Algemene veiligheidsmaatregelen Algemene veiligheidsmaatregelen Bijzondere veiligheidsinstructies WAARSCHUWING WAARSCHUWING Verwarmingstoestellen, die niet op juis- Het negeren van de volgende veilig- te wijze zijn ingericht en geïnstalleerd, heidsinstructies kan leiden tot ernstig li- kunnen de werking van het verwar- chamelijk letsel of de dood. mingssysteem negatief beïnvloeden ▪...
Algemene veiligheidsmaatregelen Alle verwarmingsparameters die noodzakelijk zijn voor een comfor- ▪ In het gebouw moet er een drukont- tabel gebruik zijn al af fabriek ingesteld. Neem voor de instelling van lastingsvoorziening met een in- de regeling ook de eveneens geldige documenten in acht. gangsdruk van kleiner dan als Eveneens geldige documenten 0,6 MPa (6 bar) geïnstalleerd wor-...
Algemene veiligheidsmaatregelen Elk ander gebruik geldt als niet-beoogd en leidt tot het verlies van de Veiligheidsinstructies voor de garantie. In dat geval is de gebruiker zelf aansprakelijk voor eventu- montage en de werking ele schade. De GCU compact is geschikt voor de werking met aardgas E, aard- 1.2.1 Algemeen gas LL en vloeibaar gas (propaan).
Algemene veiligheidsmaatregelen ▪ De wateraansluiting moet aan de eisen van EN 12897 voldoen. VOORZICHTIG Bovendien moet acht worden geslagen op de vereisten van ▪ Indien er een DrainBack zonneverwarmingssys- ▪ EN 1717 – Bescherming tegen verontreiniging van drinkwater in teem is aangesloten: Installeer de GCU compact ver ge- waterinstallaties en algemene eisen voor inrichtingen ter voor- noeg beneden de zonnecollectoren om het volledige le- koming van verontreiniging door terugstroming (Protection...
Overdracht aan exploitant en garantie Overdracht aan exploitant en garantie Gebruiker wegwijs maken ▪ Instrueer de gebruiker hoe hij het verwarmingssysteem moet be- dienen en kan inspecteren alvorens het verwarmingssysteem wordt opgeleverd. ▪ Overhandig de gebruiker de technische documenten (op zijn minst de gebruikshandleiding en het bedrijfshandboek) en maak de ge- bruiker erop attent, dat deze documenten altijd beschikbaar en in de buurt van het apparaat dienen te worden bewaard.
Productbeschrijving Het drinkwater neemt op de weg naar boven continu de warmte van pos. Omschrijving het boilerwater op. De stromingsrichting bij het tegenstroomprincipe Inwendige mengersensor (= aanvoertemperatuursen- en de spiraalvormige warmtewisselaar zorgt voor een uitgesproken sor verwarmingscircuit) temperatuur in de boiler. Omdat de hoge temperaturen zeer lang in het bovenste deel van de boiler behouden blijven, wordt zelfs bij het Gasketel langdurig aftappen een grote warmtecapaciteit bereikt.
Pagina 14
Productbeschrijving Alle instellingen, weergaven en functies worden via de geïntegreer- de regeling RoCon BF uitgevoerd. Het display en de bedieningsele- menten zorgen voor comfortabele bedieningsmogelijkheden. Voor een beter comfort is een digitale ruimteregelaar (EHS157034) optioneel verkrijgbaar. Die kan als afstandsbediening en als ruimte- thermostaat worden gebruikt.
Montage en installatie Montage en installatie WAARSCHUWING Op ondeskundige wijze geïnstalleerde gasapparaten kun- nen leven en gezondheid in gevaar brengen en slecht functioneren. ▪ Plaatsing en installatie van de GCU compact alleen door verwarmingsdeskundigen die door het gas- of energie- bedrijf hiervoor zijn geautoriseerd. Een ondeskundige installatie maakt de door de fabrikant gegeven garantie voor het apparaat ongeldig.
