5.9
Regeling servomotor
De servomotor (Afb. 38) regelt de luchtklep.
Wijzig (op dit moment) de in de fabriek afgestelde regeling niet
van de 4 hendels waarmee deze uitgerust is. Een plaatje met 4
gekleurde sectoren illustreert de werking van de hendels.
Het heeft 4 hendels:
Regelt de positie van de luchtklep met de
BLAUWE HENDEL:
stilstaande brander: luchtklep gesloten.
Regelt de positie van de luchtklep met de
ORANJE HENDEL:
brander in werking in de 1ste vlamgang.
Regelt de positie van de luchtklep met de
RODE HENDEL:
brander in werking in de 2de vlamgang.
Bepaalt het moment van opening van het
gasventiel of stookolieventiel van de 2de
vlamgang.
Deze moet altijd (net) voor de rode hendel en
na de oranje hendel ingrijpen.
Deze moet niet op de rode hendel ingrijpen
om te voorkomen dat het gasventiel of het
stookolieventiel helemaal niet opent.
Deze moet niet meteen na de oranje hendel
ZWARTE HENDEL:
ingrijpen
luchtafwijking te voorkomen.
Om het moment van opening van het
gasventiel of het stookolieventiel in de buurt
van de positie van de luchtklep in de 2de
vlamgang te brengen, draait u de zwarte
hendel naar links; om het moment van
opening te verwijderen, draait u de hendel
naar rechts.
20148656
Inbedrijfstelling, ijking en werking van de brander
om
een
verbranding
Samenvattend moet het gebruik van de hendels plaatsvinden in
de volgende volgorde:
1e Blauwe hendel
2e Oranje hendel
3e Zwarte hendel
4e Rode hendel
ZWART
ROOD
ORANJE
BLAUW
met
32
NL
D1195
Afb. 38