Gebruiken van de flitser (Flits)
1.
Druk tijdens de OPNAME modus één
maal op [2] (
2.
Selecteer d.m.v. [4] en [6] de gewenste
flitserinstelling en druk daarna op [SET]
(instellen).
Autom. Flits
>
Flits Uit
?
Flits Aan
<
Milde Flits
_
Rode Ogen
¥
Reductie
3.
Druk op de sluitertoets om op te nemen.
A
< geeft aan dat de flitser gaat flitsen.
• Zie pagina 182 voor informatie betreffende het flitsbereik.
).
De flitser flitst automatisch in overeenstemming met de
belichting (hoeveelheid licht en de helderheid).
De flitser flitst niet.
De flitser flitst altijd. Deze instelling kan gebruikt worden
om een onderwerp helderder te maken dat gewoonlijk
donker uitvalt wat te wijten is aan het daglicht of tegenlicht
(daglicht synchroon flitsen).
Bij milde flits wordt altijd geflitst ongeacht de belichting
De flitser flitst automatisch. Dit type flits kan gebruikt
worden om de kans te verminderen dat de ogen van het
onderwerp rood te zien zullen zijn.
Achterindicator
Knippert oranje terwijl de flitser aan het opladen is om aan te
geven dat beeldopname gedeactiveerd is.
• Het is niet mogelijk een ander beeld op te nemen met flits totdat
de indicator stopt met oranje knipperen, hetgeen aangeeft dat
het opladen voltooid is.
[2] (
37
Flits
)
Foto leerprogramma