C
:
33
– verticale uitmondingen rookgasafvoer en -toevoer
– Uitmondingen binnen een vierkant van 50 cm x 50 cm
– Afstand van de uitmondingniveaus < 50 cm
C
:
43
– Aansluiting van meer dan één apparaat op een gemeen-
schappelijk lucht-/rookgassysteem dat bestanddeel van het
gebouw is
– verticale uitmonding rookgasafvoer en -toevoer
– Uitmondingen binnen een vierkant van 50 cm x 50 cm
– Afstand van de uitmondingniveaus < 50 cm
– Geschikt berekend bewijs van dimensionering noodzakelijk
dat bij de aanvoer van rookgas in het gemeenschappelijke
lucht-/rookgassysteem onderdruk heerst. Het rookgas moet
met een natuurlijke trek worden afgevoerd.
– Zie voor gegevens voor de berekening van de dimensione-
ring tab. 15-1.
– Condenswaterafvoer uit het gemeenschappelijke lucht-/rook-
gassysteem mag niet door het apparaat worden afgeleid.
C
:
53
– verticale uitmonding rookgasafvoer
– Uitmonding luchttoevoer in verschillende drukbereiken moge-
lijk.
– Uitmondingen mogen niet aan tegenoverliggende muren van
het gebouw geïnstalleerd worden
C
:
63
– Aansluiting op een apart goedgekeurd en aangeboden rook-
gas-/luchtsysteem, indien door nationaal recht toegestaan.
– Daarmee kunnen alle andere voor apparaattype C beschre-
ven installatievormen uitgevoerd worden, als aan de voor-
waarden van de betreffende installatievorm is voldaan.
– Indien de dimensies van het toegepaste systeem afwijken
van het in deze handleiding beschreven systeem (zie
hfst. 4.5.1), is er een geschikt berekend bewijs van dimensio-
nering noodzakelijk.
– Zie voor gegevens voor de berekening van de dimensione-
ring tab. 15-1.
– Eigenschappen en toepassingsmogelijkheden van het leidin-
genstelsel:
a) Minimum eisen conform hfst. 4.5.1 voldaan
b) Condenswaterafvoer in het apparaat bij enkele toewijzing
toegestaan, bij meervoudige toewijzing niet toegestaan.
c) Maximale temperatuur verbrandingslucht: 60 °C
d) Maximaal toegestaan rookgasrecirculatiedebiet onder
windomstandigheden: 10%
C
:
83
– Aansluiting van één of meer apparaten op een vacuüm-rook-
gassysteem die bestanddeel van het gebouw is.
– verticale uitmonding rookgasafvoer
– Luchttoevoer via bijbehorende tweede leiding
– Uitmonding luchttoevoer in verschillende drukbereiken moge-
lijk.
– Geschikte berekend bewijs van dimensionering noodzakelijk
dat bij de aanvoer van rookgas in dit rookgasafvoersysteem
onderdruk heerst.
– Zie voor gegevens voor de berekening van de dimensione-
ring tab. 15-1.
– Eigenschappen en toepassingsmogelijkheden van het rook-
gasafvoersysteem:
a) Minimum eisen conform hfst. 4.5.1 (behalve drukklasse)
voldaan
b) Condenswaterafvoer in het apparaat bij enkele toewijzing
toegestaan, bij meervoudige toewijzing niet toegestaan.
1)
Als de luchttoevoer eerst als rookgasleiding of schoorsteen van een stooksy-
steem met olie of vaste stoffen werd gebruikt, moet hij vóór het gebruik als
luchttoevoerleiding worden gereinigd.
Daikin GCU compact
Daikin Gas Combi Unit
008.1543899_00 – 06/2017 – NL
C
:
93
– als C
– aansluiting van de luchttoevoerleiding op een aanwezige ver-
ticale schacht (bijv. schoorsteen) die bestanddeel van het
gebouw is.
– De dwarsdoorsnede voor deze installatieschacht moet zo
gedimensioneerd zijn dat tussen buitenwand van de rook-
gasleiding en de binnenkant van de installatieschacht de
volgende minimum afstand wordt aangehouden:
– bij een rechthoekige schachtdoorsnede: 2 cm
– bij een ronde schachtdoorsnede: 3 cm.
B
:
23
– Rookgasleiding zonder stromingsbeveiliging - vacuümwer-
king
– Eigenschappen en toepassingsmogelijkheden van de rook-
gasleiding:
a) Minimum eisen conform hfst. 4.5.1 voldaan
– Uitmonding rookgasafvoer naar buiten
– Toevoerlucht direct vanuit de plaatsingsruimte van het appa-
raat (zie hfst. 4.2.3)
– Als de dimensionering van de rookgasleiding van de in deze
handleididng beschreven dimensionering afwijkt (zie
tab. 4-2), is er een geschikt berekend bewijs van dimensione-
ring noodzakelijk.
– Zie voor gegevens voor de berekening van de dimensione-
ring tab. 15-1.
B
:
23P
– als B
B
:
33
– Aansluiting van meer dan één apparaat op een gemeen-
schappelijk rookgassysteem (vacuüm-rookgasschacht)
– verticale uitmonding rookgasafvoer
– Toevoerlucht direct vanuit de plaatsingsruimte van het appa-
raat (zie hfst. 4.2.3)
– Geschikte berekend bewijs van dimensionering noodzakelijk
dat bij de aanvoer van rookgas in dit rookgasafvoersysteem
onderdruk heerst.
– Zie voor gegevens voor de berekening van de dimensione-
ring tab. 15-1.
– Onder overdruk staande onderdelen van de verbindingslei-
ding moeten als concentrisch leidingenstelsel worden gelegd.
B
:
53
– als B
ding (Daikin-systeem) inclusief rookgasuitmonding
B
:
53P
– als B
1)
4
x
Montage en installatie
, echter
33
1)
, maar overdrukwerking
23
, echter aansluiting op bijbehorende rookgasafvoerlei-
33
, maar overdrukwerking
53
Installatie- en onderhoudshandleiding
23