Montage en installatie Plaatsingsmogelijkheden Afb. 4-6 Aansluitmaten GCU compact 5xx (bovenaanzicht) Legenda met positienummers zie Tab. 3-1 Voorkant Achterkant INFORMATIE Wij adviseren ter voorkoming van de veel afkoelverliezen de montage van zwaartekrachtremmen SKB of het aan- brengen van een sifon (aansluitleiding direct naar bene- dene leiden) aan de drinkwateraansluitingen.
Montage en installatie Plaatsingsvariant 4 INFORMATIE De GCU compact wordt met SET GCU1 en de LAS-verbindinglei- Het gebruik van de GCU compact bij de van de omge- ding SET H of SET K op het buitenwandsysteem SET G aangeslo- vingslucht onafhankelijke werking met concentrische rook- ten. gas-/toevoerluchtgeleiding wordt door ons aanbevolen.
Montage en installatie ▪ De rookgasafvoer naar buiten gebeurt door de schoorsteen of door een installatieschacht. Als de verbindingsleiding tussen de ▪ Aansluiting van meer dan één apparaat op een gemeenschappe- GCU compact en de installatieschacht met één wand of niet ge- lijk lucht-/rookgassysteem dat bestanddeel van het gebouw is heel omspoeld door verbrandingslucht wordt uitgevoerd, is er een ventilatieopening naar buiten van ten minste 150 cm...
Montage en installatie ▪ aansluiting van de luchttoevoerleiding op een aanwezige verticale schacht (bijv. schoorsteen) die bestanddeel van het gebouw is. ▪ De dwarsdoorsnede voor deze installatieschacht moet zo gedi- mensioneerd zijn dat tussen buitenwand van de rookgasleiding en de binnenkant van de installatieschacht de volgende mini- mum afstand wordt aangehouden: ▪...
Montage en installatie ▪ Bij van omgevingslucht onafhankelijk bedrijf dient de plaatsings- Aan de boiler de afdekkingen (Afb. 4-9, pos. B) losnemen en de ruimte vrij te zijn van agressieve dampen (bijv. haarspray, per- schroefdraadstukken (Afb. 4-9, pos. F) uit de openingen draaien chloorethyleen, tetrakoolstoffen), grote hoeveelheden stof en hoge waaraan de handgrepen gemonteerd moeten worden.
Montage en installatie VOORZICHTIG De warmte-isolatie (Afb. 4-12, pos. A) bestaat uit drukge- voelige, gevormde EPP-delen, die bij ondeskundige be- handeling eenvoudig beschadigd kunnen raken. ▪ Voer het verwijderen van de warmte-isolatie uitsluitend uit in de hieronder aangegeven handelingsvolgorde en de bij de betreffende handelingen aangegeven richtin- gen.
Montage en installatie ▪ Inschuifhoek van de rookgaspijp in de schoorsteen of installatie- Lucht-/rookgasafvoersysteem schacht: ten minste 3°. (LAS) ▪ Horizontale onderdelen in de verbindingsleiding vermijden of zo kort mogelijk uitvoeren. 4.5.1 Algemene aanwijzingen voor het ▪ Stijging voor horizontale onderdelen van de rookgasleiding: ten rookgasafvoersysteem minste 3°.
Montage en installatie Afb. 4-15 Rookgasdebiet naar gelang branderbelasting GCU com- Afb. 4-16 Bovenaanzicht GCU compact rookgasaansluiting naar pact (alle types) achteren met SET H (zie Hfst. 4.5.3) - (maten zie Aardgas E/H (G20) Tab. 4-1) Aardgas LL/L (G25) Vooraanzicht Vloeibaar gas (G31) Inspectiestuk Rookgasdebiet Testadapter Branderbelasting De rookgasdebiet van het systeem hangt af van het ingestelde bran-...
