● Verbrandingswaarden controleren:
– Rookgastemperatuur aan de meetpunten van de rook-
gasleiding. (Streefwaarde < 80 °C),
– O
- resp. CO
-gehalte (zie hfst. 7.3.1),
2
2
– CO-gehalte (Streefwaarde < 50 ppm).
Als de verbrandingswaarden niet binnen het streefbereik
liggen, moet de brander, overeenkomstig hfst. 7.3 worden
afgesteld.
Wij adviseren om alle gemeten waarden en de uitge-
voerde werkzaamheden met datum en handtekening in
te voeren in het bijgeleverde bedrijfshandboek.
9.2.4 Boiler vullen, bijvullen
LET OP!
Vrijkomen van rookgas uit het systeem is schadelijk voor de
gezondheid.
● Voor de inbedrijfstelling van de Daikin GCU compact de
boiler tot aan de overloop vullen.
LET OP!
Vullen van de boiler met een te hoge waterdruk of een te grote
doorstroming kan beschadigingen aan GCU compact veroor-
zaken.
● Vul slechts met een waterdruk van < 6 bar en een aanvoer-
snelheid van < 15 l/min.
Zonder geïnstalleerd
● Vulslang met terugstroombeveiliging (1/2") op de
aansluiting "Zonne-systeem - aanvoer" (afb. 9-3, pos. 1)
aansluiten.
● Boiler van de GCU compact vullen tot er water aan de
overloopaansluiting (afb. 9-3, pos. 2) vrijkomt.
● Vulslang met terugstroombe (1/2") weer verwijderen.
Met geïnstalleerd
zonne-systeem
● Vulaansluiting met KFE-kraan (toebehoren: KFE BA) aan de
regelings- en pompeenheid van het zonne-systeem
(EKSRPS4A) monteren.
● Vulslang met terugstroombeveiliging (1/2") op de vooraf
geïnstalleerde KFE-kraan aansluiten.
● Boiler van de GCU compact vullen tot er water aan de
overloopaansluiting (afb. 9-3, pos. 2) vrijkomt.
● Vulslang met terugstroombe (1/2") weer verwijderen.
Daikin GCU compact
Daikin Gas Combi Unit
008.1543899_00 – 06/2017 – NL
zonne-systeem
9
x
Inspectie en onderhoud
Zonne-systeem - aanvoer
1
Veiligheidsoverloop
2
Afb. 9-3
Vullen bufferboiler - zonder aangesloten DrainBack zonne-sy-
steem
Installatie- en onderhoudshandleiding
63