4.14
IJking van het thermisch relais
Het thermisch relais dient om beschadiging van de motor te
voorkomen, te wijten aan een sterke verhoging van de
stroomabsorptie of als een fase ontbreekt.
Raadpleeg voor het kalibreren 2) de tabel in het elektrische
schema (elektrische aansluitingen door de installateur).
Als het thermisch relais in werking treedt, op de knop "RESET" 1)
drukken om deze te ontgrendelen.
De knop "STOP" 3) opent het NC-contact (95-96) en stopt de
motor.
Door een schroevendraaier in het "TEST/TRIP" venster 4) te
plaatsen en in de richting van de pijl (naar rechts) te bewegen,
wordt het thermisch relais getest.
Het automatisch opnieuw in werking zetten
kan gevaarlijk zijn. Deze werkzaamheid is niet
voorzien in de werking van de brander.
LET OP
4.15
Rotatie van motor
Ga bij het ontsteken van de brander voor de koelventilator van de
ventilatormotor staan en controleer of deze naar links draait
(Afb. 32).
Als dit niet het geval is:
zet de branderschakelaar in de stand "0" (uit) en wacht tot
de apparatuur de uitschakelfase uitvoert.
Onderbreek de stroomtoevoer naar de brander
met de hoofdschakelaar van de inrichting.
GEVAAR
Draai de fasen van de driefasenmotorvoeding om.
20148656
Installatie
20162359
28
NL
D8685
3
T O
I P
A U
/ T R
S T
N
M A
O P
T E
S T
T
S E
N C
R E
9 5
9 6
N O
9 7
9 8
Afb. 31
4
2
1
Afb. 32