Basisfuncties voor afspelen
4
De volumeregelaars (A 69) en mixbalansregelaars van
de achtergrondmuziek (A 129) weergeven.
Decoratie (A 99).
5
6
Alleen AVCHD-scènes: een videosnapshotscène vastleggen
(A 126).
7
Versneld achteruit/vooruit afspelen*.
8
AVCHD-scènes: opnamedatum en tijd.
MP4-scènes: opnamedatum.
9
Naar het begin van de volgende scène gaan.
10 Het afspelen hervatten.
11 Het weergegeven beeld gebruiken en opslaan als
afbeeldingsbestand (A 126).
12 Vertraagd vooruit/achteruit afspelen**.
* Raak deze knop meerdere keren aan als u de afspeelsnelheid wilt verhogen
naar 5x → 15x → 60x de normale snelheid.
** Raak deze knop meerdere keren aan als u de afspeelsnelheid wilt vertragen
naar 1/8x → 1/4x de normale snelheid.
Bestanden vergrendelen
In de afspeelstand kunt u de functie voor het vergrendelen van
bestanden gebruiken om de [Bew.]-knop uit te schakelen.
Zo voorkomt u dat u opnamen per ongeluk wist of wijzigt.
Stel 0
>
[Bestanden vergrendelen] in op [C Aan].
• De knop [Bew.] wordt gewijzigd in [C] en wordt grijs getoond.
[1 Overige instellingen]
>
q
70
>