Toerenteller
Geeft het motortoerental aan.
In elke versnelling zo veel mogelijk
met een laag toerental rijden.
Voorzichtig
Als de naald in het rode gebied
komt, betekent dit dat het maxi‐
maal toegestane toerental wordt
overschreden. Gevaar voor de
motor.
Instrumenten en bedieningsorganen
Brandstofmeter
Weergave van het brandstofpeil of de
hoeveelheid gas (CNG) in de tank,
afhankelijk van de momenteel gese‐
lecteerde brandstof.
De pijl wijst naar de kant van de auto
waar de tankklep zit.
Bij bi-fuel motoren geeft het Driver
Information Center het brandstofpeil
voor het momenteel niet geselec‐
teerde brandstoftype aan.
Bij een te laag brandstofpeil brandt
controlelamp Y. Meteen tanken
wanneer deze knippert.
Brandstoftank nooit leegrijden.
Door brandstofresten in de tank kan
de hoeveelheid brandstof die kan
worden bijgetankt kleiner zijn dan de
aangegeven tankinhoud.
Brandstofkeuzeschakelaar
Rijden op aardgas, CNG
Door X in te drukken kunt u wisselen
tussen het gebruik van benzine en
aardgas.
De led-status toont de huidige
werkingsmodus.
111