6.8
Werkingsvolgorde van de brander
6.8.1
Start van de brander
0s
Sluiting thermostaat/drukschakelaar TL.
6s
Start van de ventilatormotor. Start servomotor:
draai 90° naar rechts, dus tot het contact op de nok I in
werking treedt.
38s
De luchtklep plaatst zich op het MAX vermogen.
38s
Voorventilatiefase
vermogen. Duur 32 seconden.
70s
De servomotor draait naar links tot aan de hoek die is
ingesteld op de nok III).
102s
De luchtklep en de gassmoorklep worden op het MIN
vermogen geplaatst (met nok III).
103s
De ontstekingselektrode vonkt.
109s
Het veiligheidsventiel VS en het regelventiel VR gaan
open (snelle opening). De vlam ontvlamt met een laag
vermogen, punt A (Afb. 35). Het debiet neemt
vervolgens geleidelijk toe, trage opening van het
ventiel, tot het minimumvermogen, punt B (Afb. 35).
112s
De vonk wordt gedoofd.
133s
Einde van de startcyclus.
6.8.2
Volledig operationeel
Brander zonder RWF-vermogensregelaar ... (Zie kit)
Aan
het
einde
van
servomotorbesturing
over
drukschakelaar, die druk of de temperatuur in de ketel
controleert, punt C. (De elektrische apparatuur blijft de
aanwezigheid van de vlam en de juiste positie van de
drukschakelaars voor maximale lucht en gas controleren).
–
Als de temperatuur of de druk laag is zodat de thermostaat/
drukschakelaar TR gesloten is, verhoogt de brander
geleidelijk het vermogen tot de maximumwaarde (deel C-D).
–
Als dan de temperatuur of de druk verhoogt zodat de TR
opengaat, verlaagt de brander geleidelijk het vermogen tot
de minimumwaarde (deel E-F). Enzovoort.
–
De brander valt stil als er om minder warmte gevraagd wordt
dan de brander levert bij minimumvermogen (deel G-H). De
thermostaat/drukschakelaar TL opent, de servomotor keert
terug naar de hoek 0° beperkt door het contact van de nok
II)(Afb. 28 op pag. 24).
De luchtklep sluit volledig, om zoveel mogelijk thermische
dispersie te voorkomen.
Bij elke wijziging van het vermogen wijzigt de servomotor
automatisch het gasdebiet (gassmoorklep), het luchtdebiet
(luchtklep ventilator) en de luchtdruk.
Brander met RWF-vermogensregelaar ... (Zie kit)
Raadpleeg de handleiding van de regelaar.
6.8.3
Geen ontsteking
Als de brander niet ontbrandt (Afb. 36), vergrendelt deze binnen
3 seconden vanaf de opening van de gasklep, 112 seconden na
sluiting van de TL en begint de post-ventilatiefase, die 17
seconden duurt.
6.8.4
Uitschakeling van de brander tijdens de
werking
Als de vlam tijdens de werking dooft, treedt de vergrendeling van
de brander binnen 1 sec. in werking.
20163416
Inbedrijfstelling, ijking en werking van de brander
met
luchtstroom
van
de
startcyclus
schakelt
op
de
TR-thermostaat/
(n° = seconden vanaf het ogenblik 0)
MAX-
M
VS
VR
M
de
M
VS
VR
M
28
NL
Regelmatige ontsteking
Geen ontsteking
20156672
Afb. 35
20156673
Afb. 36