Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Andere Brandstof; Afstelling Brander (Gas); Vermogen Brander In De 2De Vlamgang; Vermogen In De 1Ste Vlamgang - Riello RLS 70 Handleiding Voor Installatie, Gebruik En Onderhoud

Multibrandstofbranders stookolie/gas
Inhoudsopgave

Advertenties

5.7

Andere brandstof

Er kan op één manier van brandstof veranderd worden:
1
met de keuzeschakelaar 9)(Afb. 5 op pag. 13).
5.8

Afstelling brander (gas)

Om een optimale afstelling van de brander te verkrijgen, is het
noodzakelijk de verbrandingsgassen te analyseren aan de
uitgang van de ketel.
Ga in volgende volgorde te werk:
1
Vermogen brander in de 2e vlamgang
2
Vermogen brander in de 1° vlamgang
3
Vermogen bij de ontsteking
4
Luchtdrukschakelaar
5
Minimumgasdrukschakelaar
5.8.1

Vermogen brander in de 2de vlamgang

Het vermogen van de 2de vlamgang moet gekozen worden
binnen het werkingsveld dat wordt aangeduid op pag. 10.
Zet de schakelaar 2)(Afb. 33) in positie 2de vlamgang: de
servomotor opent de luchtklep op de afgestelde waarde voor de
stookolie e bedient de opening van het gasventiel van de 2de
vlamgang VR2.
Afstelling van het gas
Stel het gasdebiet in op de hoeveelheid lucht.
Als het gasdebiet moet verkleinen, verlaagt u de gasdruk aan
de uitgang. Als de druk al op het minimum staat, sluit dan het
regelventiel van de 2de vlamgang VR2 een beetje.
Als het gasdebiet moet stijgen, verhoogt u de gasdruk aan de
uitgang van de regelaar.
5.8.2

Vermogen in de 1ste vlamgang

Het vermogen van de 1ste vlamgang moet gekozen worden
binnen het werkingsveld dat wordt aangeduid op pag. 10.
Zet de schakelaar 2)(Afb. 33) in positie 1ste vlamgang: de
servomotor sluit de luchtklep op de afgestelde waarde voor de
stookolie e bedient de opening van het gasventiel van de 1ste
vlamgang VR1.
Afstelling van het gas
Stel het gasdebiet in op de hoeveelheid lucht door het gasventiel
van de 1ste vlamgang VR1 te gebruiken.
5.8.3

Vermogen van ontsteking (gas)

Volgens norm EN 676:
Branders met MAX. vermogen tot 120 kW
De
ontsteking
kan
uitgevoerd
werkingsvermogen. Voorbeeld:
max. werkingsvermogen: 120 kW
max. vermogen bij ontsteking:
Branders met MAX. vermogen boven 120 kW
De ontsteking dient te worden uitgevoerd op een vermogen dat
lager is dan het max. werkingsvermogen.
Als het vermogen bij de ontsteking niet boven 120 kW gaat, is
geen enkele berekening vereist. Als het vermogen bij de
ontsteking daarentegen boven 120 kW ligt, dan bepaalt de norm
dat de waarde moet worden berekend in functie van de
veiligheidstijd "ts" van de elektrische controledoos:
bij ts = 2s moet het vermogen bij de ontsteking gelijk aan of
lager dan 1/2 van het maximum werkingsvermogen zijn;
bij ts = 3s moet het vermogen bij de ontsteking gelijk aan of
lager dan 1/3 van het maximum werkingsvermogen zijn.
Inbedrijfstelling, ijking en werking van de brander
worden
aan
het
120 kW
Voer de wissel van de brandstof uit wanneer de
brander is uitgeschakeld.
LET OP
Voorbeeld:
MAX werkingsvermogen 600 kW.
Het vermogen bij de ontsteking moet gelijk aan of hoger zijn dan:
300 kW met ts = 2s
200 kW met ts = 3s
Om het vermogen te meten bij de ontsteking:
Trek de vlambeveilinging 10 uit)(Afb. 5 op pag. 13) (de
brander wordt ontstoken en wordt vergrendeld na de
veiligheidstijd).
10 ontstekingen met daaropvolgende vergrendelingen
uitvoeren.
Op de teller de hoeveelheid verbrand gas aflezen. Deze
waarde moet gelijk zijn aan of lager zijn dan die van de
formule:
Voorbeeld voor gas G 20 (10 kWu/Nm3):
Max werkingsvermogen, 600 kW
overeenkomstig met 60 Nm
Na 10 ontstekingen met vergrendeling moet het op de meter
afgelezen vermogen gelijk aan of kleiner zijn dan:
Het vermogen van ontsteking moet worden geregeld met de rem
van het gasventiel.
5.8.4

Werking op LPG - Propaan - Butaan

De branders RLS 70 - 100 - 130 kunnen ook werken op LPG-
Propaan-Butaan.
In dat geval moeten de zes bijgeleverde verstuivers 2)(Afb. 37)
op de gaten 1)(Afb. 37) worden geschroefd.
Breng ook de acht bijgeleverde diffusors 3)(Afb. 37) aan op de
leidingen 4)(Afb. 37) met behulp van de meegeleverde
schroeven.
Breng het klevende plaatje van de werking met LPG aan nabij het
plaatje met de kenmerken.
Het werkingsveld en de regeling van de brander zijn hetzelfde als
voor aardgas.
max.
De gasdruk G31 (Propaan) wordt aangegeven op pag. 25.
Gasstraat: gebruik de gasstraat voor aardgas, zie pag. 25 met
diameter 1"1/2" of 2".
31
NL
3
(max. vermogen brander)
Nm
/h
360
3
/h.
3
60 : 360 = 0,166 Nm
.
D1139
Afb. 37
20148656

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave