de basisinstelling worden 3 schakelniveaus weergegeven. Via het "+"-teken kan deze lijst met 16 niveaus
worden uitgebreid.
Procedure:
•
Bediening op afstand
•
In
Interfaces toewijzen
•
Kanaalinstellingen
voor vermogensvermindering afhankelijk van de gegevens en bekabeling
leggen
•
Opties selecteren
•
Instellingen OPSLAAN
Overige opties
De omschakeling van op afstand geregelde cos (Phi) naar de mogelijke lijnen, kan via een bepaalde samen-
stelling van de signalen bij de "PM+"-interface worden omgezet.
Afb.: Omschakelen naar lijnen voor blindvermogen met bepaalde signalen
Is door een bepaald signaal van de toonfrequentieontvanger een omschakeling naar de lijnwerking (P/
selecteren
de te regelen omvormers selecteren
Voedingsmanagement
vast-
159