18.3 Zaagbladhoogte en -hoek kalibreren
Door de zaagbladen opnieuw te slijpen of andere of nieuwe zaagbladen te plaatsen, moet de maatweergave
gekalibreerd worden naar het betreffende zaagblad.
18.3.1 Zaagbladhoek kalibreren:
1. Zet eerst het zaagblad in de bovenste positie door waarden
in te voeren.
2. Zet de hoofdschakelaar uit en vergrendel hem. Gebruik een
stophoek van 90° om te controleren of het zaagblad haaks
staat ( Figuur 49). Het referentieoppervlak is het tafel-
blad.
3. Schakel de hoofdschakelaar in en corrigeer een eventuele
lichtspleet door middel van waarde-invoer of jog-modus
totdat deze volledig is verdwenen (hoek = 90,0°).
4. Selecteer in het venster "Hoek" het symbool
( Figuur 47), voer de waarde 0,00 in en bevestig met
5. Sla de waarde vervolgens op met
6. Het proces is voltooid.
Figuur 50: Hoek kalibreren
18.3.2 Zaagbladhoogte kalibreren
Schakel eerst de hoofdschakelaar op de schakelkast uit en vergrendel deze. Draai het stationaire zaagblad met
de hand zodat een zaagtand precies in het midden van de as staat en het zaagoppervlak een hoek van 90° maakt
ten opzichte van de machinetafel (zie Figuur 53 op de volgende pagina) → Schakel de hoofdschakelaar in.
1. Verplaats de zaagbladhoek naar positie 0° met waarde-invoer.
2. Stel de zaagbladhoogte in op positie 50,0 mm met behulp
van de waarde-invoer of de jog-modus (zie sectie 18.1) en
met behulp van een geschikt meetapparaat (zie Figuur 52).
3. Selecteer in het venster "Hoogte" het symbool
( Figuur 45) , voer de waarde 50,00 in en bevestig met
4. Sla de waarde vervolgens op met
5. Het proces is voltooid.
BA_PH_690-200_NL_41-23.docx
.
.
.
.
Figuur 52: Zaagbladhoogte instellen op 50,0 mm
Figuur 49: Lichtspleet
Figuur 51: Hoogte kalibreren
50,0 mm
56