11 - Problemen en storingen - Oplossingen
PROBLEEM
FOUT CONFIGURATIE
MACHINE / VERKEERD
TYPE MODULES
FOUT CONFIGURATIE
MACHINE / CONFLICT
MODULES
116
FOUT NIET-CYCLISCHE
VRAGEN
ALARM EINDE SPOEL
FOLIE
VEILIGHEIDSINTERVENTI
E BESCHERMEN
PRODUCT
ENCODER STORING
OORZAAK
Fout in de configuratie van de
machine: een module is niet
compatibel bevonden met het
model van de machine.
Er werd een conflict tussen twee
of meer modules vastgesteld.
Er is een communicatiefout
aanwezig tussen de inrichtingen
en het is niet mogelijk de stroom,
de spanning, de staat van de I/
O, enz. correct te detecteren.
De foliespoel is op.
Het neerdalen van de dwarse
lasbalk
werd
belemmerd.
Waarschijnlijk zit er een product
vast.
De lezing van een encoder is
gestoord: de encoder neemt een
kleinere of grotere hoeveelheid
impulsen
waar
dan
in
standaardwerking.
OPLOSSING
Als de functie beschikbaar is, het menu
openen
voor
identificatie
elektronische module met een storing.
Schakel de elektronische kaart uit en weer
in.
Controleer of de eventueel vervangen
modules
aangewezen
aangekochte model en of ze correct
aangesloten zijn.
Controleer of de schakelaar ADL op de
elektronische modules van de INVERTER en
op de modules FLXMOD DIO, FLXMOD
MDR, FLXMOD CVO correct geijkt is zoals
aangeduid wordt op de figuur aan het einde
van deze paragraaf. Indien het probleem
aanhoudt, contacteer de klantendienst.
Als de functie beschikbaar is, het menu
openen
voor
identificatie
elektronische module met een storing.
Schakel de elektronische kaart uit en weer
in.
Controleer of de schakelaar ADL op de
elektronische modules van de INVERTER en
op de modules FLXMOD DIO,, FLXMOD
MDR FLXMOD CVO correct geijkt is zoals
aangeduid wordt op de figuur aan het einde
van deze paragraaf. Indien het probleem
aanhoudt, contacteer de klantendienst.
Schakel de kaart in en uit.
Indien het probleem aanhoudt, contacteer de
klantendienst.
Vervang de foliespoel.
-
Controleer de stabiliteti van de producten.
-
Controleer
de
formaatparameters.
-
Controleer of er geen obstakel is ter
hoogte van de fotocel, die de daling van
de lasstang verhindert.
-
Controleer het signaal van de fotocel
24.B.1.
Controleer de kabel van de encoder.
Controleer of de encoder correct met de
motor is bevestigd.
de
Controleer de werking van de INVERTER
module.
van
de
zijn
voor
het
van
de
afstellingen
van
de