Montage en installatie Wateraansluiting INFORMATIE Conform EN 12828 moet er een veiligheidsklep aan of in De aansluitingen van de GCU compact bevinden zich boven of aan de buurt van de warmteopwekker gemonteerd worden de voorkant van het apparaat ( zonne-energie recirculatie). Ver- waarmee de maximaal toegestane bedrijfsdruk in het ver- warmingscircuit en boilerlading hebben een gemeenschappelijke warmingssysteem kan worden beperkt.
Montage en installatie Om de aansluitingen naar achteren te richten, zijn de volgende 4.6.1 Positioneren van de aansluitingen van de ombouwstappen nodig: toevoer- en retourleidingen van de verwarmingsinstallatie Afdekking en bovenste warmte-isolatie afnemen (zie Hfst. 4.4.3). De aansluitingen van de toevoer- en retourleidingen kunnen aan de voorzijde en aan de achterzijde uit het apparaat worden geleid, om deze optimaal aan te passen aan de bouwkundige situatie van de opstellingslocatie.
Montage en installatie Steekbeugel van het bochtstuk (Afb. 4-20, pos. G) lostrekken. Bochtstuk (Afb. 4-20, pos. F) voorzichtig zo ver achterwaarts uit de horizontale houder trekken, dat de montageplaat (Afb. 4-22, pos. A) er verticaal tussen kan worden gestoken. Afb. 4-23 Opening warmte-isolatie Afb. 4-22 Aansluitingen van toevoer- en retourleidingen van de verwarmingsinstallatie naar achteren gericht 10 Montageplaat tussen het bochtstuk en zijn horizontale houder...
Montage en installatie Afblaasleiding aan de veiligheidsoverdrukklep en het membraan- Condenswater- en overloop-/afvoertraject op lekkages controle- expansievat conform EN 12828 aansluiten. ren. ▪ Eventueel vrijkomende stoom of verwarmingswater moet via een afvoerleiding met geschikte en continue helling vorstveilig, gevaarloos en zichtbaar afgevoerd kunnen worden. ▪...
Montage en installatie Verwijder de borgschroef rechtsboven aan het schakelpaneel van de ketel (Afb. 4-28). Afb. 4-28 Borgbout verwijderen Afb. 4-27 P-aansluitset voor Biv-apparaten van type (afbeelding Demonteer de kabelafdekking van de achterzijde van de behui- als voorbeeld voor GCU compact 5xx Biv) zing van de regelaar (Afb.
Pagina 31
Montage en installatie Leid de kabel naar de behuizing van de regelaar en isolatie ver- wijderen conform Afb. 4-30. Afb. 4-31 Voorste afdekking openen, bedrading in de regeling leg- gen en elektrische aansluitingen maken 13 Bedrading in de behuizing van de regeling leggen (Afb.
Pagina 32
Montage en installatie Aansluitingen van de printplaatstekkers: 3UVB1 AUX-aansluiting Netaansluiting Sensoren, schakelcontacten FlowSensor (FLS1) 3UV DHW CAN-systeembus Circulatiepomp P Ruimtethermostaat Kabelkleuren: blauw bruin geel groen n.b. Contact nog vrij Voedingspanning 230 V, 50 Hz Tab. 4-3 Legenda bij Afb. 4-32 INFORMATIE Een gedetailleerde beschrijving van de afzonderlijke aan- sluitingen staat vermeld in Hfst.
Montage en installatie Afb. 4-34 Kabelafdekking monteren 16 Frontdeksel sluiten en borgschroef weer inschroeven. VOORZICHTIG Beknelde kabels kunnen leiden tot kortsluitingen en een verstoorde werking van de installatie. Afb. 4-35 Opbouw en positionering van de 3‑wegkleppen ▪ Let er bij het sluiten van het frontdeksel op, dat er geen kabel bekneld raakt.
Montage en installatie Printplaatstekker J8 De vorstveiligheidsfuncties zijn ook bij een geopend schakelcontact actief. Op de printplaatstekker J8 kunnen verdere schakelcontacten voor de externe ketelbesturing aangesloten worden. De aansluitklemmen 3+4 zijn bij deze apparaten niet toegewezen en voor extra functies bedoeld. ▪...
Montage en installatie 4.7.5 Mengermodule RoCon M1 Op de GCU compact kan de mengermodule EHS157068 aangeslo- ten worden (printplaatstekker J13), die via de elektronische ketelre- geling wordt geregeld. INFORMATIE Deze component wordt met een aparte installatiehandlei- ding aangeleverd. Instel- en bedieningsaanwijzingen, zie de meegeleverde regelingshandleiding.
Montage en installatie ▪ Bij de installatie dient een thermisch smeltende blokkeerinrichting Bedrijfsmodus Weerstand RV Tolerantie (TAE) en een gasstroombewaker (GSW) met DVGW-keurmerk te Stand-by < 680 Ω ± 5% worden aangebracht. De TAE moet voldoen aan testcriterium DVGW-VP 301. De GSW dient geschikt te zijn voor de maximaal Verwarmen 1200 Ω...
Montage en installatie Afb. 4-44 Instelling gassoort Ingangs-gasdruk controleren Schroef in de meetaansluiting ingangs-gasdruk (Afb. 4-43, Afb. 4-42 Bovenste bekledingspaneel van de verwarmingscel ver- pos. 3.3) een halve slag linksom draaien. wijderen Deksel van de verwarmingscel Gasleiding deskundig ontluchten. Voorste bekleding van de verwarmingscel Meetslang van het drukmeettoestel op de meetaansluiting in- Veiligheidsgasregelblok Basisbekleding van de verwarmingscel...
Montage en installatie 4.9.4 Boiler vullen Hfst. 9.2.5. 4.9.5 Verwarmingsinstallatie vullen Hfst. 9.2.6. Installatie- en gebruikshandleiding Gas Combi Unit Op de vloer geplaatste HR-gasketel met geïntegreerde boiler 008.1543899_02 – 04/2019 – NL...
Inbedrijfstelling Netschakelaar inschakelen. Startfase afwachten. Inbedrijfstelling ▪ Zie bij startproblemen Hfst. WAARSCHUWING Verwamingsinstallatie aan de regeling RoCon BF configureren. Een ondeskundig in bedrijf gestelde GCU compact kan le- ▪ Instelling en toelicht zie de meegeleverde gebruikshandleiding ven en gezondheid van personen in gevaar brengen en de "Regeling RoCon BF"...
Inbedrijfstelling VOORZICHTIG Type GCU compact 524 (Biv) Gassoort Branderbelas- -gehalte in -gehalte in De automatische ontsteking is zo geprogrammeerd dat er (10) (ijkgas) ting rekening gehouden is met een veroudering van de onder- delen. Een 100%-kalibratie van de automatische ontste- Aardgas E/H Basisbelasting 5,6 –...
Inbedrijfstelling Checklistst voor inbedrijfstelling Checklijst voor de inbedrijfstelling GCU compact conform een toegestane plaatsingsvariant en zonder zichtbare schade correct geplaatst? Is er voor toevoer van verbrandingslucht gezorgd? Voldoende ventilatie en luchtafvoer van de verwarmingsruimte bij beperkt van de ruimtelucht afhankelijke (gescheiden rookgas-/aanvoerluchtgeleiding) of bij van de ruimtelucht afhankelijke werking gegarandeerd? Beantwoordt de netaansluiting aan alle voorschriften? Netspanning 230 Volt, 50 Hz?
