4. Bediening
4.1 Omkeren van de werkingsrichting
(veiligheidspositie) van de pneumatische
aandrijving
Zie hiervoor de inbouw- en bedienings-
handleidingen van de aandrijvingen
EB 8310 voor type 271 en
EB 8311 voor type 3277
5. Storingen en het oplossen daarvan
Wanneer lekkage naar buiten toe op-
treedt, dan kan de stopbus of bij de balg-
uitvoering, de metalen balk defect zijn.
Wanneer het ventiel niet goed afdicht,
dan kan dit worden veroorzaakt door ver-
vuiling of andere vreemde objecten tussen
zitting en klep of door een beschadigde
afdichtrand.
Het verdient aanbeveling, de onderdelen
te demonteren, grondig schoon te maken
en indien nodig te vervangen.
Bij montagewerkzaamheden aan
het regelventiel moet het betref-
fende installatiedeel absoluut
drukloos worden gemaakt en
worden afgetapt.
Het verdient aanbeveling, het
ventiel of bij gelaste uitvoering de
gehele ventielopbouw te demon-
teren.
Bij alle werkzaamheden aan het ventiel-
huis moet eerst de aandrijving gedemon-
teerd worden.
Aandrijving demonteren:
1. Koppelingsdelen (7) tussen membraan-
en klepstang losmaken en slagmoer
(8.2) afschroeven.
Daarvoor bij de aandrijving „membra-
anstang uitgaand" de aandrijving eerst
met een steldruk belasten, die boven
de aanvangswaarde van het signaal-
bereik ligt (zie typeplaat).
2. Aandrijving van juk van het ventiel
wegnemen.
5.1 Vervangen van de stopbuspakking bij
ventielen in standaard uitvoering (afb. 2)
Wanneer het ventiel lekt bij de stopbus
moet de pakking daarvan als volgt wor-
den vervangen:
1. Slagmoer (5.4) afschroeven en juk
(5.3) van het bovendeel van het
ventiel afnemen.
2. Moeren (6.1 en 6.2) verwijderen en
de schroef (5.5) voor de verdraai-
borging uitdraaien. Verdraaiborging
verwijderen.
3. Bovendeel ventiel (5) losschroeven en
samen met de klepstang (6) afnemen.
4. Draadbus (5.2) losmaken, klepstang
met klep uit bovendeel ventiel trek-
ken.
5. Draadbus (5.2) uitdraaien en pak-
kingsringen (4.2), ringen (4.3) en
veer (4.1) met geschikt gereedschap
uitdrukken.
6. Pakkingruimte zorgvuldig schoonmaken.
7. Alle klepstangen en pakkingringen
(4.2) met smeermiddel (bestelnr.
8150-0111) insmeren.
8. Klepstang met klep in het bovendeel
ventiel schuiven.
Veer (4.1), ring (4.3) en nieuwe pakking-
ringen over de klepstang in de pakking-
ruimte schuiven.
9. Draadbus (5.2) plaatsen en tot aan de
aanslag vastdraaien.
10. Contramoer (6.2) en moer (6.1) op
klepstang (6) los opschroeven.
11. Een nieuwe afdichtring (1.1) in het
huis plaatsen.
12. Het bovendeel van het ventiel met
een aandraaimoment van 500 Nm in
het huis schroeven.
13. Verdraaiborging (5.6) zodanig
op het bovendeel van het ventiel
plaatsen, dat de bevestigingsschroef
(5.5) in het sleufgat valt, aansluitend
vastschroeven.
5