Zicht
Lichtschakelaar
Met de lichtschakelaar kunt u de verlichting van de auto selecteren en inschakelen.
Hoofdverlichting
De lichtschakelaar heeft verschillende standen
om de zichtbaarheid van de auto en het zicht
van de bestuurder aan te passen aan de
omgeving:
-
parkeerlicht: om gezien te worden,
-
dimlicht: voor een optimaal zicht zonder
medeweggebruikers te verblinden,
-
grootlicht: voor een optimaal zicht op wegen
zonder medeweggebruikers.
Aanvullende verlichting
uw auto is voorzien van aanvullende verlichting
voor specifieke weersomstandigheden:
-
één mistachterlicht zodat u gezien wordt bij
slecht zicht,
-
mistlampen vóór, waardoor u een beter
zicht krijgt.
Instellingen
Het verlichtingssysteem heeft verschillende
extra automatische functies, afhankelijk van de
uitvoering van uw auto:
-
follow me home-verlichting,
-
automatische verlichting.
66
Handbediende functies
De lichtschakelaar bestaat uit de ring A en de
hendel B.
Uitvoering zonder automatische inschakeling
Uitvoering met automatische inschakeling
A. ring voor de selectie van de stand van de
hoofdverlichting: draai aan de ring om het
symbool van de gewenste stand tegenover
het merkteken te zetten.
Lichten uit/verlichting overdag.
Automatische verlichting.
Alleen parkeerlicht.
Dimlicht of grootlicht.
B. Verlichtingshendel: trek de hendel naar u
toe om over te schakelen van dim- naar
grootlicht en terug.
Als de verlichting is uitgeschakeld of alleen de
parkeerlichten zijn ingeschakeld, kunt u een
lichtsignaal geven door de hendel naar u toe te
trekken.
Controlelampjes
een controlelampje op het instrumentenpaneel
geeft aan dat de geselecteerde verlichting is
ingeschakeld.
op sommige uitvoeringen is het instrumentenpaneel
permanent verlicht; er is dus geen verband tussen
de verlichting van het instrumentenpaneel en het
inschakelen van de verlichting.