● Steek beide aansluitkoppelingen (afb. 4-22, pos. B) door de
montageplaat in de houders aan de zijkant.
● Borg beide aansluitkoppelingen middels steekbeugels
(afb. 4-22, pos. C) in hun houders.
● Steek de afsluitdop (afb. 4-22, pos. E) in de bovenste houder.
● Borg de afsluitdop met de steekbeugel (afb. 4-22, pos. D).
● Snij met behulp van een geschikt gereedschap doorgangen
in de zijkant van de warmte-isolatie (afb. 4-23, pos. A).
Afb. 4-23 Uitsnedes warmte-isolatie
4.6.2 Hydraulische leidingen aansluiten
● Koudwateraansluitdruk controleren (maximaal 6 bar).
– Bij hogere drukken in de drinkwaterleiding moet een druk-
regelaar worden gemonteerd.
● Hydraulische aansluitingen aan de Daikin GCU compact
maken.
– Positie van de verwarmingsaansluitingen afb. 4-4 /
afb. 4-6, dimensie als vermeld in tab. 3-1.
–
Neem het voorgeschreven aanhaalmoment in acht
(zie hfst. 12.3).
– Leg de leidingen zo dat de afdekkap na de montage van
de Daikin GCU compact zonder problemen geplaatst kan
worden.
– Wateraansluiting voor het vullen of bijvullen van het ver-
warmingssysteem conform EN 1717/EN 61770 uitvoeren
zodat een verontreiniging van het drinkwater door recircu-
latie veilig wordt voorkomen.
De GCU compact is uitgerust met een druksensor. De
installatiedruk wordt elektronisch bewaakt en kan wor-
den weergegeven wanneer het apparaat is ingescha-
keld.
Toch raadt Daikin aan, bijv. tussen de GCU compact en het
membraanexpansievat een mechanische manometer te instal-
leren.
– Monteer deze manometer zo, dat deze bij het vullen goed
zichtbaar is.
Daikin GCU compact
Daikin Gas Combi Unit
008.1543899_00 – 06/2017 – NL
4
x
Montage en installatie
● Afblaasleiding aan de veiligheidsoverdrukklep en het
membraanexpansievat conform EN 12828 aansluiten.
– Eventueel vrijkomende stoom of verwarmingswater moet
via een afvoerleiding met geschikte en continue helling
vorstveilig, gevaarloos en zichtbaar afgevoerd kunnen
worden.
– Leg de leidingen zo dat de afdekkap na de montage van
de Daikin GCU compact zonder problemen geplaatst kan
worden.
– Installeer een afdoende gedimensioneerd en voor de ver-
warmingsinstallatie vooraf ingesteld membraanexpansie-
vat. Tussen warmteopewekker en veiligheidsklep en mag
zich geen hydraulische afsluitarmatuur bevinden.
– Membraanexpansievat op een goed toegankelijke plaats
aanbrengen (onderhoud, vervanging van onderdelen).
● Isoleer leidingen tegen warmteverliezen en ter voorkoming
van de vorming van condenswater (isolatiedikte ten minste
20 mm).
– Watertekortbeveiliging: De druk- en temperatuurbewaking
van de oververhittingsbeveiliging van de Daikin
GCU compact schakelt de HR-gasketel bij watertekort veilig
uit en vergrendelt hem. Op de werkplaats is verder geen
beveiliging voor watertekort vereist.
– Schade door afzettingen en corrosie vermijden: Neem de
eisen aan het boilerwater in acht (zie hfst. 1.2.5.)
WAARSCHUWING!
Bij warmwatertemperaturen > 60 °C bestaat gevaar voor brand-
wonden. Dit is mogelijk bij gebruik van installaties op zonne-
energie, bij een aangesloten extern verwarmingsapparaat, als
de legionellabeveiliging geactiveerd is of de gewenste tempe-
ratuur van het warme tapwater > 60 °C is ingesteld.
● Bescherming tegen brandwonden (mengvoorziening
warmwater (bijv. VTA32)) monteren.
Installatie- en onderhoudshandleiding
33