7.2.3 Hoofdmenu
Het apparaat start altijd bij het hoofdmenu. Van hieruit worden alle scanfuncties en instelopties geselecteerd. De
acculaadtoestand wordt boven in het beeldscherm samen met de geheugenstatus weergegeven. De verschillende
scanmethoden en instelmenu's worden links op het beeldscherm als pictogrammen weergegeven. Met de pijltoetsen
kan men tussen deze opties bewegen. Met de bevestigingstoets wordt de gekozen optie bevestigd.
Quickscan
De resterende geheugencapaciteit voor de quickscan-registratie wordt boven in het beeldscherm (afhankelijk van het
type apparaat en de ingestelde massa-eenheid) weergegeven in meters of voet.
Imagescan
Het aantal imagescans in de scanner, tot een maximum van 9, wordt boven in het beeldscherm weergegeven.
Blockscan
Het aantal imagescans in de scanner, tot een maximum van 9, wordt boven in het beeldscherm weergegeven.
Instellingen
Voor het instellen van de afzonderlijke parameters en het wissen van alle gegevens in het geheugen:.
7.2.4 Instellingen
Dit menu wordt gebruikt om de algemene parameters in te stellen en de gegevens in het geheugen van de scanner te
wissen.
Na het openen van het instelmenu verschijnt dit beeldscherm.
nl
13