Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Ontsteking Van De Brander; Regeling Servomotor; Afstelling Van De Lucht / Brandstof - Riello RS 810/M BLU Handleiding Voor Installatie, Gebruik En Onderhoud

Gasventilatorbrander
Inhoudsopgave

Advertenties

6.4

Ontsteking van de brander

Nadat de eerder beschreven procedure is uitgevoerd, zou de
brander ingeschakeld moeten zijn.
Indien de motor start, maar de vlam niet verschijnt en de brander
wordt vergrendeld, moet deze ontgrendeld worden en moet
gewacht worden op een nieuwe poging om te starten.
De brander kent twee soorten vergrendelingen:
 Vergrendeling
van
controlelampje op de knop 2) van de controledoos (Afb. 5 op
pag. 12) geeft aan dat de brander vergrendeld is. Raadpleeg
de
apparatuurdiagnose
vergrendeling. Om te ontgrendelen knop 2)(Afb. 5 op
pag. 12) indrukken. Ontgrendeling brander.
6.5

Regeling servomotor

De servomotor (Afb. 28) regelt de luchtklep en door middel van
de nok met variabel profiel ook de gassmoorklep. De servomotor
draait 90° in 30 s.
Hieronder staat de fabrieksinstelling beschreven van de 6
nokken waarmee de motor is uitgerust om een eerste ontsteking
mogelijk te maken. Controleer of ze voldoen aan de
onderstaande beschrijving. Indien de instelling moet worden
gewijzigd, moet rekening worden gehouden met de aanwijzingen
voor elke afzonderlijke nok:
Nok I
(ROOD): 90°
(Voor alle modellen). Beperkt de rotatie naar
het maximum.
In geval van wijziging, absoluut niet boven de 90°
afstellen.
LET OP
Nok II
(BLU): 0
(Voor alle modellen). Als de brander is
uitgeschakeld, moeten de luchtklep en de
gassmoorklep gesloten zijn: 0° Breng geen
aanpassingen aan.
6.6

Afstelling van de lucht / brandstof

De lucht/brandstofsynchronisatie gebeurt door een servomotor
1)(Afb. 29) die, rechtstreeks aangesloten op de luchtkleppen,
met behulp van een nok met variabel profiel 2) en specifieke
hendels de gasssmoorklep aanstuurt.
LET OP!
ORGANEN IN BEWEGING
GEVAAR OP BEKNELLING VAN LEDEMATEN
Het valt aan te raden, om lekken te beperken en een breed
ijkingsveld te hebben, om de servomotor aan het gebruikte
maximumvermogen in te stellen, zo dicht mogelijk bij de
maximumopening (90°).
De partialisatie van de lucht in functie van het maximum
verbrandingsdebiet gebeurt door de regeling van de branderkop
te wijzigen (Zie "Afstelling van de branderkop" op pag. 19).
Het verdelen van de brandstof op de gassmoorklep volgens de
vereiste capaciteit vindt plaats, bij een volledig geopende
servomotor, met de drukstabilisator op de gasstraat.
20163416
Inbedrijfstelling, ijking en werking van de brander
de
brander:
het
(rode
voor
de
oorzaken
 Blokkering van de motor door activering van het
thermisch relais: door verkeerde kalibratie van het
thermisch relais of problemen met de motor of de
hoofdvoeding. De knop van het thermische relais "IJking van
het thermisch relais" op pag. 15. indrukken om de motor te
ontgrendelen.
Als de motor niet wordt ingeschakeld, is het mogelijk dat het gas
led)
de verbrandingskop niet bereikt binnen de veiligheidstijd van 3 s.
Verhoog in dit geval het gasdebiet bij ontsteking.
De U-vormige manometer geeft aan wanneer het gas de mof
van
de
bereikt (Afb. 26).
Na de ontsteking moet de brander volledig afgesteld worden.
Nok III
Nokken IV-V-VI (GEEL/ZWART/GROEN): Niet gebruiken,
20074577
2
24
NL
(ORANJE): 10° Regelt de positie van
ontsteking en MIN-vermogen.
deze hebben geen enkele invloed op de
werking van de brander.
20162252
1
Afb. 28
Afb. 29

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

S032t20155875

Inhoudsopgave