Druk op Q om te vergrendelen. Het
ledje in de toets brandt.
Druk nogmaals op Q om te ontgren‐
delen. Het ledje in de toets dooft.
Bediening met de sleutel bij een
storing in de centrale
vergrendeling
Bij een storing, bijvoorbeeld omdat de
accu of de batterij van de handzen‐
der / elektronische sleutel leeg is,
kunt u de auto met de mechanische
sleutel vergrendelen en ontgrende‐
len.
Handmatig ontgrendelen
Elektronische sleutel: houd de pal
ingedrukt om de geïntegreerde sleu‐
tel te voorschijn te halen.
U ontgrendelt het voorportier links
handmatig door de sleutel in de slot‐
cilinder te steken en te draaien. Bij
een werkende centrale vergrendeling
wordt de auto ontgrendeld.
Als u het contact inschakelt, wordt het
vergrendelingssysteem uitgescha‐
keld.
Sleutels, portieren en ruiten
De andere portieren kunnen worden
geopend door aan de binnenhand‐
greep te trekken. De bagageruimte
en de tankvulklep worden mogelijk
niet ontgrendeld.
Handmatig vergrendelen
U vergrendelt het voorportier links
handmatig door de sleutel in de slot‐
cilinder te steken en te draaien. Bij
een werkende centrale vergrendeling
wordt de auto vergrendeld.
13