Regeling en elektronische componenten Wit: Standaardverlichting, normale bedrijfsweergave. Regeling en elektronische Rood: Foutstatus, afhankelijk van de fout werkt de ketel met componenten beperkingen verder. Groen: Programmeermodus met exploitantautorisatie. Bedieningselementen op het Blauw: Programmeermodus met vakmanautorisatie. schakelpaneel van de ketel Bij normale werking van de installatie moet de draaischakelaar op "Info"...
Regeling en elektronische componenten Afb. 6-2 Bedieningsgedeelte demonteren/monteren Aanzicht van voren Aanzicht van achteren Bedieningsgedeelte RoCon B1 Stekkerplaats voor communicatiekabels Communicatiekabels Sensoren vervangen De meeste inwendige voelers en sensoren in het apparaat (Afb. 6-3) kunnen worden uitgewisseld, zonder dat hiervoor de behuizing van de regelar hoeft te worden geopend.
Regeling en elektronische componenten 6.3.1 Thermometer van de aanvoertemperatuur / retourthermometer en druksensor vervangen GEVAAR: RISICO OM ZICH TE VERBRANDEN Gevaar voor brandwonden door verwarmingswater. Sensoren staan rechtstreeks in verbinding met het verwar- mingswater onder druk. ▪ Vóór het verwijderen van de sensoren de kogelkramen aan de ketelaanvoer- en retour sluiten en de druk van de KFE-kraan halen.
Verwarmingscel met gasbrander Verwarmingscel met gasbrander Opbouw en beknopte beschrijving Afb. 7-2 Componenten van de GCU compact-verwarmingscel: gastraject – opengewerkte tekening (legenda zie Tab. 7-1) Afb. 7-1 GCU compact – verwarmingscel (legenda Tab. 7-1) Gas Combi Unit Installatie- en gebruikshandleiding Op de vloer geplaatste HR-gasketel met geïntegreerde boiler 008.1543899_02 –...
Pagina 46
Verwarmingscel met gasbrander Pos. Omschrijving Gasverbindingsleiding Gasaansluiting G ½" IG met aangesloten gasslang Veiligheidsgasregelblok Aansluitadapter gasklep Condenswaterleiding met overvulbeveiliging Rookgasverzamelaar Veiligheidssteekbeugel voor gasverbindingsleiding (2x) Toevoerverzamelbuis Ketellichaam 4× bevestigingsbout (branderventilatie / branderflens) 3× bevestigingsbout (venturisproeier) 2× O-ring (venturisproeier - gasverbindingsleiding - aansluitadapter) Afdichting (branderventilatie / branderflens) 6×...
Verwarmingscel met gasbrander Veiligheidsfunctie De brander instellen Uitschakeling en indicatie in geval van storing GEVAAR: ONTPLOFFINGSGEVAAR Een overzicht van vergrendelende en tijdelijke uitschakeling door Uitstromend gas is levensgevaarlijk en kan schadelijke ge- storing staat vermeld in Hfst. 10.3, Tab. 10-2 Tab.
Verwarmingscel met gasbrander 7.3.1 Instellingswaarden Type GCU compact 3xx / 5xx (Biv) Gassoort Branderbelas- -gehalte in -gehalte in Type GCU compact 315 / 515 (Biv) (13) (ijkgas) ting in kW bij "Basisbelas- Gassoort Branderbelas- -gehalte in -gehalte in Inge- – Inge- – ting" (13) (ijkgas) ting in kW bij steld...
Verwarmingscel met gasbrander Stroomdruk controleren. De stroomdruk van de gasinvoer mag Gassoort in de regeling RoCon BF als volgt wijzigen: niet ver onder de rustdruk minus het drukverlies in de gasaan- ▪ Draaischakelaar op stand "Configuratie" sluitingsslang (zie Tab. 12-9) dalen. Bij te lage stroomdruk gaat Overzicht wordt weergegeven.
