Pagina 1
Drukregelaar zonder hulpenergie Drukreduceer Type 2422/2424 Drukreduceer type 2422/2424 Inbouw- en bedieningsvoorschrift EB 2547 Uitgave Maart 2014...
Pagina 2
Betekenis van de aanwijzingen in dit inbouw- en bedieningsvoorschrift GEVAAR! PAS OP! Waarschuwing voor gevaarlijke si Waarschuwing voor schade en on tuaties die tot de dood of tot ernstig juiste werking letsel leiden. Aanwijzing: WAARSCHUWING! Uitleg ter informatie Waarschuwing voor gevaarlijke situa ties die tot de dood of tot ernstig letsel Tip: kunnen leiden.
Algemene veiligheidsaanwijzingen Algemene veiligheidsaanwijzingen − Alleen deskundig, opgeleid personeel mag - volgens de geldende technische regels - het apparaat installeren, in bedrijf stellen en onderhouden. Zorg er- voor dat er geen medewerkers of derden in gevaar worden gebracht. − De veiligheidsaanwijzingen in deze handleiding, met name voor de installa- tie, de inbedrijfstelling en het onderhoud, moeten beslist worden nageleefd. − In deze installatie- en gebruikshandleiding worden met vaklui personen be- doeld die het werk dat ze opgedragen krijgen, op grond van hun vakoplei- ding, hun kennis en ervaring en hun kennis van de toepasselijke normen, kunnen beoordelen en die mogelijke gevaren herkennen. − Het apparaat voldoet aan de eisen uit de Europese richtlijn betreffende drukapparatuur 97/23/EG. Bij een apparaat dat is voorzien van een CE- merk, geeft de conformiteitsverklaring informatie over de gebruikte methode om de conformiteit te beoordelen. We stellen de toepasselijke conformiteitsverklaring desgewenst ter beschik- king. − Zorg er voor een juist gebruik voor dat het apparaat alleen wordt ingezet waar de bedrijfsdruk en -temperatuur niet hoger zijn dan de ontwerpcriteria waarop de bestelling is gebaseerd. − De producent is niet verantwoordelijk voor schade door krachten of andere invloeden van buiten. − De gevaren die van het medium, de bedrijfsdruk of van bewegende delen rond de drukregelaar kunnen uitgaan, moeten door passende maatregelen gemitigeerd worden. − Het is een randvoorwaarde dat de drukregelaar vakkundig wordt vervoerd en opgeslagen tijdens de montage en installatie, en zorgvuldig wordt be- diend en onderhouden. Aanwijzing: De niet-elektrische aandrijvingen en ventieluitvoeringen hebben op grond van de beoordeling van explosiegevaar overeenkomstig EN 13463-1 2009 paragraaf 5.2, ook bij zelden voorkomende bedrijfs...
Te regelen medium, toepassingsgebied Te regelen medium, toepassingsgebied Drukregelaar voor vloeibare, gasvormige en dampvormige media tot 350 °C. Regeling van de reduceerdruk p op de ingestelde gewenste waarde. Het ventiel sluit als de druk achter het ventiel toeneemt. De reduceerdruk wordt via een ingebouwde stuurleiding naar de aandrijving geleid. Drukregelaars zijn geen afsluiters die een leiding volledig afsluiten. In de gesloten stand kan er een lek optreden van ≤0,05 % van de K -waarde. In de installatie moet een overdrukbeveiliging aanwezig zijn. WAARSCHUWING! Als de overdruk niet geregeld wordt, kan dat leiden tot beschadiging van het mem braan en tot persoonlijk letsel. De maximale druk voor de aandrijving, zoals vermeld in Tabel 1 op pagina 10, mag niet worden overschreden.
Opbouw en werking Opbouw en werking tingsmembraan (5.2). In beide gevallen wor- den de krachten gecompenseerd die ontstaan Zie ook Afbeelding 2 op pagina 7 en door de druk voor en achter de klep. Afbeelding 3 op pagina 8. De ventielen zijn leverbaar met stroomverde- Drukreduceer type 2422/2424 bestaat uit ler St I of St III. Als deze naderhand worden een ventiel type 2422 en een aandrijving type gemonteerd, moet de zitting worden vervan- 2424. Het ventiel type 2422 is in membraan- gen. ontlaste of balgontlaste uitvoering. Dampvormige media en vloeistoffen boven De drukreduceer moet ervoor zorgen dat de 150 °C, kunnen uitsluitend worden geregeld...
Pagina 7
Bovenste membraanstang damp met smoorkoppeling en Klep 8.1 Moer naaldsmoorventiel). Klepsteel Membraan Stuurleiding 4.1 Aandrijfstang Aandrijving type 2424 Expansievat - bij temperaturen Ontlastbalg Stelveren boven 150 °C of bij damp - Balghuis Setpoint-insteller Vulplug 6.1 Ontluchtingsschroef onderste membraanstang Voordruk Schroeven, moeren (balghuis) Reduceerdruk Moer 6.2 Ontluchtingsschroef Membraanschotel (aansluiting aandrijving) Afbeelding 2: Opbouw en werking · type 2422/2424 balgontlast EB 2547...
