Rijden
Wegrijden
F trek de handrem aan.
F selecteer de stand P of N.
F start de motor.
Als niet aan de bovenstaande voorwaarden
wordt voldaan, klinkt een geluidssignaal in
combinatie met een waarschuwingsmelding.
F trap bij draaiende motor het rempedaal in.
F Zet de handrem los.
F selecteer de stand R, D of M.
F Laat het rempedaal geleidelijk los.
De auto begint te rijden.
Als tijdens het rijden per ongeluk de stand N wordt
geselecteerd, laat het motortoerental dan zakken
tot stationair toerental, zet de selectiehendel in de
stand D en trap het gaspedaal weer in.
Als de motor stationair draait, het
rempedaal is losgelaten en de stand R,
D of M is geselecteerd, zet de auto zich
zelfs al in beweging als het gaspedaal
niet is ingetrapt.
Laat bij draaiende motor daarom geen
kinderen alleen in de auto achter.
trek de handrem aan en
selecteer de stand P indien er
onderhoudswerkzaamheden moeten
worden uitgevoerd bij draaiende motor.
116
Automatisch
schakelprogramma
F selecteer de stand D om automatisch
te laten schakelen tussen de vier
versnellingen.
De versnellingsbak werkt dan in de auto-
adaptieve stand, zonder dat u zelf hoeft te
schakelen. De versnellingsbak kiest voortdurend
de meest geschikte versnelling, afhankelijk van
de rijstijl, het profiel van de weg en de belading
van de auto.
Voor een maximale acceleratie zonder de stand
van de selectiehendel te wijzigen, moet het
gaspedaal volledig worden ingetrapt (kickdown).
De versnellingsbak schakelt automatisch terug
of handhaaft de ingeschakelde versnelling totdat
de motor het maximumtoerental bereikt.
bij het remmen schakelt de versnellingsbak
automatisch terug om sterker op de motor af te
remmen.
om de veiligheid te verbeteren schakelt de
versnellingbak niet naar een hogere versnelling
als u het gaspedaal plotseling loslaat.
Zet de selectiehendel nooit in de stand
N als de auto rijdt.
Zet de selectiehendel nooit in de stand
P of R als de auto niet volledig stilstaat.
Programma's Sport en Sneeuw
Deze twee specifieke programma's vullen de
automatische werking aan onder bijzondere
rijomstandigheden.
Programma Sport "S"
F Druk op de toets "S" als de motor is
gestart.
Het schakelprogramma maakt dan automatisch
een dynamische rijstijl mogelijk.
op het instrumentenpaneel verschijnt
de aanduiding S.
Programma Sneeuw "T"
F Druk op de toets "T" als de motor is
gestart.
De versnellingsbak past zich aan voor het
rijden op gladde wegen.
Het schakelprogramma zorgt ervoor dat u
gemakkelijker kunt rijden op een ondergrond
met weinig grip.
op het instrumentenpaneel verschijnt
de aanduiding T.