8.7
Elektrische aansluiting
De elektrische aansluiting moet worden uitgevoerd door een erkend elektricien!
De elektrische schakelschema's bevinden zich in de schakelkast.
Let op de aangegeven nominale spanning 400 VAC / 50 Hz (3 fasen / N / PE)!
Figuur 16: Elektrische klemmenkast
8.8 Voorzekeringen (ter plaatse)
,
Motor
5,5 kW
400 V
25 A
De voorschriften van het plaatselijke energiebedrijf zijn van toepassing.
Voedingskabel: Cu, 5-aderig
De kabeldoorsnede moet ter plaatse worden bepaald door een gekwalificeerde elektricien!
BA_PH_690-200_NL_41-23.docx
De aansluiting op het elektriciteitsnet (3 fasen) gebeurt op de klem-
menstrook in de klemmenkast. De 3 fasen moeten worden aangeslo-
ten op de klemmen "L1", "L2" en "L3". De aardingsdraad (geel/groen)
moet worden aangesloten op de klem "PE".
Als er een machinecontactdoos is geïnstalleerd (optioneel), moet de
neutraalgeleider worden aangesloten op de klem met de markering
"N". (Let op: "N" is belast!).
Sluit de wartel weer stofdicht.
Controleer de draairichting van het zaagblad.
Als de draairichting onjuist is, moeten twee buitenste
geleiders worden verwisseld.
Juiste draairichting van het zaagblad:
Naar rechts ↻ (van voren gezien).
De impedantie van de foutlus en de geschiktheid
7,5 kW
van de overstroombeveiliging moeten worden
gecontroleerd op de plaats waar de machine
35 A traag
wordt geïnstalleerd!
37