Ontlastmembraan Voordruk Reduceerdruk Afbeelding 3: Opbouw en werking · type 2422/2424 membraanontlast Installatie Î Aandrijving in het balghuis plaatsen en voorzichtig tot aan de aanslag vast- Zie ook Afbeelding 2 op pagina 7 en draaien. Let erop dat de stuurleiding is Afbeelding 3 op pagina 8.
− Bouw voor de regelaar een vuilfilter in. U vindt ook gedetailleerde informatie over de − Bij het regelen van bevriezende media, installatie in de TV-SK 17041 van SAMSON. de regelaar tegen vorst beschermen. Als de regelaar moet worden uitgebouwd, doe dat dan buiten bedrijf en met lege 4.3 Aanwijzingen voor de leidingen. installatie De drukreduceer installeren in een horizontaal lopende leiding. − Pijpleiding zorgvuldig spoelen en reini- gen voordat u de regelaar installeert. Zo wordt voorkomen dat verontreinigingen in de aansluitleidingen de correcte wer- king hinderen en vooral dat de regelaar niet meer afsluit. Afsluiter Manometer voordruk Vuilfilter Drukreduceer type 2422/2424 Manometer reduceerdruk Voordruk Reduceerdruk Afbeelding 4: Voorbeeld van een installatie EB 2547...
Installatie 4.4 Stuurleiding, expansievat, Plaatsing naaldsmoorventiel Ventiel balgontlast/membraanontlast − Aandrijving wijst naar beneden. Stuurleiding ∙ deze dient vast verbonden te worden, in het geval van damp, met een “-pijp en in het geval lucht of water met een Ø8 x 1 of Ø6 x 1 mm koperpijp. Installatie onder druk test ∙ Bij een test onder De stuurleiding moet op minstens 1 m afstand druk waarbij de regelaar is ingebouwd, mag aan de reduceerdrukzijde (p ) worden aange- de maximaal toelaatbare druk voor de rege- sloten. Als er achter de drukreduceer een ver- laar en de installatie niet worden overschre- deler is geplaatst, dan wordt de stuurleiding den. Een te hoge testdruk kan het membraan daar aangesloten, zelfs als deze verschillende in de aandrijving beschadigen. meters verwijderd is. Als de reduceerdruklei- ding achter het ventiel wijder wordt door een WAARSCHUWING! conisch koppelstuk, dan moet de stuurleiding Als de overdruk niet geregeld wordt, beslist in het wijde deel van de leiding worden kan dat leiden tot beschadiging van aangesloten. De stuurleiding moet aan de zij-...
Deze inbouwplaats moet beslist worden aan- Installeer de manometer aan de reduceerdruk- gehouden, omdat de drukreduceer anders zijde, achter het drukopnamepunt. mogelijk niet betrouwbaar werkt. Naaldsmoorventiel ∙ Als de drukreduceer de neiging heeft om gaan te slingeren, bouw dan bij de stuurleidingaansluiting (18) behalve de standaard SAMSON-smoorkoppeling ook een naaldsmoorventiel in. 4.5 Vuilfilter Het vuilfilter wordt vóór de drukreduceer inge- bouwd (zie Afbeelding 4 op pagina 9). − De doorstroomrichting moet overeen- komen met de pijl op het huis. − De filtermand moet naar beneden hangen of, bij damp, opzij wijzen. Tip: Let erop dat er voldoende ruimte is om het filter te verwijderen.
− De installatie l a n g z a a m opstarten en is gemonteerd aan de reduceerdruk de opwarmtijd zo kiezen, dat de leiding- zijde. en en armaturen gelijkmatig opwarmen. Lucht en condens moeten ongehinderd uit de Wijzigen van het bereik van de gewenste installatie kunnen ontsnappen. Plaats op de waarde juiste plek een condenspot en een ont-/be- Het bereik van de gewenste waarde wordt be- luchter voor damp (bijv. type 13 E of type 3 paald door de grootte van de aandrijving en van SAMSON). de desbetreffende stelveer. U kunt alleen een Regelen van vloeistoffen ander bereik instellen door de volledige aan- drijving te vervangen. Wij raden u aan om Neem de drukreduceer in bedrijf door de af- contact op te nemen met SAMSON. sluiters langzaam open te draaien. Draai bij EB 2547...
Als de reduceerdruk sterk afwijkt van de in- 2. Schroef de stuurleiding los en maak deze gestelde gewenste waarde, controleer dan schoon. eerst of de stuurleiding niet verstopt is en of het membraan niet lekt. 3. Moer (7) losdraaien en aandrijving ver- wijderen. Bij andere oorzaken, zoals bijv. beschadigde zitting of klep, is het verstandig om contact op 4. Setpoint-insteller (13) afschroeven, lager, te nemen met de klantenservice van SAMSON bus, veer (veren) en veerschotel verwijde- (zie “7 Typeplaat” op pagina 14). ren. Ga, als het membraan defect is, te werk zo- 5. Schroeven (15) en moeren verwijderen, als beschreven in “2.1 Opslag en transport”. bovenste afdekklep over de aandrijfas wegtrekken. WAARSCHUWING! 6. Neem de membraanstang met de mem- Bij het demonteren van de regelaar braanschotel en het membraan samen uit kan heet regelmedium onbeheerst vrij...
