1.
Druk tijdens de OPNAME modus op [SET] (instellen).
2.
Selecteer d.m.v. [8] en [2] de vierde optie van boven in het
controlepaneel (AF Gebied).
3.
Selecteer d.m.v. [4] en [6] de gewenste instelling en druk daarna op
[SET] (instellen).
4.
Richt de camera op het onderwerp en druk de sluitertoets halverwege
in. Wacht totdat de camera de belichting en scherpstelling automatisch
bijstelt.
5.
Druk de sluitertoets nu geheel in.
"Ò Intelligent"
Scherpstelkader
BELANGRIJK!
• Door "Ë Traceren" te selecteren kunnen trillingen en ruis optreden doordat de
lens (het objectief) beweegt tijdens het traceren van het onderwerp. Dit duidt niet
op een defect.
"Û
È Meervoudig"
"
Scherpstelkader
42
Puntmeten" of
Ë Traceren"
"
Scherpstelkader
Foto leerprogramma