• Lees en volg alle veiligheidsstickers en -informatie op het voertuig.
• Leer hoe u het voertuig correct en veilig kunt bedienen.
• Zorg ervoor dat u begrijpt hoe alle bedieningselementen, indicatoren, displays en meters van
het voertuig werken.
• Controleer of alle passagiers zitten en de handgrepen of leuningen gebruiken. De bestuurder
moet beide handen aan het stuur houden.
• De voorwielen staan in de rijrichting.
• Er zijn geen obstakels voor het voertuig.
• De Forward/Neutral/Reverse-regelaar (FNR) staat op N.
• De parkeerrem is ingeschakeld.
• Het gaspedaal is niet ingeduwd.
• Het voertuig staat volledig stil.
Om de motor te starten:
1.
steek de sleutel in het contactslot.
2.
Draai de sleutel naar ON (AAN). Duw het gaspedaal in om de motor te starten.
3.
Draai de sleutel naar MODE 2. Duw het gaspedaal in om de motor te starten.
DE MOTOR UITSCHAKELEN
1.
Laat het gaspedaal los.
2.
Stop het voertuig.
3.
Duw het rempedaal in en houd dit ingedrukt.
4.
Zet de Forward/Neutral/Reverse-regelaar (FNR) op N.
5.
Draai de sleutel naar OFF (UIT).
6.
Trek de parkeerrem aan om de wielen te vergrendelen.
7.
Verwijder de sleutel. Bewaar de sleutel op een veilige plaats.
VOORWAARTSE BEWEGING
WAARSCHUWING
Vóór het vooruit rijden:
• Lees en volg alle veiligheidsstickers en -informatie op het voertuig.
• Leer hoe u het voertuig correct en veilig kunt bedienen.
• Zorg ervoor dat u begrijpt hoe alle bedieningselementen, indicatoren, displays en meters van
het voertuig werken.
CARRYALL 300 - ELEKTRISCH
Gebruikershandleiding
TPCC01MF00NL019 (Editie A)
ALS U DE RIJSNELHEID NIET VERLAAGT BIJ SLECHTE
RIJOMSTANDIGHEDEN, KAN DIT LEIDEN TOT SCHADE AAN
EIGENDOMMEN, PERSOONLIJK LETSEL OF DE DOOD. VERLAAG
DE VOERTUIGSNELHEID IN SLECHTE RIJOMSTANDIGHEDEN
ZOALS NAT GRAS OF RUW TERREIN.
Bediening van het voertuig
Voertuigbeweging
Pagina 61
7