Verwarmingscel met gasbrander Met de draaiknop het niveau "Lambda-Gx" selecteren. Branderverzoek (bijv. verwarmingswerking) gerereren. è Overzicht wordt weergegeven. è Brander start zonder problemen: controle van de rookgas- waarden conform Hfst. 7.3.3 herhalen. Als de rookgaswaar- Met de draaiknop de parameter [100% kalibratie] selecteren en den binnen de toegestane grenzen liggen, zijn er geen ver- bevestigen.
Verwarmingscel met gasbrander Brander demonteren GEVAAR: GEVAAR VOOR ELEKTROCUTIE Stroomgeleidende onderdelen kunnen bij aanraking tot een elektrische schok leiden en zo levensgevaarlijk letsel en brandwonden veroorzaken. ▪ Alvorens de brander te demonteren de hoofdschakelaar van de verwarming uitschakelen en beveiligen tegen on- bedoeld opnieuw inschakelen.
Pagina 52
Verwarmingscel met gasbrander Branderoppervlak losschroeven van de branderflens. Let er bij het optillen van het branderoppervlak op, dat deze niet in aanra- king komt met de elektroden en daardoor beschadigd raakt. (Afb. 7-7). Afb. 7-6 Demontage brander (weergave aan de hand van voor- (16) beeld voor brander Veiligheidssteekbeugel...
Pagina 53
Verwarmingscel met gasbrander Afb. 7-8 Reinigen van het branderoppervlak 11 Branderoppervlak (Afb. 7-7, pos. 3) controleren op beschadigin- gen, evt. vernieuwen. Brander monteren Brander in de omgekeerde volgorde van de branderdemontage in elkaar bouden. ▪ Bij het monteren van het branderoppervlak in de branderflens moet uiterst voorzichtig te werk worden gegaan en worden ge- let op een juiste positionering (Afb.
Hydraulische aansluiting Afkorting. Omschrijving Hydraulische aansluiting 3UVB1 3‑weg-mengklep (verwarming/intern ketelcircuit) WAARSCHUWING Koud tapwater Om het vrijkomen van rookgas te voorkomen moet vóór de Warm tapwater inbedrijfstelling van de GCU compact de boiler tot aan de DSR1 Regelaar voor zonnesystemen onder druk overloop gevuld zijn.
Pagina 55
Hydraulische aansluiting Afb. 8-1 GCU compact 3xx (voorbeeld) met DrainBack-zonnesysteem (legenda zieTab. 8-1) Afb. 8-2 GCU compact 5xx (voorbeeld) mit druk-zonnesysteem (legenda zieTab. 8-1) Gas Combi Unit Installatie- en gebruikshandleiding Op de vloer geplaatste HR-gasketel met geïntegreerde boiler 008.1543899_02 – 04/2019 – NL...
Inspectie en onderhoud Afdekkap en boiler reinigen Inspectie en onderhoud ▪ Reiniging van kunststofdelen alleen met zachte doeken en milde reinigingsmiddelen. Algemene inspectie en onderhoud ▪ Geen reinigingsmiddelen met agressieve oplosmiddelen gebrui- ken (beschadigen de kunststofoppervlakken). De regelmatige inspectie en onderhoud van de CV-installatie ver- mindert het energieverbruik en waarborgt een lange levensduur en 9.2.1 Aansluitingen en leidingen controleren...
Pagina 57
Inspectie en onderhoud Afb. 9-2 Visuele controle van de brandkamer Brandkamer op verontreinigingen controleren. INFORMATIE Onder bepaalde omstandigheden kunnen er droge afzet- tingen aan de oppervlakken van de warmtewisselaar optre- den. Die kunnen het rookgastraject verstoppen en zo de efficiëntie van de HR-ketel verminderen. De afzettingen (zie Afb.
Inspectie en onderhoud 9.2.3 Vulpeil van de boiler controleren INFORMATIE Onder de onderhoudswerkzaamheden valt ook het nagaan Visuele controle boilerpeil (vulpeilaanduiding). of voor de veiligheid belangrijke onderdelen hun nominale Eventueel vulpeil corrigeren en de oorzaak voor een te laag vul- levensduur bereikt hebben: pijl bepalen en verhelpen.
