AANWIJZING
Als wapeningsijzer dieper ligt dan de ingestelde dieptemeetwaarde, klinkt er geen signaal en vindt er geen LED-
weergave plaats.
Scanrichting
Met behulp van deze instelling wordt de richting ingevoerd waarin de quickscan-registratie plaatsvindt. Hoewel deze
nl
instelling geen directe invloed op de meetwaarden heeft die later in de monitor of in de PC-software beschikbaar zijn,
is het een hulpmiddel om de afzonderlijke Quickscan-registraties later in de Hilti PROFIS Ferroscan MAP evaluatie-
en weergavesoftware correct weer te geven en de dieptewaarde in overeenstemming te brengen met het effectieve
oppervlak van het bouwwerk. Zo kunnen onvoldoende dekkingen later gemakkelijker worden gelokaliseerd. De
meetrichting wordt met elke scan opgeslagen.
Kies de gewenste scanrichting en druk op de bevestigingstoets.
IJzerdiameter
Deze instelling moet worden gebruikt om de betondekking (=diepte van het wapeningsijzer) precies te kunnen bepalen.
Alleen door het correct invoeren van de diameter van het wapeningsijzer kan de nauwkeurigheid van de dieptemeting
worden bereikt.
Kies met de pijltoetsen de functie IJzerdiameter en druk op de bevestigingstoets.
Wanneer er geen ijzerdiameter wordt gekozen, berekent de scanner de diepte alsof de middelste ijzerdiameter van de
overeenkomstige normreeks is ingesteld.
ATTENTIE
Kies de functie voor een onbekende diameter alleen in uitzonderingsgevallen, omdat dit kan dit leiden tot een verkeerd
meetresultaat als daadwerkelijk een wapeningsijzer met een andere diameter is aangebracht.
Gemiddelde ijzerdiameter volgens normen
Norm
DIN 488
ASTM A 615 / A 615M-01b
CAN / CSA-G30, 18-M92
JIS G 3112
GB 50012-2002
GOST 5781-82
BIS 1786:1985
20
∅
16 mm
#7
C 20
D 22
18 mm
18 mm
16 mm