4
x
Montage en installatie
4.7.3 Temperatuursensor en andere elektrische
componenten
Aanwijzingen bij temperatursensoren
LET OP!
Gebruik van niet toegestane of niet voor het apparaat bestemde
temperatuursensoren an leiden tot ernstige storingen in de
regeleenheid van de Daikin GCU compact en de regeling van
het apparaat beschadigen.
● Gebruik uitsluitend de als toebehoren verkrijgbare tempera-
tuursensoren van Daikin.
De Daikin GCU compact kan de aanvoertemperatuur afhankelijk
van het weer regelen. Voor deze functie is de buitentemperatuur-
sensor (RoCon OT1) noodzakelijk die in de leveringsomvang is
inbegrepen. Zie voor aanwijzingen voor de montageplek en de
elektrische aansluiting hfst. 4.7.4.
De met de temperatuursensoren binnen het apparaat (tempera-
tuursensoren voor de aanvoer- en retourloop, interne menger-
sensor) vastgestelde temperaturen dienen voor de regeling van
het brandervermogen en storingssignalering. De temperatuur-
sensoren zijn af fabriek aangesloten en kunnen bij vervanging
direct op de sensor ingestoken worden.
De boilertemperatuursensor is eveneens af fabriek gemon-
teerd en aangeklemd (NTC weerstand).
Voor de regeling van een mengercircuit wordt de mengermodule
(EHS157068) benodigd waarin de mengercircuit-aanvoertempe-
ratuursensor aanwezig is.
Verdere elektrische componenten kunnen op de printplaat-
stekkers worden aangesloten:
Printplaatstekker J13
Verdere optionele regelsysteemcomponenten in het CAN-bussy-
steem (ruimteregelaar, mengermodule etc.) worden via de print-
plaatsekker J13 op het schakelpaneel aangesloten (zie
hfst. 4.7.5 t/m 4.7.7).
Printplaatstekker J8
Op de printplaatstekker J8 kunnen verdere schakelcontacten
voor de externe ketelbesturing aangesloten worden.
– Via een op de klemmen 1+2 (EXT) aangesloten potentiaalvrij
schakelcontact kan er een externe keuzeschakelaar voor de
bedrijfsmodus aangebracht worden.
Afhankelijk van een tussengeschakelde weerstand wordt bij
een gesloten schakelcontact omgeschakeld naar de toege-
wezen bedrijfsmodus - zie hfst. 4.7.9 en de functie "Omscha-
keling van bedrijfsmodus via EXT-ingang" in de documentatie
"Daikin regeling RoCon BF".
– Via een op de klemmen 3+4 (EBA) aangesloten potentiaal-
vrij schakelcontact kan er een extern warmteverzoek gedaan
worden.
Bij een gesloten schakelcontact wordt de gewenste aanvoer-
temperatuur op de met de parameter [Vertrektemp. Dag] aan
de regeling RoCon BF ingestelde waarde gezet.
Het EBA-schakelcontact heeft de voorkeur voor een verzoek
door de ruimtethermostaat.
Een schakeling via het EXT-schakelcontact heeft de voorkeur
voor dit verzoek.
De klemmen 11+12 (t
AG/WP
wezen en voor extra functies bedoeld.
Installatie- en onderhoudshandleiding
38
) zijn bij deze apparaten niet toege-
Printplaatstekker J3
Aan printplaatstekker J3 (klemmen A+A1,A2) kan een extern
besturings-, detectie- of weergaveapparaat (bijv. lamp) op het in-
terne schakelcontact aangesloten worden. Afhankelijk van de uit-
voering van het externe apparaat moeten er verschillende aan-
sluitvoorwaarden in acht genomen worden (zie afb. 4-37).
De voorwaarde voor de schakelfunctie kan via de parameters
[AUX Fct] en [AUX time] aan de regeling RoCon BF worden inge-
steld (zie de gebruikshandleiding van de regeling).
Afb. 4-37 Aansluiting schakelcontact (AUX-uitgang)
De conform variant 2 (geschakeld vermogen > 15 W) van de te
gebruiken relais moeten geschikt zijn voor 100 % inschakelduur.
De aansluitklemmen B+B1 zijn bij deze apparaten niet toege-
wezen of voor extra functies bedoeld
Printplaatstekker J16
Op de printplaatstekker J16 (klemmen 1+2) kan een ruimtether-
mostaat (potentiaalvrij schakelcontact) aangesloten worden (zie
hfst. 4.7.8). Een aangesloten ruimtethermostaat moet via de pa-
rameter [Room thermostat] aan de regeling RoCon BF geacti-
veerd worden.
In de bedrijfsmodus "Verwarmen" en tijdens de actieve verwar-
mingsfasen van de tijdprogramma´s zorgt een gesloten schakel-
contact voor een warmteverzoek. Dit verzoek heeft de voorkeur
voor schakelfuncties die via de printplaatstekker J8 zijn aange-
sloten (uitzondering EBA-schakelcontact).
De vorstveiligheidsfuncties zijn ook bij een geopend schakel-
contact actief.
De aansluitklemmen 3+4 zijn bij deze apparaten niet toegewezen
en voor extra functies bedoeld.
Verdere aanwijzingen en de nauwkeurige beschrijving
staan vermeld in de documentatie "Daikin Regeling
RoCon BF". Deze is bij de leveringsomvang van de
Daikin GCU compact inbegrepen.
Daikin GCU compact
Daikin Gas Combi Unit
008.1543899_00 – 06/2017 – NL