Typeplaat Typeplaat Ventiel en aandrijving zijn elk voorzien van een typeplaat. Typeplaat ventiel DIN-uitvoering Ventieltype Serienummer met index Variant-id Inbedrijfstellingsnummer of datum -waarde DIN-uitvoering Veerkracht/bereik gewenste waarde Doorlaat Nominale druk Max. verschildruk Max. temperatuur Materiaal huis ANSI-uitvoering ANSI-uitvoering Doorlaat Kracht van de veer Max. verschildruk Max. temperatuur (°F) Materiaal huis -waarde (K x 1,17) ANSI-Class (nominale druk) Typeplaat aandrijving DIN-/ANSI-uitvoering Werkoppervlak (BIN/ANSI) Type Variant-id Ident-nr. Toekenning aan doorlaat van het ventiel (DIN/ANSI) Bereik gewenste waarde (BIN/ANSI) Materiaal membraan Afbeelding 5: Typeplaten...
Service Service Als er een storing of een defect is, biedt de klantenservice van SAMSON ondersteuning. U vindt de adressen van SAMSON AG en zijn dochterondernemingen, agentschappen en ser- vicediensten op Internet www.samson.de, in SAMSON-productcatalogi en op de achterkant van deze handleiding. U kunt aanvragen voor de klantenservice ook direct richten aan service@samson.de De volgende informatie (zie “7 Typeplaat” op pagina 14) maakt het gemakkelijker om de fout op te sporen. − Type en doorlaat van het ventiel − Serienummer of variant-id − Inbedrijfstellingsnummer of datum − Voordruk en reduceerdruk − Temperatuur en regelmedium − Min. en max. stroming (volumestroom) in m − Is er een vuilfilter geïnstalleerd? − Installatieschets met de precieze plaats van de regelaar en alle extra componenten (afsluiters, manometer etc.) EB 2547...
Afmetingen Afmetingen Type 2422/2424 ∙ balgontlast ØD Afmeting in mm en gewicht in kg. De waarden tussen haakjes gelden voor de uitvoeringen boven 220 °C tot 350 °C Doorlaat DN 125 DN 150 DN 200 DN 250 Lengte L 400 mm 480 mm 600 mm 730 mm Hoogte H1 460 (600) mm 590 (730) mm 730 (870) Hoogte H2 145 mm 175 mm 235 mm 260 mm Hoogte H 990 (1130) mm 1120 (1260) 1260 (1400) mm 0,05 tot 0,25 Aandrijving D = 380 mm, A = 640 cm² Hoogte H 990 (1130) mm...
Pagina 17
Afmetingen Type 2422/2424 ∙ membraanontlast Maten in mm en gewichten in kg Doorlaat DN 125 DN 150 DN 200 DN 250 Lengte L 400 mm 480 mm 600 mm 730 mm Hoogte H 720 mm 745 mm 960 mm 960 mm Hoogte H2 145 mm 175 mm 260 mm 260 mm Gewicht (aandrijving met ventiel), ca. 0,05 tot 1 bar 80 kg 93 kg 238 kg 248 kg 0,5 tot 2,5 bar 75 kg 87 kg 232 kg...
Technische gegevens 10 Technische gegevens Ventiel type 2422 Nominale druk PN 16, 25 of 40 Doorlaat DN 125 DN 150 DN 200 DN 250 metalen afdichting, 350 °C · zachte afdichting, PTFE 220 °C · Ventiel zachte afdichting, EPDM/FPM, 150 °C · balgontlast Max. toel. zachte afdichting, NBR 80 °C 1) temperatuur Ventiel mem- zachte afdichting, EPDM 150 °C braanontlast Lekdichtheidsklasse volgens ≤0,05 % van K -waarde DIN EN 60534-4 Aandrijving type 2424 0,05 tot 0,25 bar · 0,1 tot 0,6 bar · 0,2 tot 1 bar Bereik gewenste waarde 0,5 tot 1,5 bar · 1 tot 2,5 bar Werkzaam Max. toel. 320 cm² 640 cm²...
Pagina 20
SAMSON AG · MESS- UND REGELTECHNIK Weismüllerstraße 3 · 60314 Frankfurt am Main Telefoon: 069 4009-0 · Telefax: 069 4009-1507 EB 2547 NL Internet: http://www.samson.de...
Omzetten van verchromen naar iriserend passiveren De productie van SAMSON is bezig met het wijzigen van de oppervlaktebehandeling van gepassiveerd stalen onderdelen. Als gevolg hiervan kunt u een apparaat ont vangen wat is samengesteld uit delen die zijn onderworpen aan verschillende oppervlakte...