Corrigeren van de beeldhelderheid (EV verschuiving)
U kunt de belichtingswaarde (EV waarde) van een beeld met de hand bijstellen
voordat u het opneemt.
• Bereik van de belichtingscompensatie: –2,0 EV tot en met +2,0 EV
• Eenheid: 1/3 EV
1.
Druk tijdens de OPNAME modus op [SET] (instellen).
2.
Selecteer d.m.v. [8] en [2] de
controlepaneel en druk vervolgens op [SET] (instellen).
3.
Stel d.m.v. [8] en [2] de belichtingscompensatiewaarde bij.
• U kunt deze bewerking ook uitvoeren d.m.v. de functiering.
[8], met de wijzers van de klok mee:
Verhoogt de EV waarde. Een hogere EV
waarde kan het best gebruikt worden bij
lichtgekleurde onderwerpen en onderwerpen
met tegenlicht.
[2], tegens de wijzers van de klok in:
Verlaagt de EV waarde. Een lagere EV
waarde is het beste voor donkergekleurde
onderwerpen en voor het opnemen buiten
op een heldere dag.
Verander de EV waarde naar 0,0 om de belichtingscompensatie te
annuleren.
4.
Druk op [SET] (instellen).
Dit oefent de belichtingscompensatiewaarde uit. De
belichtingscompensatiewaarde die u instelt, blijft van kracht totdat u deze
verandert of de camera uitschakelt (waardoor deze terugkeert naar "0,0").
LET OP
• Bij het opnemen onder bijzonder donkere of juist bijzonder lichte omstandigheden
kunt u mogelijk geen bevredigende resultaten verkrijgen zelfs nadat
belichtingscompensatie uitgevoerd is.
(EV verschuiving) optie op het
Belichtingscompensatiewaarde
53
Foto leerprogramma