Inspectie en onderhoud 9.2.6 Verwarmingssysteem en boilerlaadcircuit vullen, bijvullen GEVAAR: GEVAAR VOOR ELEKTROCUTIE Tijdens het vullen kan er water uit eventuele lekpunten vrij- komen dat met aanraking met onder stroom staande on- derdelen elektrische schokken kan veroorzaken. ▪ Voor het vullen de GCU compact stroomloos schakelen. ▪...
Inspectie en onderhoud Controleer, of de kap van de automatische ontluchter (Afb. 9-8, pos. A) geopend is. Afb. 9-8 Ontluchterkap losnemen Kap van de automatische ontluchter Waterkraan (Afb. 9-7, pos. 6) van de toevoerleiding openen. KFE-kraan (Afb. 9-7, pos. 2) openen en manometer (Afb. 9-7, pos. 8) in de gaten houden.
Pagina 61
Inspectie en onderhoud Activeer de ontluchtingsfunctie (zie megeleverde handleiding van de regelaar). – Door het activeren van de ontluchtingsfunctie start de Ro- Con BF regeling een vast gedefinieerd procesprogramma, met start-stopbedrijf van de geïntegreerde cv-circulatiepomp en met verschillende standen van de in de GCU compact geïntegreerde 3‑weg-kleppen.
Fouten en storingen INFORMATIE Fouten en storingen Nauwkeurige informatie over de regeling en over het scha- kelpaneel van de ketel en over de instellingen van de be- 10.1 Fouten signaleren en storingen drijfsmodi en parameters staat vermeld in Hfst. 6 en in de documentatie „Regeling RoCon BF“...
Pagina 63
Fouten en storingen Storing Mogelijke oorzaak Mogelijke oplossing Branderventilator komt Geen netspanning op brander ▪ Stekker X1 aan de automatische ontsteking insteken vastklik- ken. ondanks branderop- vraag niet in werking ▪ Spanning aan de klemmen L-N van de stekker X1 controle- ren.
Fouten en storingen 10.3 Foutcodes Code Module/aanduiding Fouten E 12 Automatische ontsteking of t defect (draadbreuk, kortlsuiting) of veiligheidstemperatuurbegrenzer STBK is geactiveerd (bijv. blokkerende fout watertekort of pomp defect) E 65 Bij kalibratie te grote afwijking tegenover vorige waarde (vuile toevoerlucht, elektrodevervanging, elektro- de defect).
Pagina 65
Fouten en storingen Code Module/aanduiding Fouten Automatische ontsteking 1× geen vlamvorming aan het einde van de veiligheidstijd (geen gas, kleppen gaan niet open, geen ont- stekingsvonk). Tijdelijke storing, aparaat Vlamuitval in vlamstabilisatie (ionisatie-elektrode defect of vervuild). probeert opnieuw te starten E 10 Vlamuitval aan het einde van de veiligheidstijd (ionisatie-elektrode defect of vervuild).
Fouten en storingen 10.4 Branderstoringen en STB- storingen verhelpen GEVAAR: RISICO OM ZICH TE VERBRANDEN Verbrandingsgevaar bij STB-storing door een zeer heet ke- tellichaam. ▪ Raak geen metalen delen aan de ketel aan. ▪ Laat de ketel afkoelen. ▪ Draag veiligheidshandschoenen. INFORMATIE De telkens laatste foutoorzaak wordt in het apparaat opge- slagen en kan ook na een spanningsuitval bij het opnieuw...
Buiten bedrijf stellen Buiten bedrijf stellen GEVAAR: RISICO OM ZICH TE VERBRANDEN Bij het openen van de zonne-energie-retouraansluiting en van de warmwateraansluitingen is er verbrandings- en overstromingsgevaar door vrijkomend heet water. ▪ Boiler resp. verwarmingssysteem alleen legen als die lang genoeg afgekoeld zijn, met een geschikte voorzie- ning voor het veilige afvoeren of opvangen van het vrij- komende water.
