Voorbeeld RLS 100 met aardgas G20:
Werking in 2de vlamgang
Gasdruk op het afnamepunt 1)(Afb. 29)
Druk in de verbrandingskamer
Een druk van 9,2 mbar, kolom 1, komt in Tab. K op pag. 25
overeen met een vermogen van 955 kW.
Het betreft hier slechts een eerste schatting; het werkelijke debiet
wordt daarna gemeten op de gasmeter.
Om daarentegen de nodige gasdruk te kennen op het
afnamepunt 1)(Afb. 29), wanneer het maximumvermogen
waarop de brander in de 2de vlamgang moet werken vastligt:
–
zoek in Tab. K op pag. 25 van de brander de waarde voor het
vermogen die het dichtst in de buurt van de gewenste waarde
ligt.
–
Lees aan de rechterkant, kolom 1, de druk aan het
afnamepunt 1)(Afb. 29).
–
Tel bij deze waarde de veronderstelde druk in de
verbrandingskamer op.
Voorbeeld RLS 100 met aardgas G20:
Gewenst vermogen brander in de 2° vlamgang: 955 kW
Gasdruk bij een vermogen van 210 kW
Druk in de verbrandingskamer
druk nodig op het afnamepunt 1)(Afb. 29).
20148656
= 11,2 mbar
=
2 mbar
11,2 - 2
=
9,2 mbar
=
9,2 mbar
=
2 mbar
9,2 + 2
= 11,2 mbar
Installatie
+
26
NL
S9690
Afb. 29