PROBLEEM
SPOEL RESTFOLIE VOL
PROBLEEM MOBIELE
BAND
BREUK RESTFOLIE
LASSEN MISLUKT
STORING B1
STORING B2
VOLLOOP UITVOER
EINDE
PRODUCTSTROOM
TE GROTE STROOM
STORING AFWIKKELROL
AFWIKKELROL OPEN
OBSTAKEL LASBALK
[OPTIONEEL]
STORING RELAY
OORZAAK
De spoel op de inrichting voor de
recuperatie
van
restmateriaal heeft de maximaal
toegelaten afmetingen bereikt.
Er
werd
een
probleem
vastgesteld met de werking van
de mobiele band.
De restfolie is gescheurd.
-
In de lasfase heeft de dwarse
lasbalk
de
ingestelde
drukpositie niet behouden.
-
Het te verpakken product is
te
laag
om
veiligheidssensoren
activeren.
De dwarse lasbalk B1 slaagt er
niet
in
de
ingestelde
temperatuur te bereiken.
Het lasmes B2 slaagt er niet in
de ingestelde temperatuur te
bereiken.
De fotocel bij de uitvoer blijft het
product detecteren.
De
fotocel
op
de
stroomopwaarts van de machine
detecteert geen enkel pak.
Er werd op de transportband van
de machine een te groot aantal
producten gedetecteerd.
De folie wordt niet correct
afgerold.
De
mobiele
deur
van
spoelhouder
is
niet
correct
gesloten.
Er is een obstructie vastgesteld
in de zone van de lasbalk.
Geen sluiting van het contact op
de relais.
OPLOSSING
het
Verwijder
het
restmateriaal
opgestapeld heeft op de inrichting.
Controleer
of
de
mechanisch geblokkeerd is.
Controleer de correcte werking van de
sensor van de mobiele band. (24.SQ.1)
Controleer het correcte traject van de
restfolie.
Controleer of de sensoren niet beschadigd
werden.
Controleer of in de lasfase geen vreemde
de
lichamen aanwezig zijn die de correcte
te
werking van de lasbalk belemmeren.
Controleer of de stekker van de weerstand
B1 correct aangesloten is.
Controleer of het thermokoppel 19.TC.1 van
de weerstand B1 aangesloten is.
Controleer of de stekker van de weerstand
B2 correct aangesloten is.
Controleer of het thermokoppel 19.TC.2 van
de weerstand B2 aangesloten is.
Laat
de
producten
uitvoerband.
lijn
Bij de aankomst van nieuwe producten
herstart de machine automatisch.
Controleer of de afstand tussen de producten
op de transportband voldoende groot is en/of
rem de snelheid eventueel af.
Controleer of de folie correct afgerold wordt.
Controleer de sluitingspositie van de hendel
aanwezig op de spoelhouder.
Controleer de werking van de transporteur.
Controleer of de hendel aanwezig op de
spoelhouder zich in de sluitingspositie van
de
de contrastrol bevindt.
Sluit de mobiele bescherming van de
spoelhouder.
Verwijder de obstructie.
Controleer de correcte werking van de relais
12.KM.1 en 12.KM.2.
dat
zich
mobiele
band
niet
afvloeien
van
de
113