Buiten bedrijf stellen Steek de KFE-vulaansluiting in het aansluitstuk en borg deze met ee steekbeugel (Afb. 11-6). Afb. 11-3 KFE-vulaansluiting compleet maken Afb. 11-6 KFE-vulaansluiting in aansluitstuk monteren KFE-kraan aan KFE-vulaansluiting openen. Stel het ventielinzetstuk aan het aansluitstuk zo in, dat de weg naar de afvoerslang geopend wordt (zie ook Afb.
Buiten bedrijf stellen 11.2 Definitieve buitenbedrijfstelling en afvoer Voor het definitieve stilleggen de GCU compact buiten bedrijf stellen (zie Hfst. 11.1), van alle elektrische, gas- en wateraansluitingen afkoppelen, op de juiste wijze afvoeren. Aanwijzingen voor de afvalverwijdering De GCU compact is milieuvriendelijk geconstrueerd. Bij de afvoer treedt er alleen afval op dat ofwel hergebruikt kan worden of ther- misch behandel kan worden.
Technische specificaties 12.1.5 Vermeldingen op het typeplaatje Apparaat-type Type apparaat Produkt-ID (CE-nummer) Nominale warmtebelasting Q Nomnaal vermogen P (80/60 °C) Nominaal thermisch vermogen bij condensatiewerking P (50/30 °C) NOx-klasse (EN 15502) Voeding U Elektr. vermogensopname elmax Beschermingsklasse Ledig gewicht Totaalgewicht vol Max. bedrijfsdruk PMW (sanitair) Max.
Pagina 74
Klasse van de temperatuurrege- pakketten en andere producten staan vermeld op www.rotex-hea- laar ting.com of https://energylabel.daikin.eu. Bijdrage tot de door het jaargetijde Schakelvermogen bij verwarmingswerking, gemeten conform bepaalde ruimterverarmings-ener- EN 15036 onder de voorwaarden van EN ISO 3746, nauwkeurig- gie-efficiëntie heidsklasse 3.
Technische specificaties 12.6 Elektrisch aansluitschema Afb. 12-5 Bedradingsschema GCU compact Gas Combi Unit Installatie- en gebruikshandleiding Op de vloer geplaatste HR-gasketel met geïntegreerde boiler 008.1543899_02 – 04/2019 – NL...
13 Aantekeningen Aantekeningen Gas Combi Unit Installatie- en gebruikshandleiding Op de vloer geplaatste HR-gasketel met geïntegreerde boiler 008.1543899_02 – 04/2019 – NL...
Pagina 80
Aantekeningen Installatie- en gebruikshandleiding Gas Combi Unit Op de vloer geplaatste HR-gasketel met geïntegreerde boiler 008.1543899_02 – 04/2019 – NL...
Pagina 81
Aantekeningen Gas Combi Unit Installatie- en gebruikshandleiding Op de vloer geplaatste HR-gasketel met geïntegreerde boiler 008.1543899_02 – 04/2019 – NL...
Pagina 82
Aantekeningen Installatie- en gebruikshandleiding Gas Combi Unit Op de vloer geplaatste HR-gasketel met geïntegreerde boiler 008.1543899_02 – 04/2019 – NL...
Voor de schoorsteenveger Voor de schoorsteenveger 14.1 Gegevens voor de constructie van de rookgasleiding Apparaat Branderbe- Nominaal vermogen in Rookgasdebiet in g/s Rookgastemperatuur in Beschikbare lasting in °C transportdruk in 50/30 °C 80/60 °C Aardgas E/ Aardgas LL/ Vloeibaar 50/30 °C 80/60 °C GCU compact 1,32 1,27 1,28...