4
Bedieningsinstructies machine
WAARSCHUWING
Veiligheidsrichtlijnen voor het rijden:
– De bestuurder dient in bochten en bij het inrijden
van nauwe doorgangen langzaam te rijden.
– De bestuurder moet altijd een veilige remweg tot
voertuigen en personen voor hem bewaren.
– De bestuurder dient het plotseling remmen, het
snel nemen van bochten van 180° en het inhalen
op gevaarlijke onoverzichtelijke plaatsen te voor-
komen.
40
Verwondingsgevaar
Controleer, voordat u een machine met zijdelings
verwisselbare batterij gebruikt, of de batterij goed is
vergrendeld.
11548011659 NL - 02/2021 - 09
LET OP
Gebruik