20.10 Handmatige voorritser 1750
Werkzaamheden aan de zaagbladen moeten altijd uiterst voorzichtig worden uitgevoerd.
Er bestaat een verhoogd risico op letsel door de zeer scherpe snijranden!
Bij het vervangen van zaagbladen moeten beschermende handschoenen worden gedragen!
• Schakel de hoofdschakelaar uit en beveilig
hem met een hangslot om te voorkomen dat
hij per ongeluk weer wordt ingeschakeld.
• Schuif de loopwagen naar links tot de aanslag.
Door de veiligheidsgrendel in te drukken (zie
Figuur 56) kan de loopwagen voorbij de
aanslag worden bewogen om het zaagblad te
verwisselen.
• Open de spaanklep.
• Draai de as voor de voorritser met de hand tot
de schroefdraad van de klemschroef boven-
aan zit.
• Draai de stelschroef los met de steeksleutel
SW 4.
• Draai de klemschroef met de hand los
(rechtse schroefdraad!) en verwijder hem sa-
men met de losse flens.
Voorrits zaagblad monteren:
• Reinig de losse flens en het zaagblad.
• Plaats een nieuw voorrits zaagblad en let op
de draairichting!
• Plaats de klemschroef met losse flens en draai
deze met de hand vast.
• Draai de stelschroef van de spanschroef vast
met een koppel van 12 Nm.
• Sluit de spaanklep.
We raden over het algemeen het gebruik van tweedelige voor-
rits zaagbladen aan, die op de vereiste bladdikte worden ge-
bracht door er afstandsstukken tussen te plaatsen. De kerf van
het voorrits zaagblad moet ongeveer 0,1 mm breder zijn dan die
van het hoofdzaagblad, d.w.z. 0,05 mm aan elke kant.
Let op: Er mogen alleen voorrits zaagbladen met een diameter
van 125 mm worden gebruikt.
Belangrijk: Als een voorrits zaagblad met een diameter > 350
mm wordt gebruikt, moet het voorrits zaagblad worden verwij-
derd en de grendel op de spaanklep naar rechts worden ge-
draaid.
De voorritser wordt afgesteld met de twee handwielen aan de voorkant van de machine (zie sectie 20.10.1).
BA_PH_690-200_NL_41-23.docx
Figuur 81: Zaagbladflens van de voorritser
Figuur 82: Grendel op de chipflap
74