Monteren van het wiel
Na het verwisselen van het
wiel
Verwijder de naafdop van het wiel
om het op de juiste manier in de
bagageruimte op te bergen.
rijd met een noodreservewiel niet
sneller dan 80 km/h.
Laat zo snel mogelijk het
aanhaalmoment van de wielbouten en
de bandenspanning van het reservewiel
controleren door het cItroËn-netwerk
of een gekwalificeerde werkplaats.
Laat de lekke band zo spoedig mogelijk
repareren en verwissel hem met het
reservewiel.
Het is niet toegestaan meer dan één
noodreservewiel tegelijk te gebruiken.
Praktische informatie
Procedure
F Plaats het wiel op de naaf.
F Draai de wielbouten met de hand vast.
F Draai de slotbout (indien uw auto hiermee
is uitgerust) met de wielsleutel 1 en de dop
4 enigszins vast.
F Draai de overige wielbouten enigszins vast
met alleen de wielsleutel 1.
11
151