Bediening met de schakelaar aan de
binnenzijde van het
bestuurdersportier
Druk op C aan de binnenzijde van
het bestuurdersportier totdat de
achterklep begint te openen of te slui‐
ten.
Stoppen of van richting veranderen
Beweging van de achterklep onmid‐
dellijk stoppen:
● Druk eenmaal op X van de elek‐
tronische sleutel, of
● Druk op de tiptoets onder de sier‐
lijst van de achterklep, of
● Druk op C op de geopende
achterklep, of
● Druk op C aan de binnenzijde
van het bestuurdersportier.
De bewegingsrichting wordt omge‐
draaid als u nogmaals op een van de
schakelaars drukt.
Gebruiksmodi
De elektrische achterklep heeft drie
gebruiksmodi die u met de schake‐
laar C in het bestuurdersportier
bedient. Draai aan de schakelaar om
de modus te veranderen:
Sleutels, portieren en ruiten
● Normale modus MAX: Elektri‐
sche achterklep opent tot maxi‐
male hoogte.
● Tussenmodus 3/4: Elektrische
achterklep opent tot een vermin‐
derde hoogte, die u kunt instel‐
len.
● Modus Off: Achterklep kan alleen
handmatig worden bediend.
Verminderde openingshoogte in
tussenmodus instellen
1. Draai de modusschakelaar naar
3/4.
2. Open de elektrische achterklep
met één van de schakelaars.
3. Stop de klep op de gewenste
hoogte door één van de schake‐
laars in te drukken. Zet de stil‐
staande achterklep zo nodig met
de hand in de gewenste stand.
35