ElEktrIscHE aUtO:
2
Oplaadaansluiting 2
Uw auto beschikt aan de voorkant over een
oplaadaansluiting.
Bij afwezigheid van bescherming van de
installatie tegen overspanningen wordt
afgeraden de auto op te laden bij onweer
(bliksem).
opladen (5/8)
Laad uw auto niet op en parkeer deze niet
bij extreme temperatuursomstandigheden
(hitte of kou).
Wanneer de auto geparkeerd staat bij tem-
peraturen lager dan -25 °C, kan de accu mo-
gelijk niet opgeladen worden.
Om de levensduur van uw tractiebatterij te
vrijwaren, moet u vermijden om uw auto
langer dan drie maanden met een hoog
laadniveau geparkeerd te laten staan, vooral
in zeer warme perioden.
U moet de tractiebatterij opladen nadat u bij
zeer koud weer hebt gereden. Anders kan
het opladen lang duren of onmogelijk zijn.
tips
– Parkeer de auto bij erg warm weer bij
voorkeur op een schaduwrijke/overdekte
plaats om deze op te laden.
– Bij regen of sneeuw kan niet worden op-
geladen.
N.B.
Verwijder bij insneeuwen de sneeuw rond
het laadcontact van de auto alvorens de
auto te koppelen of los te koppelen. De aan-
wezigheid van sneeuw in het laadcontatct
kan immers het koppelen van het laadsnoer
blokkeren.
De oplaadtijd van de tractiebatterij
hangt af van de hoeveelheid resterende
energie, het vermogen van het oplaad-
punt en de buitentemperatuur (warm
of koud). Dit wordt tijdens het opladen
weergegeven op het instrumentenpa-
neel. Raadpleeg de paragraaf "Displays
en meters" in hoofdstuk 1.
Wij raden u aan om bij een probleem het
snoer te vervangen door een identiek
snoer. Raadpleeg een merkdealer.
1.13